De Peruviaanse schrijver Mario Vargas Llosa werd geboren op 28 maart 1936 in Arequipa. Zie ook alle tags voor Mario Vargas Llosa op dit blog.
Uit: Conversation in the Cathedral (Vertaald door Gregory Rabassa)
„1975
Popeye Arévalo had spent the morning on the beach at Miraflores. You look toward the stairs in vain, the neighborhood girls tell him, Teté’s not coming. And as a matter of fact, Teté didn’t go swimming that morning. Defrauded, he went home before noon, but while he was going up the hill on Quebrada he could see Teté’s little nose, her curls, her small eyes, and he grew emotional: when are you going to notice me, when Teté? He reached home with his reddish hair still damp, his freckled face, burning from the sun. He found the senator waiting for him: come here, Freckle Face, they would have a little chat. They shut themselves up in the study and the senator, did he still want to study architecture? Yes, papa, of course he wanted to. Except that the entrance exam was so hard, a whole bunch took it and only a small few got in. But he’d grind and he’d probably get in. The senator was happy that he’d finished high school without failing any courses and since the end of the year he’d been like a mother to him, in January he’d increased his allowance from twenty to forty soles. But even then Popeye didn’t expect so much: well, Freckled Face, since it was hard to get into Architecture, it would be better not to take a chance this year, he could enrol in the prep course and study hard, and that way you’ll get in next year for sure: what did Freckled Face think? Wild, papa, Popeye’s face lighted up even more, his eyes glowed. He’d grind, he’d kill himself studying and the next year he’d get in for sure. Popeye had been afraid of a deadly summer, no swimming, no matinees, no parties, days and nights all soaked up in math, physics and chemistry, and in spite of so much sacrifice, I won’t get in and my vacation will be completely wasted.“
Mario Vargas Llosa (Arequipa, 28 maart 1936)
De Vlaamse roman- en toneelschrijver Walter van den Broeck werd geboren in Olen op 28 maart 1941. Zie ook alle tags voor Walter van den Broeck op dit blog.
Uit: Brief aan Boudewijn
„Na onze derde ontmoeting-van-op-afstand, maakte ik nochtans de bedenking, dat het veel makkelijker moet zijn onze realiteit in uw voorstelling te doen doordringen, dan uw voorstelling in onze realiteit. Het was mij duidelijk geworden, dat niemand het terrein van uw voorstelling ècht had willen betreden, wellicht omdat iedereen had gevoeld dat betreden meteen ook vernietigen betekende. Het lijkt er dus op dat iedereen uw voorstelling in stand wil houden. Uit een infantiele refleks?
Het is waar, een koning schept rust, geeft de burger de illusie dat de wereld eenvoudig en overzichtelijk is. Door zijn loutere aanwezigheid verdeelt hij zijn rijk in twee stukken. Het ene is hem welgezind, het andere haat hem. En liever dan de echte, krankzinnigmakende kompleksiteit van deze wereld onder ogen te zien, houden wij vast aan een eenvoudig wereldbeeld waar alles en iedereen een duidelijke en vaste plaats lijkt te hebben.
Als men zijn vertrouwen heeft gesteld in de kreativiteit van een volk, zoals ik, dan moet men ook waardering opbrengen voor de afweerstrategieën waarvan het zich pleegt te bedienen, vind ik.
Veel moeilijker is het uw voorstelling door te doen dringen in onze realiteit. Wij doen immers alle mogelijke moeite om u op een dwaalspoor te brengen, om onze werkelijkheid voor u te verbergen. Ik weet waar ik het over heb; ik heb het zelf een paar keer met mijn eigen ogen gezien.
Voor u ergens op bezoek gaat, wordt uw reisweg door stads- en gemeentebesturen nauwkeurig bestudeerd. In ijltempo krijgen de wegen en de straten waarover u straks zult rijden een nieuw laagje tarmac.“
Walter van den Broeck (Olen, 28 maart 1941)
De Nederlandse dichter Chrétien Breukers werd geboren op 28 maart 1965 in het Limburgse Leveroy. Zie ook alle tags voor Chrétien Breukers op dit blog.
Begraaf mijn hart in Limburg
Begraaf mijn hart in Limburg. Zet mijn handen bij
aan de boorden van de Leveroyse beek.
Geef mijn voeten rust in de parochiekerk.
Leg mijn ledematen onder deze struik
en zegen ze met takken uit de palmentuin.
Mijn romp mag rusten bij de oude school. Laat
mijn hoofd voorover vallen van het hakblok
van de slager met zijn zwarte schort. Mijn milt
blijft eeuwig kloppen op het voetbalveld.
Mijn nieren worden opgediend met fijne saus.
Begraaf mijn hart in Limburg. Bak mijn lever in
een mengelmoes van ui, rozijn en kruiderij.
Draai van mijn darmen worst. Doe mijn prostaat aan
rovers van de hand. Vouw mijn geslacht sereen,
onzichtbaar, in de plooien van dit akkerland.
Doe mijn longen maar niet weg. Blaasbalgachtigen.
En laat ook strottenhoofd en stemband in dat
lege land hun riedel zingen. Laat ze kaddisj
zeggen voor mijn hart. Mijn hart dat ik bij leven
en uit vrije wil begroef, ver weg, inLimburg.
Omweg via Winsum
Tamminga, ook ik verloor een zoon.
Toorn richting de hemel, die met zwijgen
werd beloond. Laagtij voor het zware hart.
Weten: niet méér dan ijdel wachten lijkt
dit leven, nu het moet geleefd. Mijn zoon
is droomschuim, rouwkruid, inkt op perkament.
Vaders tronen hoog, hoogmoedig, boven
eigen schepsels uit. De natuur verdraagt
dat niet en straft. Inktwaan, zangdrift,
en het leven in een leeg heelal.
Chrétien Breukers (Leveroy, 28 maart 1965)
De Amerikaanse schrijver Nelson Algren werd geboren op 28 maart 1909 in Detroit. Zie ook alle tags voor Nelson Algren op dit blog.
Uit: A Walk on the Wild Side
“He’s just a pore lonesome wife-left feller,” the more understanding said of Fitz Linkhorn, “losin’ his old lady is what crazed him.
“That man is so contrary,” the less understanding said, “if you throwed him in the river he’d float upstream.”
For what had embittered him Fitz had no name. Yet he felt that every daybreak duped him into waking and every evening conned him into sleep. The feeling of having been cheated-of having been cheated- that was it. Nobody knew why or by whom.
But only that all was lost. Lost long ago, in some colder country. Lost anew by the generations since. He kept trying to wind his fingers about this feeling, at times like an ancestral hunger; again like some secret wound. It was there, if a man could get it out into the light, as palpable as the blood in his veins. Someone just behind him kept turning him against himself till his very strength was a weakness. Weaker men, full of worldly follies, did better than Linkhorn in the world. He saw with eyes enviously
slow-burning.
“I ain’t a playin’ the whore to no man,” he would declare himself, though no one had so charged him.
Six-foot-one of slack-muscled shambler, he came of a shambling race. That gander-necked clan of which Calhoun and Jackson sprang. Jesse James’ and Jeff Davis’ people.
Lincoln’s people. Forest solitaries spare and swart, left landless as ever in sandland and Hooverville now the time of the forests had passed.“
Nelson Algren (28 maart 1909 – 9 mei 1981)
De Amerikaanse schrijfster Lauren Weisberger werd geboren op 28 maart 1977 in Scranton, Pennsylvania. Zie ook alle tags voor Lauren Weisberger op dit blog.
Uit:The Devil Wears Prada
„The light ahead of me blessedly turned red and looked as though it might be a long one. The car jerked to a stop without hitting anyone or anything, and I breathed a sigh of relief. “I’m in the car right now, Miranda, and I should be at the garage in just a few minutes.” I figured she was probably concerned that everything was going well, so I reassured her that there were no problems whatsoever and we should both arrive shortly in perfect condition.
“Whatever,” she said brusquely, cutting me off midsentence. “I need you to pick up Madelaine and drop her off at the apartment before you come back to the office.” Click. The phone went dead. I stared at it for a few seconds before I realized that she’d deliberately hung up because she had provided all of the details I could hope to receive. Madelaine. Who the hell was Madelaine? Where was she at the moment? Did she know I was to pick her up? Why was she going back to Miranda’s apartment? And why on earth–considering Miranda had a full-time driver, housekeeper, and nanny–was I the one who had to do it?
Remembering that it was illegal to talk on a cell phone while driving in New York and figuring the last thing I needed at that moment was a run-in with the NYPD, I pulled into the bus lane and switched my flashers on. Breathe in, breathe out, I coached myself, even remembering to apply the parking brake before taking my foot off the regular one. It had been years since I’d driven a stick-shift car–five years, actually, since a high school boyfriend had volunteered his car up for a few lessons that I’d decidedly flunked–but Miranda hadn’t seemed to consider that when she’d called me into her office an hour and a half earlier.“
Lauren Weisberger (Scranton, 28 maart 1977)
Zie voor nog meer schrijvers van de 28e maart ook mijn vorige blog van vandaag en eveneens mijn eerste blog van vandaag.