De Nederlandse dichter en schrijver Jacobus Cornelis (Jaap) Harten werd geboren in Blaricum op 22 september 1930. Zie ook alle tags voor Jaap Harten op dit blog.
De dichter en de vogels
Le jardin reste ouvert pour ceux qui l’ont aimé
Jacques Prévert
Waar en in welk land hij komt
Haastig stromend of rustend
Onder kristallen maan
Onder een tuniek van wolken
Waar en in welk land hij komt
Hij vindt de tuin steeds geopend
Kloppend en warm als zijn keel
Waar woorden nog klein en onrijp
En lichter dan lichter van licht
Open smelten en dicht
De tuin echter is steeds geopend
Als een boek op de bekende bladzij
Hij wandelt daar met meeuw en merel
Over het gras af en aan
Waarom in de hand één vogel
Liever dan tien in de lucht
Denkt hij terwijl over hem
Vlakbij uit open schemer
Zij klapwieken en weer keren
Thuiskomen maar ook vertrekken
Uit het warme nest van zijn hand
Terwijl hij ademt en wacht
In de helderheid der seizoenen
Winter zijn alfabet
Zomer zijn huis en zijn tuinen
Terwijl hij wacht het gedicht
En de engel – met één oogopslag
Uit de droom en oorsprong van leven
Jeugd
I
Iedere nacht waren wij weer
pitten in hun donkere bolster.
Wij sliepen in een andere wereld
die toch de onze was, die ons
schrik aanjoeg en vervoerde
omdat de tijd er dooreen lag
als de stukken van een nog
te monteren film.
Wij gingen op jacht
tussen gisteren en morgen
en vonden een doos met oude middagen,
lege ruimte van jaren geleden
die een duidelijker taal sprak
dan wij toen beseften. Wij slopen
in het observatorium van de nacht
halverwege tussen sterren en de aardas.
Hercules en het goud van de leeuw
leefden tot aan de vonk van de ochtend
achter ons netvlies een eigen leven.
Maar dan kwamen bekende geluiden
uit de jongste uren van de dag
kriebelen onder de helm die onze
slaap nog dekte en werden de
heilige schilden omgewisseld.
Waarom vochten wij door in de dag?
Waarom opstandigheid en woede tegen
ouders die ons geen strobreed
in de weg legden? Of vermoedden
wij toch dat zij het zilveren
zwaard bezaten dat de jeugd
kapt? Wij wilden onbereikbaar
zijn in de gangen van ons bloed.
Wij wilden grensloos zijn, wolk
weiland of een hand vol rook.
Wij waren misschien vreemde katten
in het pakhuis van onze school, maar
hadden spieren om tegen de stroom
op te roeien, sproeten van licht,
wij hadden de snelle schuld van
een rover en de felle, grage
blik van een judasbloem.
De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog.
Pratend tegen mezelf
In de meeldauw van de ouderdom
lopen alle trottoirs bergopwaarts
langzaam langzaam
richting een uitgang.
Het is laat en het licht laat toe
dat de donkerste schaduw eruit voortkomt.
Heb moed, roept de buiksprekervogel
(een kleine god is hij, taalcensor)
denk aan de eenvoudige Hardy en dandy Yeats
in hun geïnspireerde wijze kindsheid.
Ik, oude man, in mijn nieuwe verlegenheid,
bedenk hoe ik, losbandig, tijd verspilde
– dat gapende uitstellen op regenachtige dagen,
die papieren hoedje-uren van goedaardige frivoliteit.
Nu verspilt de Tijd mij en is er nauwelijks tijd
zich druk maken om meer vasculaire spraak.
De esp beeft net als ik
en er zijn veren in de wind.
Snel snel
spreek oude papegaai,
voed ik je niet met mijn leven?
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 22e september ook mijn blog van 22 september 20919 en ook mijn blog van 22 september 2018 deel 1 en deel 2.