Jo Gisekin, Kathleen Jamie

De Vlaamse dichteres Jo Gisekin werd geboren in Gent op 14 mei 1942. Zie ook alle tags voor Jo Gisekin op dit blog.

 

Waarheid

I
In dauw van schuwgeworden scheiding
waar elke zwijger mededeelzaam wordt
tussen vragen en vergeten
ligt zij gesneuveld
als een onmiddellijk taboe

‘onbruikbaar’ sprak de stem
wie heeft het tasten leren kennen?
dit is het netvlies dat aaneengegroeid
het lichaam achterlaat.

Er waren vogels om het straatbeeld
te versieren en kleine grieven
die men mode noemt
als liefde daggebonden en een luie
aangrijpend dwaze kat
die stad noch wal kon onderscheiden

wat wij vroeger hadden uitgeknipt
twee vlinders zonder schroef en zacht koraal
het lijkt niet waar?
is dit een ster met ingeplante haren
een waarschuwing met kliertjes in de wand

zij werd een nachtlokaal, een adem
die met vingers streelt, een groot plat dak
dat zonder regen heel gezellig was
de huiver om haar benen kon je met witte was
op uithangborden lezen.

II
Dit is een straatje vol pigment

met ogen die het nachtelijk verkeer
in onbekende boompjes weven
ik wil het niet proberen
met stijfsel en een zwartgeverfde stem
die wakkerblijft en in een groot blauw bed
de bruine onschuld wil bedelven
alsof het steeds zal verder gaan
de leegte uit, de woeker in
een huisdier vluchtend voor een zwerm
nachtprofeten

was ik de kamer niet
ik zou voor deur gaan spelen.

 

Jo Gisekin (Gent, 14 mei 1942)

 

De Schotse dichteres Kathleen Jamie werd geboren op 13 mei 1962 in Currie, Edinburgh. Zie ook alle tags voor Kathleen Jamie op dit blog.

 

Maan

Gisteravond, toen de maan
mijn zolderkamer binnen glipte
als een rechthoek van licht,
voelde ik dat ze kwam om medelijden te hebben.

Het was augustus. Zij reisde
met een kleine valies
van duisternis, en de eerste paar sterren
die terugkeerden naar de noordelijke hemel,

en mijn kamer, hadden haar,
zo leek het, gemist. Ze deed alsof ze
interesse had in de boekenkast
terwijl andere objecten

zich roerden, als in een rotspoel,
met onverwacht leven:
kralensnoeren glommen in hun groene schaal,
het onder papier bedolven bureau;

de boeken leken ook geneigd
zich te openen en te biechten.
Zeker wetend dat de maan
enige bedoeling koesterde,

wachtte ik; keek een eeuwigheid lang
hoe haar koele blik verschoof,
eerst naar een bloemenschets,
vastgeprikt tegen de tegenoverliggende muur,

dan naar beneden gleed om te blijven rusten
op de grenen vloer,
voordat ik er genoeg van had. Maan,
zei ik: we hebben nu allebei littekens.

Zijn ze een volkomen raadsel voor je,
de eenvoudige woorden van liefde? Zeg ze.
Je bent mijn moeder niet;
met mijn moeder wachtte ik tot de dood.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Kathleen Jamie (Currie, 13 mei 1962

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e mei ook mijn blog van 14 mei 2020 en eveneens mijn blog van 14 mei 2019 en ook mijn blog van 14 mei 2018 en eveneens mijn blog van 14 mei 2017 deel 3.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *