De Nederlandse dichter J. C. Bloem werd geboren op 10 mei 1887 in Oudshoorn. Zie ook mijn blog van 10 mei 2010 en eveneens alle tags voor J. C. Bloem op dit blog.
Rondeel
De korte liefde en ’t lange lijden,
Het wordt een ding, dat men vergeet.
Herdenkt men ’t nog, dan zegt men: ‘k weet,
Het was destijds niet te vermijden.
Benijdt men soms de niet-bevrijden
Tot deze afwezigheid van leed?
Toch, korte liefde en langer lijden,
Het wordt een ding dat men vergeet.
’s Verleden levens koud en heet
Voelt men zich in de loop der tijden
Vanzelf gelijk het uur ontglijden.
O jeugd, was ’t dit waarom men kreet?
Men wordt een ding en men vergeet.
Herfst
Van ’t najaar keren weer de schone dagen –
Van het hoeveelste? en hoeveel malen nog?
Tot het ontrijzen aan zijn nederlagen
Lokt den verslagene zijn zoet bedrog.
Dit is de tijd, dat men zou moeten lopen,
Gerooide velden langs of door een laan,
Aan ’t eind waarvan een vergezicht gaat open
Op herfstland en een edeler bestaan.
En, thuisgekeerd, bij een vroeg vuur gezeten,
Den avond rekken met een schaarse kout,
Een enkel woord over de diepst-geweten
Bewogenheden, die het hart behoudt.
Of in de stad, voor licht-beslagen ruiten,
Terwijl een dunne mist de grijze gracht
Befloerst, te zien, hoe ’t schemerende buiten
Geleidelijk teloor gaat in den nacht.
De nacht, die naderkomt, duister en heerlijk,
En even heul brengt voor de levenspijn
In de armen van het hier alleen begeerlijk
Geluk: bemind en niet gekend te zijn.
In stede: Dag. Een gemelijk ontwaken
In de slagschaduw der toekomstige plicht,
In slaafse haast zich wreevlig op te maken
Naar geestloze arbeid, wrokkende verricht.
Avond. De gang terug. Vermoeid, versmeten,
Voor elke daad te ledig, onbemind,
Den slaap te zoeken in dit ene weten:
Dat morgen ’t eeuwig eendre herbegint.
Zo is het dag na dagen. Om der wille
Van wat? Van enkle verzen, die vergaan?
En de herfsthemel straalt, waar grote stille
Wolken verheven en doorschenen staan.
De Vlaamse dichter en schrijver Herman Leenders werd geboren te Brugge op 10 mei 1960. Zie ook mijn blog van 10 mei 2010 en eveneens alle tags voor Herman Leenders op dit blog.
Stijl
De vaas bleef bewaard
sierlijk en versierd, honderden jaren,
niet voor de bloemen of het water.
De kast niet voor het hout noch voor de inhoud.
De schaal niet voor het fruit
en het kasteel niet om in te wonen.
Evenmin als er van jou iets
overblijft in deze woorden.
De kikkerkoning
Gaat als een mes onder mijn vel. Vilt mij
bevend. Blaast als een balg in mijn mond.
Spartelt als een kikvors in mijn water:
zijn schoolslag van de liefde, mijn prins die kwaakt.
Snakt als een drenkeling naar adem.
Hapt als een vis. Slaat en ontglipt
mij. Glijdt verzadigd tussen het lis.
Valt er over zijn ogen een vlies
terwijl ik kuit schiet.
De Vlaamse dichter en schrijver Didi de Paris werd geboren op 10 mei 1957 in Leuven. Zie ook mijn blog van 10 mei 2010.
Uit: Zilch
„Het verdronken jongetje… Zo sta jij in mijn geest gegrift. Het is de titel van één van je teksten – geen verhalen, gewoon korte en absurde teksten waarvoor het leven zelf model heeft gestaan. Je noemde het “Paraproza”. Waarvoor staat “para”? Voor “paranoia”? Burroughs omschreef de paranoïde als iemand die goed geïnformeerd was. Twee andere jeugdhelden van jou, Willem Frederik Hermans en Marquis de Sade, hadden het je ook al diets gemaakt: het universum ís sadistisch. Of een beschuldigde op het moment van de moord zich al dan niet op een totaal andere plaats bevindt is bijzaak. Freud had immers ook de mond vol over Real Nichtigkeiten. En die kreeg toch ook kanker aan zijn bek. Als dat geen bewijs is! In dit heelal kan men alles bewijzen (of ontkennen). Van alle wetenschappelijke wetmatigheden binnen de constant veranderende kosmos is logica nog het minst standvastig. Tractatus Logico-Philosophicus is een boek waar men vandaag graag zijn gat mee afveegt. Wittgenstein was een stom konijn. Ontsnapt uit Lewis Caroll. Het heelal is een sprookje van Grimm: zinloos en wreed.
Het jongetje blijkt niet dood te zijn… Zelfs dat doet er niet toe! Laat ze maar eens bewijzen, slachtoffer en dader, dat ze geen jongetjes zijn met geheugenverlies, of waanzinnig, of zonder identiteit. Vergetelheid, gekte, persoonlijkheidsverlies, het zijn constanten in je werk. Heel je oeuvre draait om angst, zoals een kwaadaardige planeet rond zijn as.”
De Duitse schrijfster Petra Hammesfahr werd geboren in Immerrath op 10 mei 1951. Zie ook mijn blog van 10 mei 2008 en ook mijn blog van 10 mei 2009 en ook mijn blog van 10 mei 2010.
Uit: Der Frauenjäger
„Es war die Schuld seiner Mutter, einzig und allein ihre Schuld, daran gab es nichts zu rütteln. Sie hatte ihm schon früh diesen Abscheu eingeimpft, aus dem später Verachtung und irgendwann Hass geworden waren. Abgrundtiefer Hass auf alle Weiber, die so waren wie sie.
Wenn er aus der Schule kam, so mit elf, zwölf Jahren, hatte sie ihm oft im Morgenmantel die Haustür geöffnet. Manchmal trug sie gar nichts darunter, manchmal Unterwäsche, die diesen Ausdruck nicht verdiente. Das Makeup in ihrem Gesicht war zerlaufen, der Lippenstift verschmiert.
Und sie, ihr Bett, das ganze Schlafzimmer stank nach Kerl, war erfüllt von den Ausdünstungen zweier Körper, die das miteinander getrieben hatten, was sie als «guten Sex» bezeichnete.
Mit seinem Vater hatte sie nie guten Sex gehabt, nur ehelichen Beischlaf. «Den Unterschied wirst du hoffentlich feststellen, wenn du älter bist, Schätzchen», sagte sie einmal zu ihm. Da war er dreizehn oder vierzehn und hasste es, wenn sie ihn Schätzchen nannte. Ihn schüttelte der Ekel, wenn sie ihm das Gesicht mit dem schweißfleckigen Make-up hinhielt, die verschmierten Lippen spitzte und fragte: «Was denn, kriege ich heute keinen Kuss?»
Sie küsste ihn grundsätzlich auf den Mund. Und mit dreizehn, vierzehn wusste er längst, dass sie kurz vorher den Schwanz von irgendeinem Kerl gelutscht hatte.“
De Duitse dichter en schrijver Ralf Rothmann werd op 10 mei 1953 geboren in Schleswig. Zie ook mijn blog van 10 mei 2008 en ook mijn blog van 10 mei 2009 en ook mijn blog van 10 mei 2010.
Uit: Ein Winter unter Hirschen
„Carl winkte ab. Er hatte alles gesichert und stellte den Fernseher an. In Paris, und nicht nur dort, flogen Brocken durch die Luft, doch er lachte, klopfte mit der Hand auf das Sofapolster. Ich blieb stehen. Eine ganze Veranda schrammte über die Champs-Elysees, wie ein Schiff aus Plexiglas; kleine gelbe Aschenbecher rollten ihr voraus. Dann fiel eine Platane um, mitten auf die menschenleere Straße, alles splitterte, und die Äste ragten wie Arme durch die Fenster der Wagen.
Bei uns hatte es in der Nacht geschneit. Am Morgen war der Waldrand weiß gewesen, dann fegte Wind die Tannen frei, und von dem abschüssigen Feld vorm Haus stiegen Schneewirbel auf, immer wieder. Seltsame Formen oft, wie Menschen in langen Mänteln. Die Spanplatten, mit denen Carl den Wintergarten verkleidet hatte, rappelten gegen die Rahmen, ein knöchernes Geräusch, das nicht nur mir auf die Nerven ging. Fips, sein Jagdteckel, verkroch sich unter Angelas Bett, und ich sagte: »Vielleicht solltest du die Drähte fester ziehen?«
Doch Carl starrte auf die Trümmer im Fernsehen, trank einen Schnaps und antwortete nicht. Obwohl ich einen Pullover trug, zog ich noch eine Wolljacke an, ging von einem Fenster zum anderen und merkte zu spät, daß ich mir schon wieder die Nagelhaut blutig geknibbelt hatte. Ich versuchte gerade, mit dem Rauchen aufzuhören. Es wurde mir einfach zu teuer.“
De Amerikaanse toneelschrijver Jeremy Gable werd geboren op 10 mei 1982 in Lakenheath, Suffolk, in Engeland. Zie ook mijn blog van 10 mei 2009 en ook mijn blog van 10 mei 2010.
Uit: FOR TWEET’S SAKE (Recensie door J. Cooper Robb van “The 15th Line”)
“Gable was inspired to create an online work after experiencing the Broadway musical Next To Normal’s inventive Twitter story. “I realized that Twitter is so simple in its design that you could follow multiple people all from one page, and it wouldn’t feel inauthentic,” says Gable.
Gable has penned six full-length works, but says the process of creating a social-network performance differs dramatically. “When writing for the stage, the audience makes the conscious choice to surrender a few hours of their time, and so they’re more patient with the story. With Twitter, the play is happening in the midst of the audience’s lives, so each day needs to be memorable. In 140 [Gable’s first Twitter play] I wasn’t mindful of how much time I was asking the audience to invest in the story. This time, I’ve learned to spread the action out more evenly. If I’m going to ask an audience to follow these characters for two months, it needs to be a compelling two months.”
Zie voor nog meer schrijvers van de 10e mei ook mijn vorige blog van vandaag en eveneens mijn eerste blog van vandaag.