Jan Křesadlo, Maksim Bahdanovič, Gioconda Belli, Ödön von Horváth, John Milton

Jan Křesadlo was het eerste pseudoniem van de Tsjechische psycholoog, schrijver en dichter Václav Jaroslav Karel Pinkava. Hij werd geboren op 9 december 1926 in Praag. Als anticommunist emigreerde Pinkava met zijn vrouw en vier kinderen naar Groot-Brittannië na de Russische inval in Tsjecho-Slowakije in 1968. Hij werkte als klnisch psycholoog tot zijn vervroegde pensioen in 1982 toen hij voltijds ging schrijven. Zijn eerste roman “Mrchopěvci” (GraveLarks in het Engels)  werd gepubliceerd door de emigrantenuitgeverij  “’68 Publishers” en kreeg in 1984 de Egon Hostovský prijs. Pinkava was gek op pseudoniemen. Zo gebruikte hij onder andere ook Jake Rolands, J.K. Klement (voor zijn vertalingen naar het Ebgels) en Kamil Troud (voor zijn illustraties). Ook hield hij ervan zichzelf moeilijke doelen te stellen. Zo vertaalde hij Jaroslav Seifert’s sonnettencyclus over Praag ‘A Wreath of Sonnets’. Een collectie van zijn eigen poëzie verscheen in zeven talen. Zijn meest verbazingwekkende prestatie is misschien zijn Astronautilía-Hvězdoplavba, een episch science fiction gedicht van 6500 verzen, een soort odyssee in klassiek Grieks, vertaald naar Tsjechische hexameters.

 

Uit: A Wreath of Sonnets (Věnec sonetů)

Prague, that’s a sip of wine with flavour,
a hundred times I say her name,
light as a breath and bright as flame,
and sweeter than a lover’s favour.

Yet, may the alarm sirens, please,
take off their helmets, silent, muted.
They haven’t stopped yet, they have hooted,
the sirens of our consciences.

And if I saw her, broken vessel,
glass splinters scattered far around,
and with her doom I had to wrestle,

her dust inside my mouth would sweeten,
she’s like a seal on what’s been written,
and were she levelled to the ground…

And were she levelled to the ground
and wind and water split their booty,
ashes remaining of her beauty,
and what survived the dread, they’d hound.

She’d live on till the final day,
a tune which in my ear is singing,
and image which the air is bringing,
which floats and never fades away.

If Death again began his tally
of those whom doom and fear surround,
just fifty men left in the alley,

I’d man my post, steadfast, believing,
though I’d be starved and barely living,
if my own home could not be found.

 

Vertaald door Pinkava onder het pseudoniem J.K. Klement

Kresadlo

Jan Křesadlo (9 december 1926 – 13 augustus 1995)

 

De Wit-Russische (Belarussische) dichter, journalist en criticus Maksim Bahdanovič werd geboren op 9 december 1891 in Minsk. In 1892 overleed zijn moeder aan tuberculose en in 1896 verhuisde de familie naar Nizhny Novgorod in Rusland. Maksim schreef toen zijn eerste gedichten in het Wit-Russisch. Hij bezocht het gymnasium en deed in 1905 mee aan de stakingen tijdens de revolutie van 1905. In 1907 verscheen zijn eerste roman:  Muzyka. Nadat hij zijn school had afgemaakt in 1911ging Maksim Bahdanovič Yaroslavl, om te studeren aan het lyceaum.Hij schreef tijdens zijn studie voor kranten en publiceerde diverse literaire werken in zowel Wit-Rusland als Rusland. In 1914 verscheen de gedichtenbundel Vianok in Vilnia. Na voltooiing van zijn studie werkte hij bij het gouvernement van Minsk. In 1917 vertrok hij naar Crimea voor de behandeling van tuberculose. Hij stierf echter nog in hetzelfde jaar in Jalta. Zijn verzamelde werken verschenen voor het eerst in de periode 1991 – 1995. Tegenwoordig bestaan er Bahdanovič musea in Minsk, Hrodna en Yaroslavl. Bahdanovič heeft zich ook verdienstelijk gemaakt als vertaler van o.a. Heinrich Heine, Ovidius en Horatius in het Wit-Russisch.

Venus the Star (also known as “Romance”)

Quand luira cette йtoile un jour,
La plus belle et la plus lointaine,
Dites-lui qu’elle eut mon amour
0 derniers de la race humaine
Sully Prudhomme.

Venus, new-risen above the broad skyline,
Brings with her bright-shining memories of love.
Do you recall, when we met for the first time
Venus new-risen above?

From that time forth, evermore skyward gazing,
Seeking that planet, I’d scan heaven o’er,
Within me, a deep silent love for you blazing,
From that time forth, evermore.

But the time of our parting draws near, ever nearer,
Thus does our fate, does our fortune appear;
Deeply, profoundly, I love you, my dear one,
But the time of our parting draws near.

In that far country, my love buried deeply,
I shall live drearily, yet high above
I shall gaze on that planet each night, vigil keeping,
In that far country, my love.

Gaze upon Venus once more, though far distant
One from another, there mingled we’ll pour
Our glance, let love flower if but for an instant…
Gaze upon Venus once more!

 

 Vertaald door Vera Rich

 

BAHDANOVICH

Maksim Bahdanovič (9 december 1891 – 25 mei 1917)

 

De schrijfster, dichteres en ex-politica Gioconda Belli werd geboren op 9 december 1948 in Managua, Nicaragua. Belli komt uit het betere milieu en trouwde vroeg met een man die meteen na de huwelijksvoltrekking depressief bleek en zich het liefst in huis opsloot, terwijl Belli op haar 19de niets anders wilde als de wereld verkennen. Ze kreeg van hem 2 dochters.Gioconda Belli was 20 als ze in aanraking kwam met de revolutionaire partij van de Sandinisten die in de jaren 70 actief was om het regime van de dictator Somoza in Nicaragua omver te werpen. Als ze er diep in zit, en er steeds meer kameraden en vrienden worden vermoord, moet ze vluchten en vestigt ze zich in Costa Rica, vanwaar ze de strijd voor de Sandinisten onverminderd voortzet. Ze werd bij verstek tot zeven jaar gevangenis veroordeeld. Ze reisde naar Europa om voor de Sandinistische strijd te pleiten, naar Cuba en Panama. Ze streed voor de revolutie, maar ook voor haar eigen vrijheid, voor de rechten van de vrouw, voor haar kinderen.Gioconda Belli publiceerde in het begin van de jaren zeventig haar eerste gedichten en won in 1978 de prestigieuze poëzieprijs van de Casa de las Américas. Als strijdende vrouw in een macho-wereld ontmoette Belli grote mannen als de Cubaanse leider Fidel Castro, de schrijver en Nobelprijswinnaar Gabriel García Márquez en de Vietnamese generaal Giap. Aan het eind van de jaren tachtig nam haar privé-leven een wending. In de jaren 80 trad ze uit het actieve leven van de Sandinistische regering en verhuisde ze naar Amerika haar grote liefde achterna. Ze trouwde met de Amerikaanse journalist Carlos Casteldi. Nu woont ze afwisselend in Santa Monica (VS) en Managua (Nicaragua). Haar internationale doorbraak kwam pas in 1988 met de roman De bewoonde vrouw. Daarna publiceerde ze nog twee romans en een kinderboek. In haar nieuwste, autobiografische roman Kroniek van liefde en oorlog geeft ze een indringend beeld van haar leven en ontwikkeling, maar ook van de sandinistische beweging waar ze vanaf 1970 bij betrokken is.

Uit: Kroniek van liefde en oorlog

“Ik ben twee vrouwen geweest en heb twee levens geleid. Een van mijn vrouwen wilde alles volgens de klassieke kronieken van de vrouwelijkheid doen: trouwen, kinderen krijgen, gedienstig, meegaand en voedend zijn. De andere wilde de voorrechten van de man: onafhankelijkheid, voor zichzelf opkomen, in het openbare leven staan, mobiliteit, minnaars hebben. Leren hen met elkaar in evenwicht te brengen en hun krachten te verenigen, zodat hun gevechten, hun bijten en de haren uittrekken mij niet zouden verscheuren, heeft mij een groot deel van mijn leven gekost. Ik denk dat ik ten slotte heb bereikt dat beiden onder mijn huid samenleven. Zonder het vrouw zijn op te geven meen ik dat ik erin geslaagd ben ook man te zijn.

gioconda2

Gioconda Belli (Managua, 9 december 1948)

 

De Hongaars-Duirse schrijver Ödön von Horváth werd geboren op 9 december 1901 in Fiume. Horváth was de zoon van een Hongaars diplomaat, en bracht zijn jeugd dus reizend door. Hij was in Kroatië geboren, maar verbleef achtereenvolgens in Belgrado, Boedapest, Wenen en München. Hij studeerde germanistiek in deze laatste stad, maar besloot al snel van de pen te willen leven. Tussen 1926 en 1933 woonde hij hoofdzakelijk te Berlijn, in een steeds ongunstiger wordend klimaat; Horváth was een liberaal, die sterk afkerig stond tegenover het nationalisme. Als progressief schrijver kreeg hij zijn stukken na 1931 niet meer opgevoerd. Het waren volksstukken, geschreven in de post-expressionistische periode, die niet zelden met veel sarcastische humor de bekrompenheid van de Spießbürger, de kleinburgerlijke dorpsmens, op de korrel namen. Met Italienische Nacht en Geschichten aus dem Wienerwald oogstte Horváth veel succes: hij won de Heinrich von Kleist-Preis. Al snel kwam hij in conflict met de censuur; Glaube Liebe Hoffnung mocht niet meer opgevoerd worden. Na de machtsovername door de NSDAP ging Horváth in vrijwillige ballingschap naar Oostenrijk, en reisde gedurende enkele jaren door Europa. Zijn twee late romans, Jugend ohne Gott en Ein Kind unserer Zeit, werden in uitgeverij Allert de Lange te Amsterdam gepubliceerd; de werken zijn uiteraard antifascistisch en analyseren de verwildering van de jeugd in nazi-Duitsland. In Duitsland zelf werd Horváth persona non grata; in 1936 werd hij officieel uitgewezen, zijn boeken werden verbrand en de SA doorzocht zijn verblijfplaats. Desalniettemin ondernam Horváth een poging opgenomen te worden in de officieel aanvaarde schrijverskring van het Derde Rijk, de Reichsverband deutscher Schriftsteller. Het is niet duidelijk of hij echt hoopte toegelaten te worden, in geldnood zat of de nazistische overheid wou provoceren. Horváths dood is even intrigerend als anekdotisch. Na de Anschluss in 1938 vertrok Horváth node uit Oostenrijk. In Amsterdam droeg een waarzegger hem op naar Parijs te gaan, waar hem „een ingrijpende gebeurtenis“ te wachten stond. Horváth gehoorzaamde, en op de Champs Elysées viel inderdaad een boom op zijn hoofd, die hem op slag doodde. In zijn binnenzak stak, naast een pornografisch magazine, een reisvisum voor Amerika.

Uit: Gesammelte Werke

 

Wintersportlegendchen

„Wenn Schneeflocken fallen, binden sich selbst die heiligen Herren Skier unter die bloßen Sohlen. Also tat auch der heilige Franz. Und dem war kein Hang zu steil, kein Hügel zu hoch, kein Holz zu dicht, kein Hindernis zu hinterlistig – er lief und sprang und bremste derart meisterhaft, daß er nie seinen Heiligenschein verbog.
So glitt er durch winterliche Wälder. Es war still ringsum und – eigentlich ist er noch keinem Menschen begegnet und auch keinem Reh. Kur eine verirrte Skispur erzählte einmal, sie habe ihn auf einer Lichtung stehen sehen, woselbst er einer Gruppe Skihaserln predigte. Die saßen um ihn herum im tiefen Schnee, rot. grün. gelb, blau -und spitzten andächtig die Ohren, wie er so sprach von unbefleckten Trockenkursen im Kloster »zur guten Bindung”, von den alleinseligmachenden Stemmbögen, Umsprung-Ablässen und lauwarmen Telemarkein. Und wie erschauerten die Skihaserln, da er losdonnerte wider gewisse undogmatische Unterrichtsmethoden.“

 

Horvath

Ödön von Horváth (9 december 1901 – 1 juni 1938)

 

John Milton werd geboren op 9 december 1608 in Londen. Milton was de zoon van een Puriteinse schrijver en genoot onderwijs op de St. Paul’s School in Londen en aan Christ’s College in Cambridge (1625-1632). Al in Cambridge schreef hij enkele goede gedichten, zoals op eenentwintigjarige leeftijd Ode on the Morning of Christ’s Nativity (“Ode op Kerstochtend”). Hij bracht vijf rustige jaren door met lezen en schrijven in Horton in Buckinghamshire. In deze periode schreef hij L’Allegro, Íl Penseroso, Arcades, Comus en Lycidas, die allemaal de verheven geest van zijn religieuze overtuigingen uitdragen. In 1638 en 1639 reisde hij over het vasteland van Europa en kwam hij in contact met mannen als Grotius, Galileo en Lucas Holete, maar de uitbraak van de Engelse Burgeroorlog deed hem naar huis terugkeren. De daaropvolgende twintig jaar wijdde hij bijna geheel aan zijn werk voor de Puriteinse zaak. Miltons harde werken kostte hem zijn gezichtsvermogen, maar hij bleef tot de Restauration van Karel II in functie. Daarna trok hij zich gedesillusioneerd terug om zich weer aan de poëzie te wijden. Uit deze periode stamt het werk dat hem algemene roem bracht, Paradise Lost (1667). Daarna volgden het veel mindere Paradise Regained en Samson Agonistes (1671).

 

Uit:Paradise Lost

 

Of Mans First Disobedience, and the Fruit

Of that Forbidden Tree, whose mortal tast

Brought Death into the World, and all our woe,

With loss of EDEN, till one greater Man

Restore us, and regain the blissful Seat,

Sing Heav’nly Muse, that on the secret top

Of OREB, or of SINAI, didst inspire

That Shepherd, who first taught the chosen Seed,

In the Beginning how the Heav’ns and Earth

Rose out of CHAOS: Or if SION Hill

Delight thee more, and SILOA’S Brook that flow’d

Fast by the Oracle of God; I thence

Invoke thy aid to my adventrous Song,

That with no middle flight intends to soar

Above th’ AONIAN Mount, while it pursues

Things unattempted yet in Prose or Rhime.

And chiefly Thou O Spirit, that dost prefer

Before all Temples th’ upright heart and pure,

Instruct me, for Thou know’st; Thou from the first

Wast present, and with mighty wings outspread

Dove-like satst brooding on the vast Abyss

And mad’st it pregnant: What in me is dark

Illumine, what is low raise and support;

That to the highth of this great Argument

I may assert th’ Eternal Providence,

And justifie the wayes of God to men.

 

milton
John Milton (9 december 1608 – 8 november 1674)