De Nederlandse schrijver, columnist en dichter Koos van Zomeren werd geboren in Velp op 5 maart 1946. Zie ook alle tags voor Koos van Zomeren op dit blog.
Uit: Omstandigheden
“Waar gaan we heen?” Debbie. Debbie ten voeten uit. Opgewekt, een tikje geforceerd misschien. Het verbaast me wel eens hoe aanwézig ze op zulke momenten is.
Dit is nieuw, dat ze langskomt omdat ze, zoals ze zegt, toevallig in de buurt was. Maar er begint al een patroon in te komen. Doorgaans op dinsdag, wat later op de ochtend. Koffie heeft ze dan al gehad. We maken een praatje en dan gaat ze met haar laptop aan de keukentafel zitten, voor mij het sein om me met een boek of een sudoku terug te trekken in de voorkamer. Tussen de middag eten we samen een boterham. Intussen zorgen deze bezoekjes ervoor dat ik het huis op orde houd, en broodtrommel en koelkast gevuld. Waarschijnlijk is dat ook de bedoeling ervan. Op gezette tijden regelt ze mijn bankzaken of verlost ze me van andere ongemakken die zich voordoen op de elektronische snelweg; de digitale vaardigheden die ik de laatste jaren in de boekhandel had verkregen, zijn zodoende als sneeuw voor de zon verdwenen. En dan is het: nou pa, ik ga, tot kijk maar weer. Haar vertrek is al even ingrijpend als haar aankomst. Het stuift altijd een beetje waar Debbie zich beweegt. Kuskuskus. Bij haar mik je geen Chanel maar appeltjes. In een paar sprongen de trap af. In de tussentijd ben ik bij het raam gaan staan om te kijken hoe ze op haar fiets stapt en de straat uit rijdt en verdwijnt om de hoek bij het mortuarium. We zwaaien niet. We zwaaien nooit. Kom op zeg, vader en dochter, we zijn geen geliefden of zo. Toch hoor ik er vaak iets van muziek bij, het smartelijke ‘adio’ uit een Italiaanse of in elk geval Italiaans gezongen opera. Mozart? Of toch Verdi? La Traviata? lk draai me om. Het huis is leeg.
lk wierp snel nog een blik op de kaart, zoals je dat ook doet wanneer je het lezen van een boek moet onderbreken: om te onthouden waar je gebleven bent. Daarna vouwde ik haar op en schoof ik haar terug in het plastic hoesje met het vignet van de kaartenwinkel. Alpenvereinskarte, 3/2, Lechtaler Alpen, Arlberggebiet (1:25 000).
“Lech am Albert, zei ik. ‘We zijn daar nu drie keer geweest, de eerste keer twee dagen, de tweede keer drie dagen en de derde keer een week En als ik op die kaart kijk: ik heb daar nog niet de helft gedaan van wat ik zou willen doen.”
De Italiaanse filmregisseur, dichter en schrijver Pier Paolo Pasolini werd geboren in Bologna op 5 maart 1922. Zie ook alle tags voor Pier Paolo Pasolini op dit blog.
DEEL VAN EEN BRIEF AAN DE JONGEN VAN CODIGNOLA
Beste jongen, ja, natuurlijk, laten we elkaar ontmoeten,
maar verwacht niets van deze ontmoeting.
Niet meer dan een nieuwe teleurstelling, een nieuwe
leegte: een van die ontmoetingen goed
voor narcistische waardigheid, als verdriet.
Met mijn veertigste ben ik nog net zo als toen ik zeventien was.
Hoe gefrustreerd ook, de veertigjarige en de zeventienjarige
zijn zeker in staat om elkaar te ontmoeten, stamelend
over gemeenschappelijke ideeën, over problemen
waartussen twee decennia zitten, een heel leven,
ook al zijn ze schijnbaar hetzelfde.
Totdat één woord, dat zijn weg uit de onzekere kelen vond,
uitgeput van het huilen en de wens om alleen te zijn
de ongeneeslijke ongelijkheid van dit alles onthult.
En samen met jou zal ik de dichter-
vader moeten spelen, en dan terugvallen op ironie –
Wat je in verlegenheid zal brengen: de veertigjarige
inmiddels de meester van zijn eigen leven,
levendiger, jonger dan de zeventienjarige.
Afgezien van deze waarschijnlijkheid, deze schijn,
heb ik je niets anders te vertellen.
Ik ben gierig, het weinige dat ik bezit
houd ik dicht tegen mijn duivelse hart.
En de twee stukken huid tussen jukbeen en kin,
onder de mond misvormd door een gedwongen, timide
glimlach, en het oog dat zijn zoetheid
verloren heeft, als een vijg die zuur is geworden –
vóór jou kan het exacte portret verschijnen
van de volwassenheid waar je door gekweld wordt,
een niet broederlijke volwassenheid. Wat heb jij aan
een generatiegenoot – die slechts verwelkt
in de magerheid die zijn vlees verslindt?
Wat hij heeft gegeven, heeft hij gegeven, de rest
is uitgeput medeleven.
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 5e maart ook mijn blog van 5 maart 2020 en eveneens mijn blog van 5 maart 2019 en ook mijn blog van 5 maart 2018 deel 1 en ook mijn blog van 5 maart 2017 deel 1 en ook deel 2.