De Nederlandse dichter, publicist en diplomaat Maarten Mourik werd geboren in Streefkerk op 18 februari 1923 als zoon van een boer die later gemeenteambtenaar werd. In de Tweede Wereldoorlog verbleef hij als dwangarbeider in Bernau in Duitsland. In 1946 trad hij in dienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij was van 1978 tot 1985 ambassadeur van Nederland bij de UNESCO. Hij ging in 1988 met pensioen. Na zijn pensionering richtte Mourik in 1990 het Nederlands-Vlaamse ‘Comité Buitenlands Cultureel Beleid’ mee op, dat zich inzette voor een meer actief buitenlands cultureel beleid. Mourik werd echter vooral bekend na zijn loopbaan toen hij in januari 2001 een aanklacht indiende tegen Jorge Zorreguieta wegens ‘misdaden tegen de menselijkheid’; hij had opdracht gegeven aan de Amsterdam International Law Clinic, later aan de advocaten Britta Böhler en Liesbeth Zegveld om te onderzoeken of aangifte mogelijk was. Het Nederlandse Openbaar Ministerie besloot na die aanklacht dat in Nederland niet tot vervolging kon worden overgegaan. Over zijn strijd tegen Zorreguieta publiceerde hij in het boek “Dubbelgevecht”, waar hij ook zijn eigen strijd na een beroerte beschreef. In dit boek onthulde hij dat toenmalig algemeen secretaris van Beatrix der Nederlanden, Philip de Heer, een poging had gedaan Mourik van aangifte tegen Zorreguieta af te houden.
Nomade
En elke keer opnieuw dan loopt
men in de val van eigen dromen;
hoe vaak al heb ik niet gehoopt
in de oase aan te komen
waar niets meer tot vertrekken noopt,
met altijd groenend gras en bomen,
en water dat men krijgt, niet koopt.
Maar aan het lot is niet te ontkomen.
Want men voert met zich mee de beesten
waarvan men dienaar is en heer,
maar ’t eerste altijd nog het meeste
en zo bevuilt men keer op keer
wat paradijs had kunnen zijn,
en drijft zichzelf in de woestijn.
Het Vijfde Seizoen
Boven onze hoofden zwenken
de trekvogels terug naar ’t Noorden;
onder onze voeten breken
narcissen door het herfstig gras;
hoewel de nachten langer worden
lengen nu ook de dagen weer;
– er is absoluut geen twijfel mogelijk:
dit jaar brengt ons een tweede lente.
Maarten Mourik (18 februari 1923 – 30 september 2002)