K. P. Kaváfis, Monika Rinck

De Griekse dichter Konstantínos Petros Kaváfis werd geboren te Alexandrië (Egypte) op 29 april 1863. Zie ook alle tags voor Konstantínos Petros Kaváfis op dit blog.

 

De stoet van Dionysos

De kunstenaar Damon (een vaardiger
is er op de Peloponnesos niet) legt de laatste hand
aan de stoet van Dionysos in Parisch marmer.
De god voorop in heerlijke glans,
met kracht in zijn gang.
Bandeloosheid na hem. Naast Bandeloosheid
schenkt Dronkenschap uit een met klimopblad
omrankte amfoor de Satyrs wijn in.
Dichtbij hen is de verweekte Wijnzoet,
met halfgeloken ogen, slaperig.
En daarachter komen de zangers
Melodiemaker en Zoetzanger, dan Pretmaker, die nooit
de heilige fakkel die hij draagt laat doven,
en, zeer kuis, Mysterie –
Damon hakt ze allemaal uit. Ondertussen
gaan zijn gedachten telkens naar
zijn beloning van de koning van Syracuse,
drie talenten, een groot bedrag.
Als dat gevoegd wordt bij zijn andere geld
dan zal hij, als vermogend man, eindelijk in grote stijl kunnen leven,
en zal ook hij – wat een vreugde! – deel kunnen nemen
aan de politiek in het parlement en op de agora.

 

Bestemd voor de winkel

Hij wikkelde ze behoedzaam, met zorg
in kostbare groene zijde.

Rozen van robijnen, lelies van parels,
violen van amethisten. Zoals hij ze zich voorstelt,

verlangt, mooi vindt; niet zoals hij ze zag
in de natuur of ze bestudeerde. Hij zal ze laten

in de kluis als proeve van zijn gedurfde, knappe werk.
Wanneer een klant de winkel binnenkomt neemt hij

wat anders uit de etuis en verkoopt – schitterende sieraden –
armbanden, kettingen, halssnoeren en ringen.

 

Voordat de tijd hen verandert

Zij waren zeer bedroefd bij hun uiteengaan.
Zij wilden het niet zelf; het waren de omstandigheden.
De noodzaak om geld te verdienen maakte dat de een
ver weg moest gaan – naar New York of naar Canada.
Hun liefde was beslist niet dezelfde van voorheen:
geleidelijk was de aantrekkingskracht verminderd,
sterk verminderd was de aantrekkingskracht.
Maar uiteengaan, dat wilden ze niet.
Het waren de omstandigheden – Of is mogelijk het Lot
nu een kunstenaar gebleken door hen te scheiden
vóórdat hun gevoelens doven, voordat de Tijd hen verandert;
de een zal voor de ander altijd zijn en blijven
de mooie jongen van vierentwintig jaar.

 

Vertaald door Hans Warren en Mario Molegraaf

 

K. P. Kaváfis (29 april 1863 – 29 april 1923)
Portret door Nikos Engonopoulos, 1948

 

De Duitse dichteres en essayiste Monika Rinck werd geboren op 29 april 1969 in Zweibrücken. Zie ook alle tags voor Monika Rinck op dit blog.

 

honinghoon

Horen jullie dat? Zo honen honingprotocollen, roodgouden, fraai, pasteus:
kleverigheden. Pluis. Wat de honing bindt: protocollen.
Bevlokte unies op grijs- tot grijsblauwe tricotstof. Mensen.
Zullen. Hangen. Blijven. Net als zaden en pollen. Zoetheid van de lucht.
Gesuikerde haren. Wegen. Bruggen. Als ik ze uit mijn hoofd zet,
blijven ze eeuwig bestaan. Elke maat is waar in welke betekenis ook.
Maar met betrekking tot wat? Wat ’n sprongen! Barokke minimator
van verlangen. Wild veelvoud, waar duizenderlei ingevouwen is,
het wordt alleen niet omgezet. Het groeit nu door de huid heen naar buiten,
niet meer eronder. Barok. In engte, angst, schrilheid, nee schelheid,
zo veel sieraad dat je niet meer wilt en niets meer ziet:
randverlangen. Duizend bogen. Met deuken en putto’s. Parels.
En erboven. Allemaal vragen ze: en jij wilt nog willen?
Nee. Dan zeg je: nee. Je indruk is niet op waarheid gebouwd,
merkt het honingprotocol op, schier versierde zoetheid. Ging daar je
tongetje overheen? Tongde de weegschaal? Neem opnieuw de maat,
bij een minimaal teruggebracht verlangen. Je weet niets van barok. Pollen.

 

Vertaald door Miek Zwamborn

 

Monika Rinck (Zweibrücken, 29 april 1969)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e april ook mijn blog van 29 april 2020 en eveneens mijn blog van 29 april 2019.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *