De Spaanse dichter Luis de Góngora y Argote werd geboren op 11 juli 1561 in Cordoba. Zie ook mijn blog van 11 juli 2007 en ook mijn blog van 11 juli 2008.
Romance
The loveliest girl in all our country-side,
To-day forsaken, yesterday a bride,
Seeing her love ride forth to join the wars,
With breaking heart and trembling lip implores:
“My hope is dead, my tears are blinding me,
Oh let me walk alone where breaks the sea!
“You told me, Mother, what too well I know,
How grief is long, and joy is quick to go,
But you have given him my heart that he
Might hold it captive with love’s bitter key,–
My hope is dead, my tears are blinding me.
“My eyes are dim, that once were full of grace,
And ever bright with gazing on his face,
But now the tears come hot and never cease,
Since he is gone in whom my heart found peace,
My hope is dead, my tears are blinding me.
“Then do not seek to stay my grief, nor yet
To blame a sin my heart must needs forget;
For though blame were spoken in good part,
Yet speak it not, lest you should break my heart.
My hope is dead, my tears are blinding me.
“Sweet Mother mine, who would not weep to see
The glad years of my youth so quickly flee,
Although his heart were flint, his breast a stone?
Yet here I stand, forsaken and alone,
My hope is dead, my tears are blinding me.
“And still may night avoid my lonely bed,
Now that my eyes are dull, my soul is dead.
Since he is gone for whom they vigil keep,
Too long is night, my tears are blinding me,
Oh let me walk alone where breaks the sea!”
De Franse schrijver Léon Marie Bloy werd geboren op 11 juli 1846 in Périgueux. Zie ook mijn blog van 11 juli 2006. Zie ook mijn blog van 11 juli 2007 en ook mijn blog van 11 juli 2008.
Uit: Journal
„Lorsque vous avez décidé – avec plus ou moins de sagesse – que telle chose devra être accomplie par vous, tel jour et telle heure, ce jour et cette heure reçoivent, de la puissance mystérieuse de votre vouloir, un certain caractère d’opportunité qui destitue, aussitôt, les autres jours et les autres heures de ce qui pourrait les rendre favorables au succès de votre dessein. On est donc à peu près sûr d’échouer si on manque d’exactitude, c’est-à-dire si on intervertit le rôle des heures et des jours, – puisqu’il faut alors que Dieu agisse miraculeusement pour que le succès soit obtenu, quand même.
30 mai 1894.
*
L’épouvantable immensité des abîmes du ciel est une illusion, un reflet extérieur de nos propres abîmes, aperçus “dans un miroir”. Il s’agit de retourner notre oeil en dedans et de pratiquer une astronomie sublime dans l’infini de nos coeurs, pour lesquels Dieu a voulu mourir. Aucun homme ne peut voir que ce qui est en lui. Si nous voyons la Voie lactée, c’est qu’elle existe véritablement dans notre âme.
6 juin 1894.“
De Nederlandse schrijfster en coumniste Marjan Berk werd geboren op 11 juli 1932 in Zeist als Marie-Janne van Baaren. Zie ook mijn blog van 11 juli 2008.en ookmijn blog van 11 juli 2007.en ook mijn blog van 11 juli 2006.
Uit: Het schreien niet verleerd
‘Ze luisteren niet. De urgentie van wat ik ze wil zeggen, ontgaat ze. Met ongeïnteresseerde ogen kijken ze mij aan, ik bereik ze niet. Ze wenden zich af en praten met elkaar! Het is stuitend! Pijnlijk! En ik sta in de kou!’
Hoog te paard, in wilde galop hield Lena voor de zoveelste keer haar verontwaardigde betoog. ‘Ha! Ze wijzen me af. Het thema van mijn leven! Ik hoor het mijn vader nog zeggen: “Leentje praat wel érg veel!” Vijf jaar was ik. Vijf jaar! Een enthousiast kind. De enige mens die ooit werkelijk naar mij heeft geluisterd was mijn grootvader!’
‘Eh…’ De psychiater probeerde een wig te drijven in de opgewonden monoloog. Tevergeefs. Lena gedoogde geen onderbreking.
‘Afwijzing. Een afgewezen kind. Dat is mijn deel. Een open wond. Komt nooit meer goed!’
‘Maar…’
Hij kwam niet aan het woord en verbaasde zich hoe het mógelijk was voor iemand op deze leeftijd die niet alleen leed aan een haast exotische spreekdrang, maar er ook nog een opa-syndroom op na hield. Een grootvader die al meer dan zestig jaar dood was.
‘Mevrouw Steketee…’
Het mocht niet baten.
‘“Kan je het misschien eens even niet over jezelf hebben!” Dat zei mijn oudste dochter laatst. Maar er is er hier maar één. Ziet u nog iemand anders? Ik kijk om mij heen. Wat zie ik? Mezelf! Waar moet ik het in godsnaam anders over hebben? Ik leef in een voortdurend misverstand! Ik…’
Plotseling onderschepte Lena de blik van de psychiater, die tersluiks naar de klok boven haar hoofd keek. De woordenvloed stopte abrupt. Haar mond viel open. In haar hoofd echoden haar laatste woorden na.
‘Gaat u verder.’
Maar Lena ging niet verder. Ze staarde naar de zielendokter bij wie ze nu ruim een jaar lang wekelijks haar hart, haar moordkuil, kwam uitstorten. Die haar geduldige klankbord was. Die ze vertrouwde. En die ze nu had betrapt op verveling. Ze verveelde hem.
Hij had genoeg van haar. Hij ook.“
Hier viel niets meer te zeggen. Alles was gezegd.
Het was een moment van groot inzicht.
De Oostenrijkse dichter en schrijver Richard Beer-Hofmann werd geboren op 11 juli 1866 in Wenen.
Uit: Der männliche Blick der Medusa
(Elke Surmann über Tod und Liebe bei Richard Beer-Hofmann und Arthur Schnitzler)
„Nach etwas überfrachtet wirkenden Ausführungen zu ihren theoretischen Positionen weist die Autorin nach, dass die differenten kulturellen Konzepte von Männlichkeit und Weiblichkeit in den drei von ihr untersuchten Erzählungen (Richard Beer-Hofmanns “Der Tod Georgs” sowie “Sterben” und “Der letzte Brief eines Literaten” von Arthur Schnitzler) auch in den zentralen, geschlechtsspezifisch ausgeführten “Sterbeinszenierungen” dargestellt werden. Die drei Texte sieht sie dadurch verknüpft, “daß jeweils eine Todesnachricht die Figuren mit der Tatsache der Negation des Ich” konfrontiert.
Surmanns Untersuchung des Zusammenspiels von Liebe und Tod fällt überzeugend aus: In “Der Tod Georgs” stellt Beer-Hofmann den Fetischcharakter dar, den der “zum ästhetischen Bild mortifizierte sterbliche Körper” der namenlosen von Paul erträumten Frau für den Protagonisten hat. Zwar kritisiert Beer-Hofmann die “Mortifizierung des Weiblichen als passives Idealbild”, jedoch wird diese Kritik über einen sterbenden weiblichen Körper vorgetragen, der “zukunftslos ausgelöscht” wird. Ein “selbstbestimmtes Eigenleben” oder auch nur eine “Wahlmöglichkeit” für die Frau wird vom Autor hingegen nicht in Betracht gezogen. Das von Beer-Hofmann “entworfene Bild” sei daher zwar kritisch, aber pessimistisch. Ähnlich fällt das Urteil über die beiden untersuchten Erzählungen Schnitzlers aus, von denen “Der letzte Brief eines Literaten” – anders als Beer-Hofmanns bekanntester und vielleicht auch meistinterpretierter Text – zwar “in der Forschung” bisher nicht “völlig unbeachtet geblieben” ist, tatsächlich aber nur sehr geringe Beachtung gefunden hat. Zu den wenigen, die sich bislang mit der Erzählung befasst haben, gehören etwa G. J. Weinberger, der ihr 1996 in den “Michigan Germanistic Studies” einen Aufsatz widmete, und Maya D. Reid, die sie bereits 1972 in der Zeitschrift “German Quaterly” zusammen mit Schnitzlers “Andreas Thameyers letzter Brief” beleuchtete.„
Zie voor de vier bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 11 juli 2009.
De Surinaamse dichteres Johanna Schouten-Elsenhout werd geboren in Paramaribo op 11 juli 1910. Zie ook mijn blog van 11 juli 2007.
De Franse schrijver Jean-François Marmontel werd geboren op 11 juli 1723 in Bort-les-Orgues.