De Nederlandse dichter en schilder Hendrik de Vries werd geboren in Groningen op 17 augustus 1896. De gedichten van Hendrik de Vries werden in het literaire tijdschrift Het Getij gepubliceerd. Hendrik de Vries was een vroege surrealist. Hij was antiburgerlijk ingesteld en predikte vitaliteit. Het onderbewuste speelt een cruciale rol in zijn poëzie. Veel van zijn inspiratie vond De Vries in de Spaanse wereld. Hij was zo in die Spaanse cultuur verdiept geraakt, dat hij heel wat gedichten (met name copla’s) in het Spaans heeft geschreven. Ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag werd door de gemeente Groningen de Hendrik de Vriesprijs ingesteld, en in 1986 het Hendrik de Vriesstipendium. De Vries was de eerste die de prijs in ontvangst mocht nemen. De Vries’ gedicht “Een schatrijke tuin” werd in 2000 (en in een nieuwe versie in 2006) op een muur in de Aloëlaan in Leiden aangebracht als één van de meer dan honderd muurgedichten in Leiden.
Gevangenisliederen van het Spaansche Volk
In de woning van mijn beminde
Hebben ze ’s nachts mij gevonden,
En, tot nog meerder ellende,
Mij met kaar zakdoek gebonden.
De koning in zijn paleis
Weet niet wat gevangenen lijden,
Anders ging hij vandaag nog op reis,
Ons een voor een te bevrijden.
Bewaakster, bewaakster, kom,
Red mij van dit somber graf –
Ik doe je de goudring om
Die mijn geliefde mij gaf.
Wat kon ik, heel het jaar
Dat ik heb vastgezeten?
Ik telde en telde maar:
De schakels van mijn keten.
Copla
De dokter, bij mijn geboorte,
Voelde mijn pols en besloot:
‘Zolang dit kind maar blijft leven,
Gaat het in geen geval dood.’
Mijn broer
Mijn broer, gij leed
Een einde, waar geen mens van weet.
Vaak ligt gij naast mij, vaag, en ik
Begrijp het slecht, en tast en schrik.
De weg met iepen liep gij langs.
De vogels riepen laat. Iets bangs
Vervolgde ons beiden. Toch wou gij
Alleen gaan door de woestenij.
Wij sliepen deze nacht weer saam.
Uw hart sloeg naast mij. ‘k Sprak uw naam
En vroeg, waarheen gij ging.
Het antwoord was:
‘Te vreselijk om zich in te verdiepen.
Zie: ’t gras
Ligt weder dicht met iepen
Omkringd.’
Hendrik de Vries (17 augustus 1896 – 18 november 1989)
In 1923