De Griekse dichteres Maria Polydouri werd geboren op 1 april 1902 in Kalamata. Zie ook alle tags voor Maria Polydouri op dit blog.
Dedication
Beloved, autumn’s Hour has come
to my door outside. It wears a yellow
wreath of myrtle. In its triumphant
hands a mournful guitar,
An old-time guitar enclosing
a wealth of sound upon sound. A holy
cradle. Every pain, every knowledge
that was sweet and has gone sour,
Sound distills within its heart.
Beloved, autumn’s Hour has come
to my door without hesitation
And its strumming every now and then
as if it were your secret voice
singing me your verses as of old.
Vertaald door Mollie Boring
Maria Polydouri (1 april 1902 – 30 april 1930)
Portret door Asargiotaki Kalliopi
De Engelse journalist en schrijver Edgar Wallace werd geboren in Greenwich op 1 april 1875. Zie ook alle tags voor Edgar Wallace op dit blog.
Uit: King Kong (samen met Merian C. Cooper)
„Hanging tightly to his money, he lumbered out of the taxi with that short-winded dignity which marks the fat man of fifty-odd. In the same moment, an old watchman poked a cold red nose around the corner of a warehouse.
Weston hailed him:
“Hi, Cap! Is that the moving picture ship?”
Only after the cold red nose had bobbed assent did Weston pass over the cab fare, and even then there was a glint of suspicious doubt in his eye. Still hardly more than half satisfied that he had not mistaken the rendezvous, he scuffed through the light fall of snow to the Wanderer’s gangway.
“ ’re you another one agoin’ on this crazy voyage?” the old watchman demanded suddenly from the gloomy shadow of the warehouse.
“Crazy?” Weston swung around the more quickly because the adjective bolstered a conviction that had been growing in his own mind. “What’s crazy about it?”
“Well, for one thing, the feller that’s bossin’ it.”
“Denham?”
“That’s him! A feller that if he wants a picture of a lion’ll walk right up and tell it to look pleasant. If that ain’t crazy, I want to know?”
Weston chuckled. That wasn’t so far from his own estimate of the doughty director of the Wanderer’s destinies.
“He’s a tough egg, all right,” he agreed. “But why the talk about this voyage being crazy?”
“Because it is, that’s why.”
The watchman emerged from his snug, protected niche the better to pursue the conversation.“
Edgar Wallace (1 april 1875 – 10 februari 1932)
De Nederlandse schrijver Arnold Aletrino werd geboren in Amsterdam op 1 april 1858. Zie ook alle tags voor Arnold Aletrino op dit blog.
Uit: Martha
„De bruidsmeisjes waren weggegaan. Wachtend tot haar bruigom haar kwam halen stapte Martha achteruit naar ’t raam, stijf, kleinvoelend in de vreemde nieuwheid van haar japon, warm-ademend onder de dichte gazing van haar sluier die over haar heenstond met rechte, hoekig-builende plooien. In de plotseling nêergeslagen stilte na het heenzijn van allen om haar heen zinde zij langsaam uit de warrelende jachting van haar geholpen aankleeden en de moewende drukte van den ongewonen ochtend, verwonderd ziende over de woelige overhooptheid van de kamer die dof-lag boven de rumoering van geluiden beneden in huis.
Onder het glazen noordlicht dat door de hooge vensters naar binnen koelde stonden de meubelen sufstarend uit de rechtlooperende streeping van het tapijt, dood achtergebleven in de kleurloose drooming die suizend van de hooge zoldering deinde. Diep in de kamer schemerde, nêerstaand in langhangende plooien, het grijze wit der bedgordijnen, roerloos vagend een weeke breking in de toonloose tint die zwaar dreef door het matte vertrek. Hier en daar lag ’t wit van een kleedingstuk. slap nêergeflapt met weeke plooiingen, moê, uitgezakt hangend in een onverschillige lamheid.
Buiten helderde een zuivere, têerwevende zonneschijn over den tuin, rustig uitliggend onder de koele schaduw van het breede huis. Diep tusschen de dichtgroenende boomen trokken de grijze paden, lêegbochtend langs de dungroene graskanten, lich-plekkend van onregelmatige vloeisels zon, verlaten slapend achter de zenuwende rumoering die week-trillend naar buiten ruischte door de gëopende tuindeuren.“
Arnold Aletrino (1 april 1858 – 17 januari 1916)
De Engelse dichter en schrijver John Wilmot, 2e graaf van Rochester . werd geboren in Ditchley, Oxfordshire, op 1 april 1647. Zie ook alle tags voor John Wilmot op dit blog.
All My Past Life…
All my past life is mine no more,
The flying hours are gone,
Like transitory dreams given o’er,
Whose images are kept in store
By memory alone.
What ever is to come is not,
How can it then be mine?
The present moment’s all my lot,
And that as fast as it is got,
Phyllis, is wholly thine.
Then talk not of inconstancy,
False hearts, and broken vows,
Ii, by miracle, can be,
This live-long minute true to thee,
‘Tis all that heaven allows.
John Wilmot (1 april 1647 – 26 juli 1680)
Johnny Depp in de film The Liberine (The story of John Wilmot), 2004
De Duitse schrijver Carl Sternheim werd als zoon van een joodse bankier geboren op 1 april 1878 in Leipzig. Zie ook alle tags voor Carl Sternheim op dit blog.
Uit: Napoleon
„Er prägte sich die kauende, trinkende Menschheit in allen Abstufungen fest und bildhaft ein.
Durch Kennerschaft wurde er ihr Berater und Führer, wies den Hungrigen feste Nahrung, bediente die ewig Satten mit Schaum und Gekröse; von ihm zu allen Tischen lief ein Band des Verständnisses. Hob der Gast nur die Karte, fi el von Napoleons Lippen erlösend der gewünschten Speise Name. Jahrelang blieben die seine Lieblinge, deren leibliche Not die Kost stillen sollte. Ein saftiges Stück Fleisch, von kräftigen Zähnen gebissen, schien ihm die gelungenste Vorstellung. Doch machte er Unterschiede zwischen den Sorten. Ließ er Kalb und Lamm im Hinblick auf ihre feste Zusammensetzung gelten, war ihm Wild und Geflügel wenig sympathisch. Von Fischen, Austern und Verwandtem hielt er der lockeren Struktur wegen nicht das geringste, Inbegriffguter Nahrung war ihm das Rind. Unwillkürlich sah er beim Hin- und Heimweg die Begegneten auf die Beschaffenheit ihrer Muskulatur hin an.
Die erschienen ihm wohl bereitet, die über straffem Knochenbau gedrängte Materie trugen. Die Mageren verachtete er, und die mit losem Fett Gepolsterten waren ihm verhaßt. Einem gut aufgesetzten Körper folgten seine Blicke zärtlich und zerlegten ihn augenblicklich in gigots, seile, côtes und côtelettes. In der Einbildung streute er Pfeffer und Salz hinzu, garnierte, schnitt und servierte das Ganze mit passendem Salat; dann lächelte das junge Gesicht, und hingerissen, ahnte er nicht, in welcher Zeit er lebte; unterschied Sommer undWinter, Trockenheit und Regen, Überfl uß und Notdurft nicht und wußte nur: dies freut den Gast.“
Carl Sternheim (1 april 1878 – 3 november 1942)