J. Bernlef, Chris de Stoop, Edward St Aubyn, Yukio Mishima, Anchee Min, Martin Auer

De Nederlandse schrijver en dichter J. Bernlef werd geboren op 14 januari 1937 in Sint Pancras. Zie ook alle tags voor J. Bernlef op dit blog.

 

Aan het eind van een vorige eeuw

Er staat een rijtuig gereed op een binnenplaats
onder een zonnewering.
Voor mij of voor een ander.
Een ander stapte voor alle zekerheid vast in.
Ik weet nog niet of ik vertrekken zal
of hier moet blijven,
deuren open houden moet voor gasten uit het niets.

Alsof er iemand let op mij
achter de gordijnen.

 

Vriendinnen

Zij schildert alles wit
samen met een vriendin
zij schilderen alle kamers
op ladders staande wit

In jurken van jaren geleden
verven zij de vlekken weg
trekken naast elkaar verbeten
hun kaarsrechte banen

Als zij klaar zijn (ook wit)
kijken zij naar de nu weer
smetteloze muren en dan
aarzelend pas naar elkaar.

Is het berusting, is het vermoeidheid
handen op elkaars schouders, dat zij
daar zo roerloos blijven staan, als
waren zij nooit meer uit hun baan te drijven

Onaantastbaar, de strijd tegen ’t bederf
met verf gewonnen, glorieus
in witgevlekte jurken beginnen zij – twee meisjes
langzaam te dansen met elkaar.

 

Sterven

Als je dicht genaderd bent
en denkt het is mij best,
ik heb het wel gezien en er
is niemand aan wie ik nog hecht,

laat nu maar, heer, uw knecht
met een lichaam dat
leger wordt en een
steeds meer gevuld met dromen
laat zachtjes en onvernomen –

dan kun je het wel vergeten.
Het moet nog uit je zweten.

 

 
J. Bernlef (14 januari 1937 – 29 oktober 2012)
In 1968

 

De Vlaamse schrijver en journalist Chris De Stoop werd geboren op 14 januari 1958 in Sint-Gillis-Waas. Zie ook alle tags voor Chris de Stoop op dit blog.

Uit: Dit is mijn hof

“Daar staan we dan, mijn broer en ik, laat in de middag, diep in de modder, blauw van de kou, te roepen naar de koeien, ‘kom, kom, kom’, terwijl achter ons opeens kogels tegen het dak van de stal ketsen.
lnstinctmatig duiken we ineen en kijken rond. Verzopen velden en weilanden strekken zieh voor ons uit tot aan de horizon, met overvolle grachten eromheen. Het enige ongewone dat we zien is een bulldozer aan de overkant van de wei achter de omheining.
De oudere koeien laten zieh gewillig bijeendrijven. Ze luisteren nog naar roepnamen als Stampvoet, Steekhoorn of Wittekop en hebben al eerder een winter in de warme stal meegemaakt. Ze plonzen gezapig door het hek naar het erf, voorbij de lange, verse maiskuil, waarvan de bitterzoete geur als natte damp in de lucht hangt. Ze waggelen, draaiend met hun dikke konten, grommend van genoegen, blindelings naar de stal, recht naar de ruif om hooi te eten.
De zeven jonge vaarzen, met hun nog blinkende oranje chips in hun oren, willen echter met geen stokslagen naar het hek, waardoor ze pas in september voor het eerst in de wei zijn gekomen, samen met de springstier. We jagen ze armenzwaaiend op, roepen en tieren, glijden uit en worden drijfnat. Op het laatste moment draaien ze zieh telkens om en stormen rakelings langs ons. Luid loeiend vliegen ze alle kanten uit. En omdat het al sinds onze kinderjaren een uitgemaakte zaak is dat ik de snelste ben en mijn broer de sterkste, is het altijd aan mij om erachteraan te rennen.
De wind wakkert aan, ik spring op de graspollen aan de zijkant van een plas, verlies mijn evenwicht en val languit in het slijk. Uitgeteld kijk ik een halve minuut naar de grote vlakken grijs en zwart die boven me over elkaar schuiven. Hoe vaak hebben we dit al samen gedaan? Ik vond het altijd geweldig om met mijn broer de kudde in en uit de stal te laten.
In ruil daarvoor krijg ik om de paar jaar een aehterkwartier mee naar huis. Niet van de beste koe, die te veel geld waard is, maar van de slechtste.”

 

 
Chris De Stoop (Sint-Gillis-Waas, 14 januari 1958)

 

De Britse schrijver en journalist Edward St Aubyn werd geboren op 14 januari 1960 in Cornwall. Zie ook alle tags voor Edward St Aubyn op dit blog.

Uit: Lost For Words

« Malcolm’s doubts were not confined to Hampshire. Elysian was a highly innovative but controversial agricultural company. It numbered among its products some of the world’s most radical herbicides and pesticides, and was a leader in the field of genetically modified crops, crossing wheat with Arctic cod to make it frost resistant, or lemons with bullet ants to give them extra zest. Their Giraffe carrots had been a great help to the busy housewife, freeing her to peel a single carrot for Sunday lunch instead of a whole bunch or bag.
Nevertheless, environmentalists had attacked one Elysian product after another, claiming that it caused cancer, disrupted the food chain, destroyed bee populations, or turned cattle into cannibals. As the noose of British, European and American legislation closed around it, the company had to face the challenge of finding new markets in the less hysterically regulated countries of Africa, Asia and Latin America. That was where the Foreign Office, liaising with Trade and Industry, had stepped in with their combined expertise in exports and diplomacy. The latter had come very much to the fore after some regrettable suicides among Indian farmers, whose crops had failed when they were sold Cod wheat, designed to withstand the icy rigours of Canada and Norway rather than the glowing anvil of the Indian Plain. Although the company disclaimed any responsibility, an unusually generous consignment of Salamander wheat proved such a success that Elysian was able to use a shot of the gratefully waving villagers, their colourful clothing pressed to their elegantly thin bodies by the billows of a departing helicopter, in one of its advertising campaigns.
Elysian’s weaponized agricultural agents had come to Malcolm’s attention when he was asked to sit on the Government committee responsible for the ‘Checkout List’. Aerially dispersed, Checkout caused any vegetation on the ground to burst immediately into flame, forcing enemy soldiers into open country where they could be destroyed by more conventional means. Debates about the Checkout List had of course remained secret, and from the general public’s point of view, Elysian’s name continued to be associated almost entirely with its literary prize.”

 

 
Edward St Aubyn (Cornwall, 14 januari 1960)

 

De Japanse schrijver Yukio Mishima werd geboren op 14 januari 1925 in Tokyo. Zie ook ook alle tags voor Yukio Mishima op dit blog.

Uit: Runaway Horses (Vertaald door Michael Gallagher)

“How oddly situated a man is apt to find himself at age thirty-eight! His youth belongs to the distant past. Yet the period of memory beginning with the end of youth and extending to the present has left him not a single vivid impression. And therefore he persists in feeling that nothing more than a fragile barrier separates him from his youth. He is forever hearing with the utmost clarity the sounds of this neighboring domain, but there is no way to penetrate the barrier.
Honda felt that his youth had ended with the death of Kiyoaki Matsugae. At that moment something real within him, something that had burned with a vibrant brilliance, suddenly ceased to be.
Now, late at night, when Honda grew weary of his legal drafts, he would pick up the dream journal that Kiyoaki had left him and turn over its pages.
(…)

Since then eighteen years had passed. The border between dream and memory had grown indistinct in Honda’s mind. Because the words contained in this journal, his only souvenir of his friend, had been traced there by Kiyoaki’s own hand, it had profound significance for Honda. These dreams, left like a handful of gold dust in a winnowing pan, were charged with wonder.
As time went by, the dreams and the reality took on equal worth among Honda’s diverse memories. What had actually occurred was in the process of merging with what could have occurred. As reality rapidly gave way to dreams, the past seemed very much like the future.
When he was young, there had been only one reality, and the future had seemed to stretch before him, swelling with immense possibilities. But as he grew older, reality seemed to take many forms, and it was the past that seemed refracted into innumerable possibilities. Since each of these was linked with its own reality, the line distinguishing dream and reality became all the more obscure. His memories were in constant flux, and had taken on the aspect of a dream.”

 

 
Yukio Mishima (14 januari 1925 – 25 november 1970)

 

De Chinese schrijfster Anchee Min werd geboren in Shanghai op 14 januari 1957. Zie ook alle tags voor Anchee Min op dit blog.

Uit: Red Azalea

“As I understood it, my parents were doing work that was saving the world. Every evening I would pick up the children and fight with the kids on the block all the way home. It was like eating a regular meal that I got a purple cheek or a bloody nose. It did not bother me too much. Although I was scared of crossing at traffic lights and dark alleys, I learned to not show my fear, because I had to be a model for the children, to show them what bravery meant. After I arranged for the children to play by themselves in the living room, I went to set up the stove to cook dinner. It always took me a long time to light the stove, because I did not understand that wood and coals needed air to burn. I stuffed the stove as I sang songs of Mao quotations. One time, when I tried many times and the stove would not light, I lost my patience. I went out to play, thinking that the stove was not burning. Then a kid came and told me that there was smoke coming out of our house window. This happened three times.I tried to put the children to sleep while the sky was still bright. The children’s little feet kicked the cotton blankets and made new holes over the old. The blankets soon became rags. When the room quieted down, I would lean on the windowsill staring at the entrance to the lane, waiting for my parents to appear. I watched the sky turn deep blue, Venus rising, and I would fall asleep by the window.In 1967, when I was ten years old, we moved. It was because our downstairs neighbor accused us of having a bigger space than they had. They said, How can a family of six occupy four rooms while a family of eleven has only one? The revolution is about fairness. They came up with chamber pots and poured shit on our blankets. There were no police. The police station was called a revisionist mechanism and had been shut down by the revolutionaries. The Red Guards had begun looting houses. No one answered our call for help. The neighbors just watched.The downstairs neighbor kept bothering us. We cleaned the shit night after night, swallowed insults in meek submission. The downstairs family became uncontrollable. They threatened to harm us children when our parents were not at home. They said their second daughter had a history of mental illness. Therefore, they could not be responsible for what she was going to do. The second daughter came up and showed me an ax that she had just sharpened.”

 

 
Anchee Min (Shanghai, 14 januari 1957)

 

De Oostenrijkse dichter en schrijver, musicus en cabaretier Martin Auer werd geboren op 14 januari 1951 in Wenen. Zie ook alle tags voor Martin Auer op dit blog.

 

Über die Erde

Über die Erde
sollst du barfuß gehen.
Zieh die Schuhe aus,
Schuhe machen dich blind.
Du kannst doch den Weg
mit deinen Zehen sehen,
das Wasser,
den Wind.

Sollst mit deinen Sohlen
die Steine berühren,
mit ganz nackter Haut.
Dann wirst du bald spüren,
daß dir die Erde vertraut.

Spür das nasse Gras
unter deinen Füßen
und den trockenen Staub.
Laß dir vom Moos
die Sohlen streicheln und küssen
und fühl
das Knistern im Laub.

Steig hinein,
steig hinein in den Bach
und lauf aufwärts
dem Wasser entgegen.
Halt dein Gesicht
unter den Wasserfall.
Und dann sollst du dich
in die Sonne legen.

Leg deine Wange an die Erde,
riech ihren Duft und spür,
wie aufsteigt aus ihr
eine ganz große Ruh’.
Und dann ist die Erde
ganz nah bei dir,
und du weißt:
Du bist ein Teil von Allem
und gehörst dazu.

 

 
Martin Auer (Wenen, 14 januari 1951)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e januari ook mijn twee vorige blogs van vandaag.