Onafhankelijk van geboortedata
De Nederlandse dichteres en schrijfster Margreet Spoelstra werd geboren in Vrouwenpolder in 1952. Spoelstra volgde een opleiding aan de Sociale Academie en werd in 1979 maatschappelijk werkster in Eindhoven. In 1985 startte ze met de opleiding theologie in Utrecht, die zij later vervolgde in Amsterdam. Nadat ze een periode werkzaam was als pastor in de oecumenische basisgemeente “Jonge Kerk” in Roermond, werd ze geestelijk verzorger in de gezondheidszorg. Vanaf 1992 is zij als dichteres actief. Het werk van Spoelstra wordt gekarakteriseerd als muzikaal. In 1996 publiceerde zij de bundel “Blauwe regen”, in 2000 gevolgd door “Cirkels en lijnen”. In 2003 verscheen de CD Zomerregen met teksten van onder anderen de dichteressen M. Vasalis, Judith Herzberg en Ida Gerhardt en met een tekst van Spoelstra: “Beth, een huis voor onderweg”. Teksten van Spoelstra zijn ook opgenomen in “Zingenderwijs” (2005), een bundel nieuwe teksten op bestaande religieuze melodieën met bijdragen van onder meer Huub Oosterhuis. In 2015 verscheen de verhalenbundel “Kleuren van Kloostervelden”.
Gras
het was heel vreemd ik wist het ook pas later
de trein was al het wit alweer voorbij
dat kievitwit van weiden en de snater
van ongehoorde eenden en toen hij
weer ademhaalde en mijn kaartje vroeg
was het alsof de nooit geweest vervlogen
herinnering dat lichte niet verdroeg
ik vond mijn kaartje met gesloten ogen
een muur vol graffiti een brug die brult
wat late spruitjes nog en boerenkolen
volkstuinen bol van narcis en violen
een bel, een overweg, een groene molen
maar ergens weet ik gras dat witverscholen
een conducteur en mij van licht vervult
Keervers
als rood en weemoedig het daglicht gaat liggen
commissies weer zwijgen den haag zich verbergt
tirannen in bunkers de weldoener spelen
de lente een klaproos op slagvelden legt
als kinderen vragen waar vaders naar toe zijn
als wie er asiel zoekt geen brood krijgt maar steen
dan weet ik van zeeën
van nooit en nog verder
en dat liefde vluchtte
per voertuig verdween
er stroomt nog wat water door stille rivieren
er houdt nog één boompje haar blad even vast
de adem van morgen valt wit op de golven
legt zorgzaam een deken op hemelsblauw gras
Margreet Spoelstra (Vrouwenpolder, 1952)