De Nederlandse dichter J. C. Bloem werd geboren op 10 mei 1887 in Oudshoorn. Zie ook alle tags voor J. C. Bloem op dit blog.
Hart en wereld
De nieuwe huizen aan de nieuwe straten,
Beprezen door de dwaze of veile schaar –
De drom der immer naamloozer gelaten,
Wars evenzeer van vreugde als van gevaar –
Vanzelve wendt het hart, vol troostloos weten,
Zich van een leven af, dat bidt noch vloekt,
Als ’t met de onfeilbare aandrift der magneten
De streek van zijn verteederingen zoekt.
Het werd niet ouder, het is trouw gebleven
Aan alles waar zijn jeugd zich in verzweeg:
Een stadsplantsoen, waar hart en schaduw beven,
Het nauwe duister van een lauwe steeg.
Nochtans weet het: ook dit is ouder worden:
’t Leven te schouwen met ontgoocheld oog,
Vermoeid, omdat veel herfsten al verdorden,
Maar dat geen dood in schijn van bloei bedroog.
De Stem der Steden
Wanneer de late herfststorm in de steden
Zijn donkere verschrikkingen begint,
En de arme menschen sidderen beneden
De teistrende aanvlucht van den barren wind;
Dan is ’t één krampen van geschonden leven,
Dat strijdt, wanhopig, en toch ondergaat,
Terwijl de menschen loopen als gedreven
Door de geboden van een wilden haat.
Hij jaagt hen uit, de storm, waar ’t licht der straten
Nog killer is dan zijn ontboeid geweld.
Hij boet zijn lust aan allen die, verlaten
Van vreugde, dwalen moede en onverzeld.
Soms striemt zijn geesel wel twee hopeloozen
Te zamen, waar een schaduw veilig schijnt
Voor hen, die boven ’t ijdel woelen kozen
De teederheid, die week maakt en verreint.
Doch ook dit laat hen ledig en zij scheiden.
In droefheid eindigt wat in hoop begon,
En voor zich uit zien zij het lange lijden,
De dorre dagen en de nieuwe zon.
Zij sleepen moeizaam door de zware nachten
Al wat hun hart verbeidt, hun droom belijdt –
Zij, de berooiden, die in ’t donker wachten
Op ’t flitsen der beloofde zaligheid.
Zij gaan: ontelbre huiverende stoeten,
Door de onafwendbaarheid des doods gemaand,
Wier luide woorden en gelach begroeten
’t Geluk, het heil dat elk bij de’ ander waant.
Maar diep in ’t hart heeft ieder meegedragen
Den weerklank van een hemelwijd accoord,
Dat meeruischt met de langgerekte vlagen;
Een stem begon, zwol aan en is verhoord:
De groote stem der luidbevolkte steden,
Die spreekt van meer dan vreugde en meer dan leed
Tot hem, in wien zich ’t leven gaat verbreeden,
En die om grooter droom zichzelf vergeet.
En ik beken mij een van deze menschen,
Van dit geslacht, dat doolt en lacht en lijdt,
Geknot, vernederd in zijn liefste wenschen,
En toch zoo brandende van zaligheid.
De Amerikaanse dichteres en performster Jayne Cortez werd geboren op 10 mei 1936 in Fort Huachuca, Arizona. Zie ook alle tags voor Jayne Cortez op dit blog.
De onderdrukkers
Kunst
wat geven de kunst
onderdrukkers
om kunst
ze springen op de kar
wentelen zich in persclips
en laten de planeet stinken
met hun
pornografische onderdrukking
Kunst
wat geven zij om kunst
zij vormen zich om van
hedendaagse babykussers
tot corrupte politici van vroeger
tot zelfbenoemde censuurgriffiers
die kunst niet zullen steunen
maar oorlog zullen steunen
armoede
longkanker
racisme
kolonialisme
en giftig slib
dat is hun moraal
dat is hun religieuze overtuiging
dat is hun bescherming van het publiek
& bijdrage aan familie-entertainment
wat geven zij om kunst
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 10e mei ook mijn blog van 10 mei 2020 en eveneens mijn blog van 10 mei 2019 en ook mijn blog van 10 mei 2018 deel 2 en eveneens deel 3.