De Amerikaanse schrijver James Alan McPherson werd geboren op 16 september 1943 in Savannah, Georgia. Zie ook mijn blog van 16 september 2010 en eveneens alle tags voor James Alan McPherson op dit blog.
Uit:A Region Not Home: Reflections from Exile
“I recall that in 1960, for example, something called the National Defense Student Loan Program went into effect, and I found out that by my agreeing to repay a loan plus some little interest, the federal government would back my enrollment in a small Negro college in Georgia. When I was a freshman at that college, disagreement over a seniority clause between the Hotel & Restaurant Employes and Bartenders Union and the Great Northern Railway Co., in St. Paul, Minn., caused management to begin recruiting temporary summer help. Before I was 19 I was encouraged to move from a segregated Negro college in the South and through that very beautiful part of the country that lies between Chicago and the Pacific Northwest. That year — 1962 — the World’s Fair was in Seattle, and it was a magnificently diverse panorama for a young man to see. Almost every nation on earth was represented in some way, and at the center of the fair was the Space Needle. The theme of the United States exhibit, as I recall, was drawn from Whitman’s “Leaves of Grass”: “Conquering, holding, daring, venturing as we go the unknown ways.”
When I returned to the South, in the midst of all the civil rights activity, I saw a poster advertising a creativewriting contest sponsored by Reader’s Digest and the United Negro College Fund. The first story I wrote was lost; but the second, written in 1965, was awarded first prize by Edward Weeks and his staff at The Atlantic Monthly. That same year I was offered the opportunity to enter Harvard Law School. During my second year at law school, a third-year man named Dave Marston (who was in a contest with Attorney General Griffin Bell [last] year) offered me, through a very conservative white fellow student from Texas, the opportunity to take over his old job as a janitor in one of the apartment buildings in Cambridge. There I had the solitude, and the encouragement, to begin writing seriously. Offering my services in that building was probably the best contract I ever made.
I HAVE NOT recalled all the above to sing my own praises or to evoke the black American version of the Horatio Alger myth. I have recited these facts as a way of indicating the haphazard nature of events during that 10-year period. I am the product of a contractual process. To put it simply, the 1960s were a crazy time. Opportunities seemed to materialize out of thin air; and if you were lucky, if you were in the right place at the right time, certain contractual benefits just naturally accrued. You were assured of a certain status; you could become a doctor, a lawyer, a dentist, an accountant, an engineer. Achieving these things was easy, if you applied yourself.”
James Alan McPherson (Savannah, 16 september 1943)
De Frans-Zwitserse kunstenaar, dichter en schrijver Hans (Jean) Arp werd geboren op 16 september 1886 in Straatsburg. Zie ook mijn blog van 16 september 2010 en eveneens alle tags voor Hans Arp op dit blog.
Die Herzen sind Sterne (Fragment)
Wie schnell vergeht ein Leben
in Gottes lichtem Dunkel.
Kaum ist heute gesagt,
ist morgen schon vergangen.
Und so vergehen die Jahre
mit Spielen, Träumen, Säumen.
Und so vergeht die Zeit,
in der die Blumen schweben.
Wann blühen wir wieder
vereint an Gottes lichtem Strauch?
Wann ruhe ich für immer
in deinem reinen Hauch?
Hans Arp, Human Concretion without Oval Bowl, 1933
Du lächelst,
um nicht zu weinen.
Du lächelst,
als würden lange noch
die guten Tage scheinen.
Deine Flügel glänzten
wie junge Blätter.
Dein Gesicht
war ein weißer Stern.
Seitdem du gestorben bist,
danke ich jedem vergehenden Tag.
Jeder vergangene Tag
bringt mich dir näher.
Hans Arp (16 september 1886 – 7 juni 1966)
Hans Arp Museum Bahnhof Rolandseck in Remagen
De Duitse schrijver Andreas Neumeister werd geboren op 16 september 1959 in Starnberg. Zie ook alle tags voor Andreas Neumeister op dit blog en ook mijn blog van 16 september 2010
Uit: Könnte Köln sein
„Die neue Brücke der Hungerburgbahn über den Inn. Rechts ab. Bergisel Ski Jump. Das Beste an Innsbruck ist nicht das Goldene Dachl. Das Beste an Innsbruck war nicht die gewonnene Schlacht gegen Franzosen und Bayern. Das Beste an Innsbruck ist Frau Hadids neue Sprungschanze. Vier-Schanzen-Tournee: Wegen Zaha Hadids neuer Sprungschanze zum ersten Mal ein echtes Skispringen in Echtzeit am Fernseher verfolgt. Wer hat gewonnen? Zaha Hadid. Schlacht am Bergisel. Wer hat gewonnen? Am besten sieht die Schanze in der Dämmerung aus, wie sie da erleuchtet aus dem finsteren Schlachtwald emporsteigt und als schick behelmter Kopf nach Süden schaut. Den windschnittigen Kopf frisch gewaschen gegen den Wind stemmt. (Föhn, der aus dem Süden ins Tal pfeift)
The Europabruecke (Bridge Europe), located just outside of Innsbruck, a few kilometers north of the Brenner Pass, is a large concrete bridge carrying the six-lane autobahn over the valley of the Sill River. 180 meters tall and 820 meters long, it was celebrated as a masterpiece of engineering upon its completion in 1963
Ingenieursbaukunststück Europabrücke. Irgendein Rekord zu ihrer Zeit. Riesige Spannweite in Beton und Spannstahl gemeistert
Den sanften Schwung der Brennerautobahnbrücken sieht man nicht von der Autobahn. Den sanften Schwung der Brennerautobahnbrücken sieht man am besten von der weit ausholenden Bundesstraße. (Vater hat nie Stahlbrücken gebaut, Vater hat immer nur Spannbetonbrücken gebaut, Vater hat meistens gerade Brücken gebaut)“
Andreas Neumeister (Starnberg, 16 september 1959)
Starnberg
De Nederlandse schrijfster Anna Bosboom – Toussaint werd geboren op 16 september 1912 te Alkmaar. Zie ook alle tags voor Anna Bosboom – Toussaint op dit blog en ook mijn blog van 16 september 2010
Uit:Engelschen te Rome
“Wie lust heeft den loop van dit verhaal te volgen, verplaatse zich in verbeelding binnen Rome, maar Rome in 1587. Ik heb dat woord slechts te uiten en de lezer denkt zich de stad, die tweemaal heerschappij heeft gevoerd over de wereld; eene heerschappij, die zij nog niet heeft opgegeven. De stad, die tweemaal een stoffelijk en een zedelijk overwicht gehad heeft over de volkeren, het Rome der Consuls en der Cesars, door het zwaard en de wet; het Rome der Pausen, door den banbliksem en het kruis; de stad, waarvan de Sibyllijnsche boeken voorspeld hebben, dat zij sterker zijn zoude dan de tijd! Zij ook die profetie valsch, moet Rome den tol betalen, dien zij zelve Karthago heeft afgeëischt, dien Babylonie heeft moeten brengen! Wie toch zoude Vandaal genoeg zijn, om er met koelheid aan te denken, hoe de Zeven-heuvelenstad langzaam in zich zelve verkwijnende, roemloos vergaande onder vermolming en onedel wormgeknaag, onbemerkt zal afnemen onder de stil vernielende beten van den tijd, zooals eene moerassige kust langzaam wegslibt onder de trouwelooze liefkoozingen van den oceaan,zoo onbemerkt zelfs, dat niemand het rechte uur van haren dood zal weten, omdat de wereld sinds lang niet meer aan haar dacht, of haar reeds dood waande, toen ze nog op haar uitterend sterfbed lag. Wie is zoó kond voor de poëzie der geschiedenis, om zich zonder weemoed voor te stellen, dat Rome zou kunnen wegsterven als eene andere stad, die uitgewischt wordt uit de rij der steden, en om niet liever te wenschen. dat haar val een ontzettend verheven, een schrikkelijk grootsch schouwspel mocht zijn, waarop de volkeren met siddering staarden, en waarbij de wereld eenen langen lijkzang aanhief, een val, die de aarde zonde schokken als eene hevige stuiptrekking, opdat hare aspunten het weten konden, dat de wereldstad gevallen was! En waarom zoude zij nog niet eenmaal kunnen opflikkeren tot eenen schijn der vorige schittering, om te eindigen zooals Rome eindigen moet? Terwijl ik met beschouwingen speel, is de lezer misschien reeds op het St. Pietersplein ; hij heeft misschien reeds eene standplaats gekozen, dicht bij de trappen van het Vatikaan, hij ziet de Engelenburg, de St. Pieterskerk, het laatste wonder der bouwkunst, de gedenkteekenen der oudheid, die weder vernieuwd zijn geworden, en wat niet al, dat ik niet beschrijven zal, omdat het reeds duizendmaal beter gedaan is, dan ik het zoude kunnen doen, omdat ieder het weet, en eindelijk ook, omdat ik slechts vertel en niet schilder.”
Anna Bosboom – Toussaint (16 september 1812 – 13 april 1886)
De Finse schrijver en Nobelprijswinnaar Frans Eemil Sillanpää werd geboren in Hämeenkyrö op 16 september 1888. Zie ook alle tags voor Frans Eemil Sillanpää op dit blogen ook mijn blog van 16 september 2006 en mijn blog van 16 september 2010
Uit: Silja ou une brève destinée (Vertaald door Jean-Louis Perret)
« Silja, la belle jeune campagnarde, s’éteignit, une huitaine de jours après la Saint-Jean, alors que l’été rayonnait dans toute sa fraîcheur. Elle eut une fin très convenable, étant donné sa condition. Bien qu’elle ne fût qu’une servante orpheline de père et de mère, et sans autres parents à qui s’adresser, et bien qu’elle dût recourir un temps aux soins d’autrui, elle put se passer de l’assistance publique : ainsi lui fut épargnée cette petite laideur pourtant bien anodine.
(…)
“L’amour commence, malheureusement, toujours par la période la plus délicate, si bien qu’il ne peut que se souiller avec le temps. L’amour d’un homme et d’une femme est un organisme dont les veines et les fibres, une fois rompues, ne peuvent plus se ressouder. Il serait prudent, dès le début, de lui maintenir un aspect rude et brutal, et pour un homme, le plus sage serait de prendre femme au diable vauvert, comme on dit.”
(…)
“Doucement, sans faire grincer la porte, Silja sortait dans la cour où s’attardait le crépuscule printanier. Les touffes fleuries des merisiers sur les rives lointaines et le long des chemins semblaient suspendues dans l’air. Le chant des oiseaux se taisait peu à peu dans le voisinage des maisons ; mais au coeur des forêts éloignées, quelques chanteurs puissants exprimaient par leur longue, longue mélopée le charme profond de la nuit d’été nordique qui les avait attirés d’au-delà les mers et les terres.”
(…)
“L’Etat-Major siégeait dans un nuage de fumée ; les hommes avaient l’air placide de gens qui détiennent la puissance. Ces quelques tenanciers et locataires, dont les ancêtres – et eux-mêmes dans leur jeunesse – avaient trimé une année après l’autre sans espoir de jamais améliorer leur condition, que leur travail eût été accompli paresseusement ou avec énergie, se trouvaient au comble du bonheur de former maintenant un Etat-Major. Ils avaient de la nourriture, du repos, du tabac, de beaux discours. Ils éprouvaient une forte émotion en donnant des ordres à des paysans naguère hautains ; au début, ils en avaient presque le vertige, ils sentaient qu’ils s’étaient engagés sur une voie dont l’aboutissement était des plus incertains. Ce sentiment s’associait aussi aux arrestations de personnes connues qu’on amenait devant eux.”
Frans Eemil Sillanpää (16 september 1888 – 3 juni 1964)
Cover