Bij Carnaval
Uitbundig carnavalsfeest – jaren ’60 door Kees Bastiaans
Immer wieder Fasching
Wenn der Fasching kommt, wird viel verboten.
Aber manches wird auch andrerseits erlaubt.
Dann wird nicht nur Dienstboten,
Nein auch Fürstenhäusern entstammten
Damen oder Frauen von Beamten
Die Unschuld geraubt.
Jeder lässt was springen.
Viel ist los.
Und vor allen Dingen
Beine und Popos.
Wenn sich Masken noch einmal verhüllen
Mit Phantastik, Seide, Samt und Tüllen,
Zeigt sich sehr viel Fleisch und sehr viel Schoß.
Dass wir, eh‘ wir heimwärtsschwanken,
Unsern steifen Hut zerknüllen
Im Gedanken:
Hätten wir die Hälfte bloß!
Also brechen wir auf!
Ach nein, bleiben wir noch,
Bis an ein Loch.
Schließlich löst sich alles doch
In Papier auf.
Man vertrollt sich lärmlich,
Wendet sich erbärmlich,
Jedermann ein abgesetzter Held.
Draußen Sturm. Es hetzen
Über Dächer kalte Wolkenfetzen
Unterm Mond. Wir setzen
Uns ins Auto, fröstelnd vor dem letzten Geld.
De Vlaamse dichter, essayist, journalist en tijdschriftuitgever Herman de Coninck werd geboren in Mechelen op 21 februari 1944. Zie ook alle tags voor Herman de Coninck op dit blog.
Pull
Onlangs vond ik de zwarte pull terug waarin ik, zeer groen,
mijn existentialistische jeugd heb doorgebracht:
zwarte pulls waarin we niet goed wisten wat te doen,
wat door Sartre met zeer chique namen werd bedacht.
We zagen toen zwart-witfilms waarin zowat alles
zwart was, op de ondertitels na. In het Ritz
zaten we avond aan avond in de stalles
om toch maar niets te missen van het Niets.
Of we luisterden in een of ander keldergewelf
naar jazz die net zoals wijzelf
en even lui-omslachtig, niet wist waarnaartoe.
Dat was improviseren geblazen, zij het op trompet. En hoe.
water. soms loopt het rechtdoor
water. soms loopt het rechtdoor
als een ideologie, een vastberaden stoet
van stilte, naar de zee,
de grote internationale
waar alle water zijn overtuiging haalt
(om desnoods dijken te breken.)
soms hangt er nevel over:
dromend water; het droomt dat het zweeft
en dan zweeft het. en later, oud geworden,
trekt het zich terug in een vijver
met een rijk innerlijk leven.
water. alle schijn draagt het met zich mee
en blijft zichzelf, altijd anders
en altijd water.
De lenige liefde
1.
zetelend. zetelend in de macht
van zijn dikke lichaam: de gele boeddha,
de zon.
nauwelijkse wind sluipt als onderdanen
rond zijn troon, maar
hij waait ze weg, hij wil eten:
grote velden liggen en dampen
als schotels vol hitte.
wat een verschil met de meisjes
waarmee ik in het lage gras
pralines eet, en in het hoge gras
diminutiefjes:
hun hoge stemmetjes
als puntjes op de i,
hun schichtige lachjes
als reeën in een woud van humor.
zoveel sneller dan liefde
is hun sympathie.
De Engelse dichter, essayist en criticus Wystan Hugh Auden werd geboren in York op 21 februari 1907. Zie ook alle tags voor Wystan Hugh Auden op dit blog.
Schoolkinderen
Elke vorm van gevangenschap hier, de cellen zijn net zo echt,
maar zij lijken niets op gevangenen die wij kennen,
die woedend zijn of verkommeren of met grappen berusten
of de hele boel de wereld uit wensen.
Want zij protesteren zo weinig, zo bijna tevreden
met het stomme spel van honden, met likken en rennen;
zo sterk zijn de tralies van liefde, hun samenzweren
is zwak als dronkemanseden.
Hun vreemdheid maakt het zelfs moeilijk om naar ze te kijken:
de veroordeelden zien alleen de bedrieglijke engelen
van een visioen, zo moeiteloos komt hun glimlach;
het beest van de roeping is bang.
Maar zie ze in ’t licht van ons tijdsbesef, onze maat,
hun bijna geslachtsloze, enigszins lompe volmaaktheid;
want ze hebben een sexe, de stukke veter is echt stuk:
onwaar de droom van de professor.
Maar de tirannie is zo simpel. Een ongepast woord
op een fontein gekalkt, is dat al hun rebelsheid?
Een storm van tranen in een hoekje vergoten, is dat
van een nieuw leven het zaad?
Vertaald door Peter Verstegen
Zie voor nog meer schrijvers van de 21e februari ook mijn blog van 21 februari 2019 en ook mijn blog van 21 februari 2016 deel 2.