De Russische essayist, criticus en schrijver Kornej Ivanovitsj Tsjoekovski werd geboren in Sint-Petersburg op 31 maart 1882. Tsjoekovski werd geboren als buitenechtelijke zoon van de joodse koopman Emmanuel Lewenson en zijn huishoudster. Hij trok met zijn moeder nar Odessa, bezocht daar het gymnasium, maar kon zijn studie niet voortzetten vanwege zijn lage afkomst. Hij leerde zichzelf Engels en werd van 1903 tot 1905 correspondent te Londen voor de krant in Odessa. Terug in Rusland begon hij literatuur vanuit het Engels te vertalen, onder andere Walt Whitman. Hij kwam in zo contact met literaire kringen, onder andere met Aleksandr Blok. Tijdens een verblijf in Finland leerde hij Ilja Repin en Vladimir Korolenko kennen. Vanaf 1905 begon hij ook literaire kritieken, essays en satirische verzen te schrijven, onder meer voor de toonaangevende tijdschriften ‘Signaal’ en ‘Weegschaal’. Vanwege enkele van deze publicaties werd hij in 1909 gearresteerd vanwege belediging van de Tsaar, maar uiteindelijk vrijgesproken. Tsjoekovski wierp zich een groot deel van zijn leven op als belangrijkste herontdekker en pleitbezorger van het werk van Nikolaj Nekrasov (waarvoor hij een doctorstitel kreeg toegekend), en was ook diens biograaf In de Sovjettijd verwierf Tsjoekovski vooral populariteit met zijn kinderboeken en kinderverzen, waarvan “Dokter Ajbolit”, “De gigantische voorn”, “De krokodil” en “Was ze schoon” generaties lang tot de favorieten van Russische kinderen behoorden. Ook zijn observaties over de kindertaal trokken de aandacht (Van twee tot vijf, 1933). Tsjoekovski verkreeg daarnaast veel bekendheid door zijn voortdurende steun aan schrijvers die vervolgd weren door het Sovjetregime, eerst heimelijk (hij schreef sympathieke portretten over verguisde schrijvers als Anna Achmatova en Michail Zosjtsjenko), na de ‘dooi’ ook openlijk. Hij was bijvoorbeeld de enige schrijver in de schrijversbond die Boris Pasternak in 1958 feliciteerde met de toekenning van de Nobelprijs voor de Literatuur. Tsjoekovski is de vader van Lidija Tsjoekovskaja. Hij overleed in 1969 op 87-jarige leeftijd in Peredelkino, bij Moskou.
Crocodile (Fragment)
(an old tale)
There was
The crocodile.
He went through the streets,
Cigarettes smoked,
Turkish said, –
Crocodile, Crocodile Crocodilefish!
Followed by the people
And sings and shouts:
“That’s a freak so ugly!
That nose, that mouth!
And where is the monster?”
The students behind him,
Chimney sweeps over him,
And push it
Offend him;
And some kid
Showed him shish,
And some watchdog
Bit him in the nose, –
Bad dog, bad-mannered.
Looked Crocodile
And watchdog swallowed
Swallowed it along with the collar.
Angry people
And calls and shouts:
“Hey, hold it,
Yes knit it,
Yes lead rather to the police!”
He rushes into the tram,
All shout: “Ah-Ah-Ah!”
And running,
Head over heels,
Home
In the corners:
“Help! Help! Mercy!”
Ran the policeman:
“What noise? What a howl?
How dare here to go
Turkish to speak?
The crocodiles here to walk”sign.
Grinned Crocodile
And the poor man swallowed,
Swallowed with boots and sword.
Kornej Tsjoekovski (31 maart 1882 – 28 oktober 1969)
Portret door Ilya Repin, 1910