De Duitse dichter en schrijver Karl Krolow werd geboren op 11 maart 1915 in Hannover. Zie ook alle tags voor Karl Krolow op dit blog.
Das Hindernis des Lebens
Das Hindernis des Lebens −
eine beiläufige Notiz Kants.
Man muß auch heute noch
mit bürgerlicher Melancholie rechnen.
In die Nähe von Gärten
gehört der Augenblick der Phantasie:
ein Tulpenbeet, eine Terrasse
mit Mandelbäumen,
während Handlungshemmung
sich fortsetzt.
Schmerz und Gegenschmerz −
mein Herz habe ich allein,
schreibt Werther, wie man
seine konstitutionelle Depression
behält oder
der Einbruch der Nacht
eine Aufhebung von Ordnung
bewirkt.
Herbstsonett mit Rilke
Altrosa wie Rilke oder wie
eine Ziegelwand im Regen:
das Staunen wird sich legen.
Du gewöhnst dich irgendwie
an Farben. An anderes nie.
Du weißt dich nicht zu bewegen,
im herbstlichen Blättersegen,
reibst dir beklommen das Knie.
Das ist nicht deine Sache.
Du stehst in der der Wasserlache
und fühlst: der Herbst ist so –
Altrosa wie Rilke, dann düster.
Da stockt selbst das Geflüster.
Da gibt es kein WIE und kein WO.
Melodie
Langsam, langsam.
So schnell
vergißt eine Melodie
ihren Anfang.
Valéry liebte Gluck.
Ich sitze in der Luft
mit einem Lied unterm Hut
oder mache es anders
in einer Falkenrecht
pour le piano, ohne Alter,
drei Terzen weit, vier
Quarten im Dunkel.
Man kommt voran,
wenn man den Mund öffnet.
Das Singen besorgt
ein anderer.
Karl Krolow (11 maart 1915 – 21 juni 1999)
De Nederlandse dichter Daan de Ligt werd geboren op 11 maart 1953 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Daan de Ligt op dit blog.
Adam en Eva
het ochtendblad was blank, de ether zweeg
geen mens op straat, geen auto was te horen
de telefoon had het contact verloren
de schappen in de winkels bleken leeg
de trams en bussen stonden als bevroren
vanuit de onbewogen singel steeg
een dichte muur van damp, ik keek en kreeg
het vreemde beeld opnieuw te zijn geboren
het oude leek bij toverslag verdreven
de stad totaal verlaten en sereen
wij bleven in een paradijs van steen
we kropen bij elkaar … en gingen leven
Het meisje in het Mauritshuis
je houdt me met een stille blik gevangen
en staart me met bevroren ogen aan
betoverd blijf ik zwijgend voor je staan
in twijfel tussen schaamte en verlangen
het lijkt of je heim’lijk om me lacht
plezier beleeft aan een hardvochtig spelen
een minnaar die je nooit zal mogen strelen
en die zo kansloos op een teken wacht
je schepper is een kunstenaar geweest
op zijn palet begon jouw eeuwig leven
zijn hand werd kalm bewogen door de Heer
als meester van z’n artistieke geest
heeft hij je zoveel schoonheid meegegeven
mijn teerbeminde meisje van Vermeer
Daan de Ligt (11 maart 1953 – 22 augustus 2016)
De Nederlandse schrijver, dichter, columnist, het fotomodel, de beeldend kunstenaar en copywriter Frans Vogel werd op 11 maart 1935 geboren in Haarlem. Zie ook alle tags voor Frans Vogel op dit blog.
De zee, de zee: vol dode vogels
Terugdenkend sip ik weer over
mijn naamgenoten in het Franse,
die langs de kustlijn en tot zover
het oog reikte op ’t deinend dansen
der golven crepeerden in d’olie –
en op het strand. Zoals toen te zien
in het Journaal op televisie.
Met alle nare close-ups van dien.
’t Was een ornithologische ramp
die had kùnnen worden voorkomen,
vond Greenpeace. Helaas, dit nu ziende,
blíjft nochtans het zijn omgekomen
door onderkoeling, ademnood, kramp
van zoveel gevederde vrienden.
Salti mortali
Onlangs op een zaterdag
is d’r eentje pardoes
van de Euromast gesprongen.
(Twee meevallers: dankzij
de Optilon-ritssluiting
van haar rundleren jackie
is haar borstkas niet
uit mekaar geklapt en ook
het donorcodicil in haar binnenzak
blijkt nog geheel intact.)
Schrikreactie van telefoniste
boven in de mast, door de
receptie beneden van deze
doodsmak (zeg: kamikaze-
duikvlucht) op de hoogte gesteld:
‘Mijn god, da’s al de zoveelste
deze week!’
Overigens bleek de jonge vrouw
in dít geval terecht te zijn gekomen
bovenop een hond, die daar toevallig
liep te scharrelen in de bosschages.
Frans Vogel (11 maart 1935 – 19 februari 2016)
Onafhankelijk van geboortedata:
De Nederlandse schrijver Willem Claassen werd geboren in Beuningen in 1982. Zie ook alle tags voor Willem Claassen op dit blog.
Uit: Park
“Mijn moeder bracht me naar Beuningen. Het was donker en het motregende wat, maar te weinig om de ruitenwissers voor aan te zetten. In de auto was het warm. De radio stond op Omroep Brabant. Ik zocht een andere zender. Normaal gesproken was mijn moeder hier niet van gediend, maar ik wist dat ze er nu niets van zou zeggen. Het was een beetje alsof ik ziek was.
Bij Den Bosch moest ze goed opletten, omdat daar een nieuwe weg was aangelegd. Ik wist ook niet hoe het zat. Ik had al die tijd vooral met de trein gereisd. Ik probeerde de borden in de verte te lezen. Zodra ik wist wat erop stond, vertelde ik het haar.
Even leek ze de verkeerde afslag te hebben genomen.
‘Je hebt de verkeerde afslag genomen,’ zei ik.
‘Nee, volgens mij zit ik goed. Je vader zei dat het slecht aangegeven was.’
Maar ze begon langzamer te rijden.
Er volgde een nieuwe afslag naar Nijmegen.
‘Zie je wel,’ zei ze en draaide aan het stuur.
Een tijdje waren we stil. Ik zag dat mijn moeder in haar stoel bewoog. Even leek het erop dat ze iets ging zeggen, maar ze bleef zwijgen. Waarschijnlijk dacht ze dat het beter zou zijn om me even met rust te laten. Ik probeerde aan Beuningen te denken en hoe het daar zou zijn, maar mijn gedachten gingen onherroepelijk naar de afgelopen uren.
We hadden nog één keer samen in bed gelegen. Met onze kleren aan, de dekens over ons heen. Marleen huilde.
‘Dit is misschien de laatste keer dat we zo liggen,’ had ze gezegd.
Haar vader en haar broer waren eerder in Tilburg dan mijn moeder. Ze keken me niet boos aan. Bij de deur hield ik Marleen vast. Ze liet haar tas met kleren en toiletspullen op de grond vallen. Haar vader en haar broer keken de andere kant op.
We zaten inmiddels op een stuk snelweg waar het pikkedonker was. Mijn moeder zette het groot licht aan, maar moest het meteen weer uitdoen omdat er een tegenligger aan kwam. Toen de auto voorbij was, ging het groot licht weer aan. Voor heel even maar, want een volgende tegenligger doemde al op. Zo ging het de hele tijd. Mijn moeder had er geen probleem mee. Ze bleef het licht steeds aan en uit klikken.”
Willem Claassen (Beuningen, 1982)
De Nederlands- Palestijnse dichteres Amal Karam groeide op in Beiroet, Libanon. Zie ook alle tags voor Amal Karam op dit blog. Zie ook alle tags voor Amal Karam op dit blog.
Hier zit ik dan
Hier zit ik dan
Aan een Waal van water en steen,
Tussen het ene schip dat weggaat
En het andere dat aankomt
Tussen het ene café waar een vriend vertrekt
En het andere waar een vreemde intrekt
Wanneer iedereen me zou kunnen zien,
zal ik daar zitten
om de zon te vertellen
Hoe lang geleden het is
Dat ik van de warmte droom…
Tussen welkom en afscheid.
Amal Karam (Beiroet, 1960)
De Nederlandse schrijver en literatuurwetenschapper Max Hermens werd geboren in 1991 in Boxmeer. Zie ook alle tags voor Max Hermens op dit blog.
Uit: Litteken
“Ze kwamen. Ik duwde de bladeren voorzichtig uiteen. Onze tuinhaag was fors en groen en leek een stevige erfgrens te vormen, maar vanbinnen was het een geraamte. Omdat ik nog klein was kon ik moeiteloos tussen de kronkelende stronken kruipen. Van achter het dichte bladerdek zag ik ze lopen over het kleine pad dat langs de beek voerde. Het waren er zeven, acht. Soms liep er ook een vrouw mee, dit keer niet. Ze droegen altijd dezelfde modderige kleren, het zout van hun zweet schetste op elke rug een landkaart.
Voorop liep de man met de roze trui. Ik had nog nooit een man met roze kleren gezien. Op zijn buik hing een zwart heuptasje met munten erin. Wanneer een van de andere werkers een krat fruit had gevuld, kwam deze man het ophalen in ruil voor een munt.
Ik wist niet precies wanneer de mannen kwamen, maar wel dat het was in de weken waarin ik zonder jas naar school mocht. Nog voor de zomer voorbij was zouden ze weer verdwijnen. Het enige wat ze achterlieten was het zelfgemaakte paadje langs de beek, een smalle gleuf in de berm waarvan het gras was platgestampt.
Een dag eerder had ik hem voor het eerst gesproken. De mannen stonden aan de rand van het veld, ze droegen hoofdparapluutjes tegen de zon in verschillende kleuren: rood, blauw, oranje. De paden tussen de aardbeienplanten waren modderig. Hier en daar had de wind een afgezonderde boom met kluit en al uit de grond gerukt. In de opengetrokken kuilen verzamelden zich water en straatvuil.”
Max Hermens (Boxmeer, 1991)
De Nederlandse schrijfster, beeldend kunstenares, filosofe en singer-songwriter Eva Meijer werd geboren in Hoorn op 7 januari 1980. Zie ook alle tags voor Eva Meijer op dit blog.
Uit: Het vogelhuis
‘Gwendolen?’
Ik kijk om.
‘Zou je dat nou wel doen, als je straks nog moet spelen?’
‘Het is voor Olive.’ Mijn vingers klemmen om het glas – ik moet niet te hard knijpen want dan barst het, ik mag ook niet loslaten.
‘Dat weet ik. Het was een grapje.’
Ik bloos dieper.
‘Ik zie ernaar uit.’
Ik knik, loop snel verder, champagne spettert over de rand van het glas op mijn vingers. Ik had iets moeten zeggen over zijn gedichten, dat mijn vader ze liet lezen en dat ze leven, vliegen, dat ze me bewogen.
‘Dank je.’ Olive heeft de parasol opgezet, terwijl ze in de schaduw zit. ‘Gaan jullie al beginnen?’
‘Papa is er binnen een halfuur.’
In mijn ooghoek zie ik Paul kleiner worden, een zwart poppetje in een pak, een mannetje op een bruidstaart. Mijn nicht Margie praat over het huwelijk als gevangenschap.
‘Speel je de cellosuite van Bach?’
Ik knik, loop de noten door in mijn hoofd.
‘Is Sargent er ook?’
‘Hij zou komen.’ Ik hoop dat hij komt – Sargent leidt een orkest in Londen en hij heeft me al weer een tijd niet horen spelen. Ik ben beter geworden, ik heb echt veel gestudeerd de laatste maanden. Charles, de kraai die papa grootbracht, komt in de klimop zitten. Hij springt op mijn uitgestoken hand en weer op een tak. Hij houdt niet van die drukte. Hij vliegt weg en poept in het voorbijgaan op de rand van het glas van meneer Wayne van de muziekschool in Tywyn, die het pas ziet als hij een slok neemt.”
Eva Meijer (Hoorn, 7 januari 1980)
De Nederlandse dichteres en schrijfster Helena Hoogenkamp werd geboren in Zaandam in 1986. Zie ook alle tags voor Helena Hoogenkamp op dit blog.
Uit: Als Macaulay Culkin huilt, huilt je hele jeugd
“Mijn jeugd laat geen miljoenen na.
Hij heeft als kind hard gewerkt zodat hij nu van zijn hobby’s kan leven
en voelt niets bij het zien van foto’s uit de jaren negentig.
Hij is naar Michael Jackson’s begrafenis geweest.
Denk daarover na. Ik heb een naam maar ben nog niemand. Mijn ouders hebben hun best gedaan.
Zijn ouders zijn gescheiden vanwege de verdeling van zijn salaris.
Macaulay cried all the way to the bank. Hij zegt:
Alles wat mijn vader in zijn leven probeerde kon ik beter voordat ik tien was.”
Hij herinnert zich de ‘slipmeeting’, waarbij het bedrag dat hij had verdiend op een stukje papier over
tafel op hem af werd geschoven.
Hij was the American Dream before Britney Spears.
Britney is leeftijdsloos net als Barbie, is ze je moeder of je zus?
Barbie heeft geen kinderen of zwarte kleren.
Macaulay is negen maar draagt aftershave.
Hij is zo cute als hij de Playboy leest maar de regisseur had de pagina’s dichtgetaped.
Zijn eerste kus was op de set en won een MTV-award.
De vraag is, is 37-jarige Macaulay in staat om negenjarige Macaulay uit te wissen?
Hoe is het om onzichtbaar te zijn, verstopt achter een kerstherinnering?”
Helena Hoogenkamp (Zaandam, 1986)
De Nederlandse dichteres Maartje Smits werd geboren in Amsterdam in 1986. Zie ook alle tags voor Maartje Smits op dit blog.
lusteloos gras
zo’n koude ochtend calls zonder kiestoon
(over mistig gesproken)
ik ontwaak een groenstrook
tussen Autobahn spoorweg
voel me een veldje te smal
voor een weiland
word wakker en ik haat
iedereen die mager is
(ook dieren)
vannacht, blijf alsjeblieft nog even
liggen
want in mij grazen kale schapen
die doorweken en daar niks van voelen
eindeloos hetzelfde gras herkauwen
schapen onaangedaan verkeer
dat mijn hoofd voorbij schoor
Maartje Smits (Amsterdam, 1986)
Zie voor nog meer schrijvers van de 11e maart en ook mijn blog van 11 maart 2018 deel 2.