Karl Krolow, Willem Claassen

De Duitse dichter en schrijver Karl Krolow werd geboren op 11 maart 1915 in Hannover. Zie ook alle tags voor Karl Krolow op dit blog.

 

VATERLAND

1

Eisige Insel! Und es knallt der Wind
Wie Türen schlagen. Meine Augen muß ich
Hinhalten in die Schlacht, den Engelkampf,
Hinhalten wie zwei Löcher, rund und rußig,

Und nach dir ausschaun. Doch du treibst vorbei
Im Flusse Heraklits, vergessen schon.
Du blähst als schwarzes Wrack im Nachtchoral
Der Wasser, die dich zu verschlingen drohn.

Du fernes Tibet, in das Nichts verschollen!
Du trittst als Frost mir unter meine Haut.
Ich rufe nach dir leise aus dem Fieber:
Erloschnes Land, ins Windgestrüpp gebaut.

Du Frucht aus Mitternacht, die sich beschreibt
Im Leeren, unter einem schartigen Himmel,
Ich rufe Wehe in die Marschmusik
Des wilden Leids, in alles Qualgewimmel.

Im Draht der Schmerzen halt’ ich mühsam aus,
Der sich mir langsam durch die Brust gespannt.
Wie du mich anglühst aus verkohltem Blick
— Du Reich, verlorener als Feuerland,

Bestickt mit Sternen und mit fremdem Mond —
Steigt mir das Schluchzen lautlos kehlenhin.
Ich sitz und traure, hör der Vene zu,
Vom Blut durchrauscht und deinem alten Sinn.

 

II
Du bist der Pesthauch hinter gelben Zähnen
Und wirfst dich über mich und deckst mich zu.
Den Mund brichst du mir auf, erstickst in Gähnen
Was ich erfand an flötensüßer Ruh.

Auf deinem schwarzen Blut gleit ich in Nacht,
Halt meiner Glieder eisernes Gestänge,
Den Schädelkürbis aufwärts ins Gedränge,
Ins Keuchen einer schattenhaften Schlacht,

Die lautlos treibt auf deinem Geisterboden,
Auf dem Kadaver, den du ausgestreckt,
Der Totenlandschaft zwischen Haupt und Hoden;
Und schrei, von deinen Schreien angesteckt:

Du Vaterland der herrenlosen Hunde,
Die deinen Namen wie den Mond verbellen,
Mit ihren Schnauzen wühlen in der Wunde
Und schmatzend deinen blinden Leib entstellen!

Unnütze Leiche, Aalen preisgegeben,
Die langsam sich durch die Gewebe bohren!
Als Wolke Unrat seh ich dich entschweben.
Und an kein Jenseits himmelan verloren,

Ziehst du ins Nichts, ins träumelose Nimmer.
Du flüsterst nicht als Widerhall im Gras,
Als Sternbild nicht, das flutet mit Geflimmer.
Denn du vergingest flüchtiger als Gas.

 

ELEGIE VON DEN SOLDATEN

Unter den Lumpen tragen verbrannt sie die Haut,
Haben sie Fleisch, schwarz und vom Eisen zerrissen,
Blecken die großen Zähne, grölen mit Stimmen laut
Fremde Gesänge, vor denen den Frauen graut,
Und frieren im Ungewissen.

Im zerbrochenen Gebüsch sind ihre Leiber gehangen,
Heiter in Stricken, die sie sich selber geknüpft,
Staken die Köpfe wie Kürbisse gelb auf den Stangen,
Wehten die Bärte im Winde oben und sangen
Ihnen die Raben, wie sie den Wolken entschlüpft.

Aber sie lebten — erschossen oder an Galgen gehenkt —
Weiter und husten und stoßen die Zunge vor,
Haben die Arme im weißen Lichte geschwenkt,
Tod unterm Lid, das die Feuer der Schlachten versengt,
Lächelnd im Schein von Karbid und von grünlichem Chlor.

Und sie speien die Hoffnung wie Tabak, im Munde gekaut,
In den Schlamm vor die Füße und hinken vorbei,
Verzieht’ die gesprungenen Lippen und gehn ohne Laut
Unter im Schweigen, im knisternden Scharbockskraut,
Im Ohr das Gemurmel der höllischen Weissagerei.

 

Het obstakel van het leven

Het obstakel van het leven −
een terloopse notitie van Kant.
Men moet ook vandaag nog
met burgerlijke melancholie rekening houden.
In de buurt van tuinen
behoort het ogenblik tot de verbeelding:
een tulpenbed, een terras
met amandelbomen,
terwijl het onvermogen om iets te doen
voortduurt
Pijn en tegenpijn −
mijn hart heb ik alleen,
schrijft Werther, hoe men
zijn constitutionele depressie
behoudt of
het aanbreken van de nacht
een afschaffing van de orde
teweegbrengt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Karl Krolow (11 maart 1915 – 21 juni 1999)

 

Onafhankelijk van geboortedata:

De Nederlandse schrijver Willem Claassen werd geboren in Beuningen in 1982. Zie ook alle tags voor Willem Claassen op dit blog.

Uit: In het moment

“Vroeg in de ochtend, op mijn eerste dag in Oostburg, vindt er een prachtig, bewegend schouwspel plaats op de tafel waaraan ik eet en schrijf. Het wordt veroorzaakt door het zonlicht dat langs de wuivende bladeren van de boom door het raam op het tafelblad belandt. De koelkast naast de tafel zoemt zachtjes en ik vraag me af: speelt het licht met de bladeren, of spelen de bladeren met het licht?
Ik ben hier gekomen om de juiste balans te vinden tussen rust en schrijven, zoals waarschijnlijk veel residenten voor mij. ‘You can’t rush art,’ leerde ik eens van mijn toenmalige vriendin. Het is een quote uit Toy Story 2. Tenminste, als ik Google mag geloven. Al jaren moet ik mezelf steeds opnieuw aan die woorden herinneren, omdat iets in mij – een koppig, hardnekkig deel – ervan overtuigd is dat met rush wel degelijk iets moois te maken valt.
Zeeuws-Vlaanderen nodigt uit om rust te vinden. De warmte ligt als een zacht vlies over het landschap en dempt alles een beetje. Een man rent in het water, een fietser speelt met zijn fietsbel, een oma roept haar kleinkinderen, een vrachtwagen rijdt rustig voorbij, een vogel kwettert, een egel ligt dood in de berm, een lege streekbus slaat rechtsaf, een oliebollenkraam heeft de luiken nog dicht.
Ik noteer:
Als je aan het schrijven bent, leef je helemaal niet in het moment. Je bent ver, ver weg in je eigen geschapen wereld en de tijd verstrijkt zonder dat je je er bewust van bent. Maar als je even opkijkt van je laptop of papier, en vanuit je schrijfroes de omgeving tot je neemt, ben je juist helemaal in het moment. Veel meer dan wanneer je een wandeling door het park maakt of de afwasmachine inruimt. Het is voor een schrijver, of helemaal uit het moment, of er helemaal in.
Achteraf ben ik blij dat ik niet een dag eerder ben aangekomen, want dat was de dag van Wagner. Terwijl ik mijn tas probeerde in te pakken, trok Prigozjin met zijn huurlingenleger richting Moskou. Mijn journalistieke en geschiedkundige hart ging tekeer. Het inpakken nam veel tijd in beslag, want ik was totaal afgeleid door de muiterij, vrat alles wat erover naar buiten kwam. Tot ’s avonds de opstand uit het niets ophield te bestaan. Ook voor mij was het ineens klaar en koos mijn hart een kalmer tempo.”

 

Willem Claassen (Beuningen, 1982)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e maart ook mijn blog van 11 maart 2020 en eveneens mijn blog van 11 maart 2019 en ook mijn blog van 11 maart 2018 deel 3.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *