De Zuidafrikaanse dichter Lucas Cornelis Malan werd geboren in Nylstroom op 19 juli 1946. Hij was de op een na jongste van zes kinderen. Zijn vader was meubelmaker. Hij begon zijn schooljaren in Noordwijk en vertrok daarna naar Pietersburg, waar hij in 1963 het matriculatie-examen aflegde. In 1964 schreef hij zich in aan het Normaalkollege in Pretoria, waar hij in 1966 een bachelor diploma behaalde met Afrikaans-Nederlands en kunstgeschiedenis als hoofdvak. In 1967 verwierf hij een onderwijsdiploma. Na een periode als docent aan de Hogere Seunskool Helpmekaar in Johannesburg nam hij in 1973 studieverlof en begon hij aan zijn BA in Afrikaans en Nederlands aan de Randse Afrikaanse Universiteit. In 1975 begon hij aan zijn MA aan de Universiteit van de Witwatersrand en in 1978 werd hem de graad met lof uitgereikt. In 1984 behaalde hij een tweede graad in de Toegepaste Taalkunde aan RAU en in 1989 zijn DLitt aan de Universiteit van Pretoria over de poëzie van Ernst van Heerden. Lucas was bijna 30 jaar bij het onderwijs betrokken. Vanaf 1987 was hij hoofd van het Departement Afrikaans aan de Johannesburg College of Education. In 1997 verliet hij het onderwijs en vestigde hij zich in Darling aan de West-Kaap. Lucas leverde regelmatig bijdragen aan kranten en tijdschriften en zijn recensies (toneel en letterkundig) en artikelen verschenen in Rapport, Vrije Weekblad, Kalender, Karring, Die Transvaler en Beeld. Vanaf 1986 tot 1992 schreef hij een regelmatige rubriek in De Kat over de Afrikaanse poëzie. Gedurende de jaren zeventig verschenen enkele gedichten van Lucas in Tijdschrift voor Letterkunde en Contrast en in 1979 en 1980 ook in The Bloody Horse en Standpunten. In 1981 verscheen zijn debuutbundel, een “’n Bark vir die ontheemdes” In 1985 volgde “Tydspoor”, in 1987 “Edenboom”, “Kaartenhuis” in 1990, “Hongergrond” in 1994 en in 2002 “Afstanden”. In 2008 wordt “Vermanings” gepubliceerd. In 1986 schreef Lucas een bekroond drama (derde plaats in Radio Zuid-Afrika’s landelijke competitie voor hoorspelen), “Die jaar van die yskaste”, Op 15 april 2010 stierf hij aan complicaties na een hartoperatie.
DIE STERRE VOORSPEL
Wanneer die Diereriem na die stand
van die Bul beweeg, word die nagte stil
en die aarde koud. Die geil wildedruif
het algaande rooi van skaamte opgekrul
en skud nou bedees haar nuttelose drag
blare af. Vrugloos was dié stok se jaar
en sy brand nou so stuk-stuk af.
Die bol, die struik, die boom en blom
het ‘n saak met die stand van die son;
maar die kleiner een, die silwerling
van die nag, ons wufte maan – wat
kan sý met ‘n stuiwer bring?
Ag, sy grimeer maar na gelang van dit
wat die Bul verlang. Saans bak sy mooi
broodjies, volrond, en sy gaan haar gang;
sy doen gewoon en gedra haar fatsoenlik
– soos dit ‘n kieskeurige dame betaam
wat van groter dinge weet; sy wat kuis
bly wag op die koms van die Ram.
THE STARS FORETELL
When the Zodiac revolves towards
the sign of the Bull, the nights grow still
and the earth grows cold. The rank wild grape
gradually curls up in her blush of bashfulness,
timidly casting off her ineffectual robes
of leaves. Fruitless was this vine’s year
and piecemeal she is now burning down.
The bulb, the shrub, the tree and flower
have a concern with the position of the sun;
but the smaller one, the silverling
of the night, our frivolous moon – what
ha’penny’s worth can she bring?
Ah, she titivates herself to please
the Bull. At night it’s time for humble
pie, full-rounded, and she goes her way;
as always she behaves respectfully
– as befits a fastidious lady
who knows of greater things; she who chastely
keeps waiting for the coming of the Ram.
Vertaald door Charl J.F. Cilliers
Lucas Malan (19 juli 1946 – 15 april 2010)