De Nederlandse schrijver, journalist, commentator, essayist en columnist Henk Hofland werd geboren in Rotterdam op 20 juli 1927. Hofland studeerde aan Nijenrode en kwam in 1953 in dienst bij de buitenlandredactie van het Algemeen Handelsblad en kreeg later de leiding over het zaterdagse supplement. Daarna werd hij adjunct-hoofdredacteur en later hoofdredacteur van de krant. De fusie in 1970 met de Nieuwe Rotterdamsche Courant tot het huidige NRC Handelsblad betekende tevens de val van Hofland. Hierna bouwde hij als freelancer voor diverse media een reputatie van respectabel politiek commentator, columnist en publicist op, met veel aandacht voor de Verenigde Staten. Ook van de ontwikkelingen in het Oostblok deed hij langere tijd verslag; hij maakte diverse reizen door de toenmalige Oostbloklanden, nog voor de val van de muur. New York City beschouwt Hofland als zijn tweede stad. Jaarlijks verblijft hij daar meerdere malen in hetzelfde hotel, en verwerkt zijn waarnemingen in zijn columns. Hofland kreeg in 1992 de Audax columnistenprijs, ontving in 1996 de Gouden Ganzenveer en werd in 1999 door zijn collega’s uitgeroepen tot Journalist van de Eeuw.
Uit: De voetbalbeschaving (column)
„Maar terwijl we de indruk krijgen dat van tijd tot tijd de nationale noodtoestand dreigt, vooral bij wat we evenementen noemen, ontbreekt het aan een analyse van de oorzaken. Wie zijn de ‘raddraaiers’; waarom doen ze het; waarom begrijpen ze niet dat hun geweld en kabaal in het nadeel is van het algemeen belang waarin ze zelf ook hun aandeel hebben? Mijn antwoord klinkt misschien wat ouderwets. Het is een kwestie van opvoeding. Sinds al een jaar of twintig heeft Nederland 250.000 analfabeten die volstrekt niet kunnen lezen en schrijven, en 1,3 miljoen functioneel analfabeten of laaggeletterden die alleen de allersimpelste tekst kunnen begrijpen. De grote meerderheid is autochtoon. Ze betrekken hun informatie vrijwel uitsluitend van de televisie, en dan van de platste programma’s waaraan steeds minder gebrek is. Dat is nu eenmaal de trend die ook bij de serieuze media waarneembaar is. Alles moet leuker want anders gaan we failliet.
Dit meer dan een miljoen analfabeten is een generatie die nu op het punt staat om kinderen te krijgen. Opvoeden bestaat voor een groot deel uit de overdracht van normen en waarden, nieuwsgierigheid en leergierigheid. Deze analfabeten dragen hun onkunde, hun onverschilligheid, misschien hun haat tegen de reguliere samenleving over op hun kinderen.
Laatste nieuws op dit gebied: 145.000 jongeren zitten op ‘zwakke scholen’; de burger moet de politie beter gaan helpen want de ordebewaarders kunnen het niet meer alleen af; in Nederland zijn volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau volledig uitgesloten van sociaal verkeer; en het zogeheten ‘comazuipen’ onder jongeren is het afgelopen jaar met 45 procent gestegen, 500 pubers zijn met alcoholvergiftiging in het ziekenhuis beland.
Gebrek aan algemene kennis is als een gletsjer die langzaam in de maatschappij schuift. Misschien hebben we een jaar of twintig geleden de grondslag gelegd voor een nieuw lompenproletariaat, waarvoor we nu de rekening gepresenteerd krijgen. Dat is dan uiteindelijk ook het gevolg van het eindeloze geëxperimenteer en gehannes met ons onderwijs. En als we nu beginnen met het herstel, zou het nog wel een generatie kunnen duren voor de toen aangerichte schade is hersteld.“
Henk Hofland (Rotterdam, 20 juli 1927)