De Vlaamse schrijver Hugo Claus werd in Brugge geboren op 5 april 1929. Zie ook mijn blog van 5 april 2007 , mijn blog van 19 maart 2008 , mijn blog van 5 april 2008. en ook mijn blog van 20 maart 2009. en mijn blog van 5 april 2009 en mijn blog van 20 maart 2010 en ook mijn blog van 5 april 2010.
Uit: Het verdriet van België
“Wij gaan ons moeten schikken,’ zei Bomama.
‘Wij hebben ons altijd moeten schikken. Wij hebben niets anders gedaan in onze vaderlandse geschiedenis!’
‘Ja, maar voor het eerst zijn we onder Germanen. Van dezelfde stam, onder elkaar.’
‘Wij zijn daar vet mee. Als ik iemand bezig hoor over “onder elkaar”, dan weet ik hoe laat het is.’
‘Hitler doet toch zijn best om de Vlaamse krijgsgevangenen eerder naar huis te sturen dan de Waalse. Hij ziet dus klaar in onze Vlaamse toestand, hij is op de hoogte dat we eeuwenlang uitgezogen geweest zijn.”
(…)
“Er zal nooit iets uit dat Vlaanderen van ons komen zolang we niet met zijn allen de dood onder ogen durven zien. Zolang we dat benauwde risicoloze laffe systeem van eigenbelangen de bovenhand laten krijgen. Het is maar op het terrein dat ge dat inziet. Daar en niet elders. Dat ge inziet dat ge als Vlaming de Duitse broeders niet alleen kunt laten vechten.”
(…)
“Het verdriet van België, dat zijt gij,’ zei Meerke en hapte naar adem met een rauw snurkje. Toen hoorde hij met zijn eigen flaporen Tante Violet binnensmonds vloeken. ‘Godverdegodver, rotte smeerlap, die in mijn sacoche zit, in mijn foto’s en in mijn brieven zit te snuffelen!’
(Haar sacoche! Weer moest hij grinniken en gieren van binnen, want Vlieghe zei het vlakbij in de verre monotone begraven mufstinkende tijd van dat ander Vrouwenhuis in Haarbeke, ‘Gij hebt in haar sacoche gezeten’ en bedoelde de handtas van vel en vlees en haar dat tussen vrouwenbenen zit.)” (…)
“Hij werd wakker met een korst in zijn neusgaten. Hij pulkte. Begon aan een nieuw schrift. Mama was nog zo stom niet toen ze vroeg of zijn verhaal over het Gesticht van Haarbeke ging. Gejaagd als Papa, koud als Peter tijdens zijn leven (en zeker nu, grijnsde Louis) schreef hij: ‘Dondeyne had een van de zeven Verboden Boeken onder zijn schort verstopt en mij meegelokt.’ Hij schrapte het woordje ‘mij’ en verving het door ‘Louis’.”
Hugo Claus (5 april 1929 – 19 maart 2008)
De Engelse schrijver en dichter Algernon Charles Swinburne werd geboren op 5 april 1837 in Londen. Zie ook mijn blog van 5 april 2007 en ook mijn blog van 5 april 2008 en ook mijn blog van 5 april 2009 en ook mijn blog van 5 april 2010.
William Shakespeare
Not if men’s tongues and angels’ all in one
Spake, might the word be said that might speak thee.
Streams, winds, woods, flowers, fields, mountains, yea, the sea,
What power is in them all to praise the sun?
His praise is this–he can be praised of none.
Man, woman, child, praise God for him; but he
Exults not to be worshiped, but to be.
He is; and, being, beholds his work well done.
All joy, all glory, all sorrow, all strength, all mirth,
Are his; without him, day were night on earth.
Time knows not his from time’s own period.
All lutes, all harps, all viols, all flutes, all lyres,
Fall dumb before him ere one string suspires.
All stars are angels; but the sun is God.
Cor Cordium
O heart of hearts, the chalice of love’s fire,
Hid round with flowers and all the bounty of bloom;
O wonderful and perfect heart, for whom
The lyrist liberty made life a lyre;
O heavenly heart, at whose most dear desire
Dead love, living and singing, cleft his tomb,
And with him risen and regent in death’s room
All day thy choral pulses rang full choir;
O heart whose beating blood was running song,
O sole thing sweeter than thine own songs were,
Help us for thy free love’s sake to be free,
True for thy truth’s sake, for thy strength’s sake strong,
Till very liberty make clean and fair
The nursing earth as the sepulchral sea.
Algernon Swinburne (5 april 1837 – 10 april 1909)
De Servische dichter en schrijver Bora Ćosić werd geboren op 5 april 1932 in Zagreb. Zie ook mijn blog van 5 april 2007 en ook mijn blog van 5 april 2008 en ook mijn blog van 5 april 2010.
Uit: Das barocke Auge
„… Diese ganze Allee der modellierten Basiliken und Paläste ist für mich ein Gedichtband, dessen einzelne Nummern in erhabener Muße und ohne Neurose angefertigt wurden, wie auch unser Opa sein slawonisches Häuschen gebaut hatte, das bis in meine Tage überlebt hat. Das Häuschen erinnert mich jetzt an eine virtuelle Möglichkeit des Lebens im Kleinen, das es in der Menge der kosmischen Verdrehungen und Umkehrungen auch geben könnte. Es steht nirgends geschreiben, dass die Dimenseionen unserer Körper, und dementsprechend der Häuser, in denen diese Körper hausen, jener planetarische Standard sind, der einzig richtige und erwartete. Vielleicht sind unsere Maße gar nicht die richtigen, und vielleicht sind wir eigentlich viel winziger, als wir denken, und die Modelle, ob kirchlich oder nicht, hätten uns dabei eine wertvolle Warnung sein können. Unsere Dimensionen sind zu stark betont und ungerecht forciert, und der Modellmeister, der seine Basilika kleiner baut als er selbst ist, denkt vielleicht daran. … „
Die authentische Stimme
vergeblich fließt lau
ein Johann Strauß
aus meinem elektronischen Quell
dort unten werden keine Walzer gespielt
ein ganzes Zeitalter verbrachte ich ohne LYrik
ach wie mir mein neues Handwerk fließt
seitdem Tote durch mein Zimmer gehen
Bora Ćosić (Zagreb, 5 april 1932)
Zie voor nog meer schrijvers van de 5e april ook mijn vorige blog van vandaag.