De Nederlandse dichter, performer, journalist en toneelschrijver Ko de Laat werd geboren op 27 september 1969 in Goirle. De Laat gaf van 1991 tot en met 2010 jaarlijks een dichtbundel uit, die hij in Tilburg als première presenteerde. De titels zijn: Dichter in Las Vegas (1991), Uit de gelijknamige bundel (1992), Ongemerkt voorbij (1993), Een naamgenoot uit Osdorp (1994), Vinketering (1995), De alwetende verteller (1996), Op het randje van de dansvloer (1997), Aloë Vera (1998), Van voor de dubbelvla (1999), Haarlem-Excelsior: 0-0 (2000), Kopstoot mijnerzijds (2001), Alleen deze week (2002), Zonder Botox (2003), Spamfilterblues (2004), Het ABC van de rimpelcrème (2005), De markt voor mooie dingen (2006), De mensen uit je arme tijd (2007), Levenskunstenaar (2008), Ach ja, ’t is overal wel wat (2009) en De boodschappen breken de dag (2010). De Laat was coauteur van vijf edities van de Tilburgse Revue en is theaterrecensent voor het Brabants Dagblad. Andere theaterproducties van zijn hand: het Tilburgse toneelstuk Ootentieke illemente (20010 en de eenakter Schijfjes en Blokjes (2010). Voor Brabants Dagblad schreef hij columns over de Tilburgse kermis en carnaval (1997-2002). Sinds 2004 schrijft hij wekelijks een actueel gedicht voor de website gedichten.nl en van 2005 tot 2010 had hij een vaste column op de site TilburgZ. Uit deze columns verscheen in 2010 een selectie in de bundel “Stadsgezichten van Tilburg”, met illustraties van Linda van Erve. In 2003 schreef hij een biografie over zijn oud-oom August de Laat en Mijn ontmoetingen met 1000 VIPs, een biografie over Peter Roozen die met duizend prominente personen op de foto ging. In 2007 publiceerde De Laat met Ed Schilders het boek Holland Carré, Twee eeuwen Noordhoek. In 2008 schreef hij de winnende inzending voor de Avond van het Nieuwe Lied, een liedjeswedstrijd van het Amsterdams Kleinkunstfestival. In 2009, 2010 en 2011 werd hij wederom bekroond bij de liedjeswedstrijd van het AKF, die inmiddels ‘Tekst & Muziek’ was gaan heten. In 2011 werd De Laat derde bij de wedstrijd om de Plantage Poëzieprijs.
Vijfdelige Kedinkedonkel voor Kronkel
Net voor de nacht viel
Kwam hij vertellen
Voorafgegaan door
Die Melodie
Hij kon meeslepend
Weloverwogen
Een leven vatten
In belletrie
Hij schreef kronieken
Vaak in een setting
Die toen al ophield
Om te bestaan:
Zo’n Amsterdamse
Verbruindemuurkroeg
Die gerestyled is
Of dichtgegaan
Dus toen de dood kwam
Was te voorspellen
Hoe het zijn status
Algauw verging…
Verdampend als de
Jenevernevel
Die rond zijn stukjes
Zo dikwijls hing
Maar dat verandert
’t Is nu zijn eeuwfeest
Met veel herdenking
Opeengehoopt
Met bovenal de
Verzamelbundel
Die door dat alles
Vrij goed verkoopt
De doorstart van een
Gestorven schrijver
Die nieuwe lezers
Nog weinig zegt
Gezien vanuit een
Commercie-oogpunt
Ten hoogste aardig
Maar wel terecht
Hoe die verkoudheid kwam
Eeuwige nazomer
’t Was reeds november haast
Maar -regelmatig toch-
Scheen weer de zon
Soms was het bijna zelfs
Zondereenjasaanweer
Wat onberekenbaar
Omdraaien kon
Ko de Laat (Goirle, 27 september 1969)