Joost Zwagerman, Toon Tellegen, Joost Oomen, Thomas Möhlmann, Pauline Genee, Klaus Mann, Eugenio Montejo

De Nederlandse dichter en schrijver Joost Zwagerman werd geboren in Alkmaar op 18 november 1963. Zie ook alle tags voor Joost Zwagerman op dit blog.

Uit:Don Bovary

Op de vraag wat een grootse roman zo groots maakt zijn veel kleine antwoorden gegeven. Een grootse roman wil je telkens weer herlezen. Een grootse roman geeft zichzelf nooit helemaal prijs. Over een grootse roman raak je nooit uitgepraat. En, uit de dossiermappen van de leesbevordering: een grootse roman verrijkt je leven.
Het is allemaal even waar als weinigzeggend en afgesleten. En dan nog: ik ken mensen – schrijvers vooral, en ook een bepaald soort criticus – die juist over apert slechte romans nooit uitgepraat raken; de grootse laten ze bij voorkeur onbesproken omdat dan onvermijdelijk hun eigen kleinheid aan het licht komt. En verleidt een grootse roman inderdaad altijd tot herlezen? Achttien jaar geleden las ik Moby Dick. Ja ja, onovertroffen, natuurlijk, natuurlijk – maar nóg een keer lezen, integraal? In vergelijking met Oorlog en vrede wordt Tolstojs novelle De dood van Ivan Iljitsj beschouwd als een wat kleinere prestatie, en niet alleen voor wat betreft omvang. Kan zijn. Ivan Iljitsj heb ik vier of vijf keer gelezen, en ik zal het blijven herlezen.
Een secundair kenmerk van de ‘grootse roman, is dat er in de loop van de tijd een onuitputtelijk aantal interpretaties op is losgelaten. Van een afstand lijken grootse romans in dat opzicht soms op hologrammen, op te vullen met de meest spectaculaire en elkaar tegensprekende duidingen. In het voorjaar van 2002 gaven honderd schrijvers, onder wie Milan Kundera, Salman Rushdie, V.S. Naipaul en Nadine Gordimer, antwoord op de vraag wat de beste en grootste roman aller tijden is. Don Quichot van Cervantes kwam met grote meerderheid van stemmen als eerste uit de bus. In Vrij Nederland stond eens een opmerkelijk stuk over de manieren waarop ieder tijdvak zich zijn eigen Don Quichot had toegeëigend. Wij dachten altijd dat Don Quichot een echte picareske is, een schelmenroman die is opgebouwd uit een carrousel van vertellingen en avonturen van twee hartveroverende antihelden, de onfortuinlijke ridder Quichote en zijn trouwe metgezel Sancho Panza. Maar zo eenvoudig is het kennelijk niet. Aan het einde van de zeventiende eeuw gold de waardering voor Don Quichot inderdaad de hilarische enormiteiten, de dwaasheid en de spot. In Engeland mocht het boek gedurende een groot deel van de zeventiende eeuw niet worden verspreid, omdat van alle grappen en grollen in Don Quichot geen moreel zuivere boodschap uitging. Na opheffing van het verbod kregen Britse lezers echter vooral oog voor de ernst achter de satire, de tragedie achter de picareske. Weer later groeide Don Quichot uit tot het beslissende boek voor satirici als Alexander Pope, Henry Fielding en Laurence Sterne.”

 

 
Joost Zwagerman (18 november 1963 – 8 september 2015)

 

De Nederlandse dichter Toon Tellegen werd geboren op 18 november 1941 te Brielle. Zie ook alle tags voor Toon Tellegen op dit blog.

 

Wonderbaarlijk buigt zich over water

Wonderbaarlijk buigt zich over water,
zij kent mij niet

het is zomer, de zon schijnt, hommels gonzen, krekels tsjirpen
en de wind gaat liggen, uitgelaten, maar voorzichtig,
allemaal voor haar

zij ziet zichzelf
en denkt dat ik dat ben, ik, ik

zij raakt met haar lippen het water aan

zij wil geen ander zijn,
zij houdt van mij.

 

Lange tijd

Lange tijd gaat het goed,
stromen de rivieren vriendelijk naar zee,
bloeien de bloemen,
dartelen de vlinders,
slapen de filosofen in de brede schaduw van het dualisme,
geven mensen elkaar gelijk,
is het leven zacht en grootmoedig,
fluisteren meisjes in een oor:

‘Laten we..enzovoort,
o laten we altijd…enzovoort…’

Heel lang gaat het goed,
onwaarschijnlijk lang gaat het onwaarschijnlijk goed.
Het gaat nog altijd goed,

zelfs nu gaat het nog goed
en nu.

 

Een gesprek

‘Waar zullen wij afscheid nemen?’
‘In de regen.’
‘Zullen wij schuilen?’
‘Nee!’
‘Hoe zullen wij ons voelen?’
‘Ziek, vals en verlegen.’
‘Wat zullen wij zeggen?’
‘Wij zullen het niet weten.’
‘Wat zullen wij denken?’
‘Was het maar gisteren, morgen of nooit.’
‘Zal een van ons gelijk hebben?’
‘Geen van ons zal gelijk hebben.’
‘Zullen wij elk een andere kant uitgaan?’
‘Wij zullen elk een andere kant uitgaan.’
‘Zullen wij omkijken?’
‘Een van ons zal omkijken. Stilstaan, aarzelen en omkijken.’

Zo spraken zij met elkaar, telkens weer opnieuw.
Maar zij vroegen nimmer wie. Wie
zou omkijken. Wie.

 

 
Toon Tellegen (Brielle, 18 november 1941)

 

De Nederlandse dichter Joost Oomen werd geboren in De Bilt op 18 november 1980. Zie ook alle tags voor Joost Oomen op dit blog.

 

Op puntlassen gaan

Beste,

Graag zou ik me inschrijven voor de cursus puntlassen
U weet, ik ben niet geschikt voor puntlassen
Ik ben te klein en te magertjes voor puntlassen
Toch zou ik me graag willen inschrijven voor de cursus puntlassen

En er zitten ook heus voordelen aan mij
Zo kan ik het inschrijfgeld makkelijk betalen
Ik bulk zogezegd van de centen
Tevens ben ik een geïnteresseerde leerling, het gaat mij
puur en alleen om het puntlassen
Niemand hoeft mij tijdens de lessen af te trekken
Aan sociale contacten geen gebrek

Toch zou ik mij graag inschrijven voor de cursus puntlassen
Ik ben namelijk erg begeesterd door het idee van puntlassen
Ik kan mij volledig verliezen in het puntlassen
U kunt rekenen op mijn ongebreidelde inzet tijden de cursus puntlassen.

 

Gedicht voor Rafael ‘Aartsengel’ Mendez

Een koperen instrument bespeelt men
Nooit met een brokkelige mond. Dat was les één.

Rafael. Exporteer je Mexicaanse paters en nonnen
En predik met je vibratostem de laatste revolutie.
Draai met je cornet de kleine revolutie af,
Voor generaals die geen naam bezitten.

Ach, Rafael. Schone Rafael. Leer mij toch hoe je met
Een zilveren snor verdriet kan hameren.
Hoe je professioneel bidden moet
En waar de zon voor staat.

God heeft ons al genezen.
Rafael.

Wou je ons wat zeggen Rafael?
Ga jij over de geest van mijn mensen met
Een geslepen metalen tong?
Geluid is toch maar lucht
die zich dood gooit tegen trommelvlies?

Sorry meneer Mendez,
Niemand heeft je taaltje verstaan.

Een goede muzikant verkoopt zijn huis,
Huurt een vrouw, huurt zijn kinderen in de stad waar hij slaapt en
Heeft geen woord meer over zichzelf te zeggen.
Dat was les twee.

 

 
Joost Oomen (De Bilt, 18 november 1980)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Thomas Möhlmann werd geboren in Baarn op18 november 1975. Zie ook alle tags voor Thomas Möhlmann op dit blog.

 

Hotel Momo (Leesscène)

Hoeveel appels duurt het voor je er genoeg van hebt gehad, gek
genoeg vergeet ik steeds weer wat ik lees, elke avond
vertelt een gast in de lounge dezelfde grap aan zijn gezel:
het lachen is smakelijk, duurt telkens drie minuten.

Zou ik hardop de lemma’s langs moeten gaan
en zien of je oplicht bij bepaalde woorden?

We weten het aantal intussen nauwkeurig, de laatste die we
samen aten liet een smaak van as en maden na en sindsdien

verslind ik beschrijvingen, voor wie niet geaaid wordt
krijgt het werkwoord aaien een haast magische lading.

Als we niet zo moe waren, viel het te proberen: nog één keer
elkaar volledig afmatten en dan eindelijk slapen, dromen
van appels.

 

We zullen

Zeker, mijn liefste, ze zullen, maar wij zullen meer, ze
zullen zullen, maar met speels gemak zullen we meer

wat ze ook zullen: ze maken geen enkele kans want wij
zullen meer, we leven allemaal niet meer dan gemiddeld

tachtig jaar, zij niet en wij niet maar zie maar mijn liefste
wat wij uit die zeg veertig jaar nog kunnen peuren terwijl

zij, ach ze zullen maar en zullen, geef ze honderd jaar voor
mijn part en nog zullen ze niet meer dan wat ze zelf zullen

alle vogels die hun vleugels uitslaan, tegelijk, niet om te willen
vliegen maar uit pure schrik, ze zullen net als wij mijn lief

maar voor het zover is, zullen we, zullen wij, wat we zouden
in die hele rij van gezegende jaren die we nog hebben, zullen we.

 

 
Thomas Möhlmann (Baarn, 18 november 1975)

 

De Nederladse schrijfster Pauline Genee werd geboren op 18 november 1968 in Heemskerk. Zie ook alle tags voor Pauline Genee op dit blog.

Uit: Duel met paard

“Schillings had gezegd: je moet gewoon denken dat je daar alleen staat. Net als op al die andere dagen. Juist. Het zou precies zijn als die talloze andere weken, maanden, jaren, als op die honderden ochtenden dat hij in alle rust aan zijn kleine revolutie had gewerkt. Goed. Het was een gewone doordeweekse dag. Hij en het paard. Anders niets.
Hij ademde in en keerde zich weer naar het publiek.
Buurvrouw Piehl, zag hij, was gebleven. In een hoekje had ze een tafeltje opgesteld en daarop koffie en lebkuchen uitgestald. Schillings stond bovenop de ijzeren trap en gaf het teken.
*
Vier jaar eerder, in de zomer van 1900, had Von Osten het paard in Voronezj gekocht. De fokkers van de Khrenov-stoeterij hadden het dier uitbundig geprezen om zijn mooie korte stap, stuwende draf en krachtige knieactie; loftuitingen waarnaar de oude man beleefd had geluisterd maar die hem maar weinig leken te interesseren. Hij verzocht een moment met het dier alleen. Met zijn grote werkhanden tastte hij over de schedel, minutenlang, als een arts die met de vingertoppen een zwelling in kaart brengt. Daarna betaalde hij zonder morren de vraagprijs: twee lichtroze biljetten van vijfhonderd roebel met een afbeelding van Peter de Grote.
Terug in Berlijn liet hij het paard wennen aan een karig menu van louter oud hooi. Aanvullende lekkernijen waren te verdienen door de bevelen van de nieuwe meester minutieus op te volgen. Vrijwel meteen was toen op de binnenplaats het grote telraam verschenen, tegen de muur van de houten stal en recht voor de neus van het nieuwe paard, dat na een eerste naamloze week uiteindelijk toch weer Hans werd genoemd.
De lessen begonnen. Van achter hun ramen op de verdieping keken de bewoners toe hoe de oude man dagen, weken, maanden achtereen in lange sessies de gekleurde bollen van het telraam in nieuwe combinaties verschoof, daarbij steeds het bijpassende cijfer scanderend. Ze keken elkaar stilzwijgend aan; was hun huisbaas gek geworden?
‘Het gaat er om,’ had hij Frau Piehl uitgelegd, ‘dat Hans nu eerst gebarentaal leert.’

 

 
Pauline Genee (Heemskerk, 18 november 1968)
Cover

 

De Duitse schrijver Klaus Mann werd op 18 november 1906 geboren in München als oudste zoon van Thomas en Katia Mann. Zie ook alle tags voor Klaus Mann op dit blog.

Uit: Mephisto

»In einem der westdeutschen Industriezentren sollen neulich über achthundert Ar-beiter verurteilt worden sein, alle zu hohen Zuchthausstrafen, und das im Laufe eines to einzigen Prozesses.« »Nach meinen Informationen sind es nur fünfhundert gewesen; über hundert andere hat man erst gar nicht abgeurteilt, sondern heimlich umbringen lassen, ihrer Gesinnung wegen.« »Sind die Löhne wirklich so entsetzlich schlecht?« 15 »Miserabel. Dabei fallen sie noch – und die Preise steigen.« »Die Dekorierung des Opernhauses für heute abend soll 60.000 Mark gekostet haben. Dazu kommen mindestens noch 40.000 Mark andere Spesen – nicht mit-gerechnet die Unkosten, die es der öffentlichen Kasse gemacht hat, das Opernhaus, wegen der Vorbereitungen für den Ball, fünf Tage lang geschlossen zu halten.« 20 »Eine nette kleine Geburtstagsfeier.« »Ekelhaft, daß man den Rummel mitmachen muß.« Die beiden ausländischen jungen Diplomaten verneigten sich, auf den Gesich-tern das liebenswürdigste Lächeln, vor einem Offizier in großer Uniform, der hinter seinem Monokel einen mißtrauischen Blick auf sie geworfen hatte. »Die ganze hohe Generalität ist da.« Sie sprachen erst wieder, als sie die große Uniform außer Hörweite wußten. »Aber sie sind alle für den Frieden begeistert,« fügte der andere boshaft hinzu. »Wie lange noch?« fragte fröhlich lächelnd der Erste, wobei er eine kleine Dame von der japanischen j Botschaft begrüßte, die am Arm eines hünenhaften Marineof- 10 30 fiziers klein und zierlich einherschritt. »Wir müssen auf alles gefaßt sein.« Ein Herr vom Auswärtigen Amt gesellte sich zu den beiden jungen Botschaftsat- taches, die sofort dazu übergingen. Pracht und Schönheit der Saaldekoration zu prei-sen. »la, der Herr Ministerpräsident hat Freude an diesen Dingen.« sagte, etwas ver-legen, der Herr vom Auswärtigen Amt. – »Aber es ist alles geschmackvoll,« versi-cherten die beiden jungen Diplomaten. beinah im gleichen Atem. – »Gewiß,« sprach gequält der Herr aus der Wilhelmstraße. – »Eine so prachtvolle Veranstaltung kann man heute nirgends als in Berlin finden,« sagte einer der beiden Ausländer noch. Der Herr vom Außenministerium zögerte eine Sekunde lang, ehe er sich zu einem höfli-chen Lächeln entschloß. Es entstand eine Gesprächspause. Die drei Herren blickten um sich und lausch-ten dem festlichen Lärm.“

 

 
Klaus Mann (18 november 1906 – 21 mei 1949)
Affiche voor de gelijknamige film uit 1981

 

De Venezolaanse dichter en schrijver Eugenio Montejo werd geboren in Caracas op 18 november 1938. Zie ook alle tags voor Eugenio Montejo op dit blog.

 

The table

       What can a table do by itself
against the roundness of the earth?
It already has enough to do allowing nothing to tumble,
allowing the chairs to converse softly
and in turn to come together on time.

      If time blunts the knives,
dismisses and brings diners,
varies the topics, the words,
what can the pain of its wood do?

      What can it do about the cost of things,
about the atheism of the supper,
of the last supper?

      If the wine is spilt, if bread is wanting
and people grow absent,
what can it do but remain motionless, rooted
between hunger and the hours,
with what intervenes though it should wish?

 

Vertaald door John Lyons

 

Vögel ohne Vögel

Nein, natürlich keine unerfahrenen Vögel
mit dem Gesang des Anfängers, unbeständig oder falsch.
– Andere Klänge und andere Schwingen.
Ich spreche vom gesamten Schubert in schweifenden Flügen,
von einem Ausbruch, im Gezwitscher gehört,
das hinaufsteigt
Oktave um Oktave.
Spreche von Vögeln ohne Ich, ganz ohne Schnabel,
himmelblau und ohne Beine,
Vögel, die einfach nur Musik sind
im höchsten Aufstieg der Lüfte.
Nein, natürlich keine Vogeltenöre,
dicke, lügenhafte, mit schweren Federn,
sondern Pfeile, die sich von einer Partitur lösen
und himmelwärts steigen oder darüber hinaus, ohne Pause
das Herz dessen betören, der zuhört
und dankbar verstummt …
– Glauben Sie mir. Ich spreche von reinen Klängen,
von Vögeln ohne Vögel.

 

Vertaald door Helwig Brunner und Susana Romano-Sued

 

 
Eugenio Montejo (18 november 1938 – 5 juni 2008)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e november ook mijn vorige blog van vandaag.

Zie voor bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 18 november 2008, mijn blog van 18 november 2007 en ook mijn blog van 18 november 2006.