De Japanse dichter, romancier en essayist Naoki Higashida werd geboren op 12 augustus 1992 in Kimitsu. Bij Higashida werd op de leeftijd van 5 jaar autisme gediagnosticeerd. Hij was niet in staat om zichzelf verstaanbaar te maken aan mensen om hem heen en zijn gedrag werd als grillig beschouwd. Ondanks zijn handicap leerde Higashida snel de Japanse karakters. Door het bezoeken van een nabijgelegen instelling voor naschools onderwijs slaagde hij erin om zich beter uit te drukken. Snel begon hij Japanse karakters te schrijven met de hulp van volwassenen. Hij was in staat om een aantal van zijn emoties te uiten. Higashida’s moeder merkte hoe expressief hij zich kon uiten en moedigde hem aan om gedichten en korte verhalen schrijven. Op de leeftijd van 11, en opnieuw toen hij 12 was, won de eerste prijs Higashida in de Sprookjes van Grimm wedstrijd in het schrijven van verhalen. Sinds 2004 heeft Higashida meer dan twintig boeken van fictie en non-fictie gepubliceerd. “Waarom ik soms op en neer spring ” werd in 2007 gepubliceerd als boek met 58 vaak gestelde vragen over zijn autisme en zijn openhartige, soms verrassende antwoorden daarop. Het boek was een groot succes in Japan, maar de ontdekking en de daaropvolgende Engelse vertaling door David Mitchell, die woonde in Japan en een Japanse vrouw heeft, bereikte het mainstream-publiek over de hele wereld.
Uit:The Reason I Jump (Vertaald door David Mitchell)
“What’s the reason you jump?
What do you think I’m feeling when I’m jumping up and down clapping my hands? I bet you think I’m not really feeling anything much beyond the manic glee all over my face.
But when I’m jumping, it’s as if my feelings are going upward to the sky. Really, my urge to be swallowed up by the sky is enough to make my heart quiver. When I’m jumping, I can feel my body parts really well, too—my bounding legs and my clapping hands—and that makes me feel so, so good.
So that’s one reason why I jump, and recently I’ve noticed another reason. People with autism react physically to feelings of happiness and sadness. So when something happens that affects me emotionally, my body seizes up as if struck by lightning.
“Seizing up” doesn’t mean that my muscles literally get stiff and immobile—rather, it means that I’m not free to move the way I want. So by jumping up and down, it’s as if I’m shaking loose the ropes that are tying up my body. When I jump, I feel lighter, and I think the reason my body is drawn skyward is that the motion makes me want to change into a bird and fly off to some faraway place.
But constrained both by ourselves and by the people around us, all we can do is tweet-tweet, flap our wings and hop around in a cage. Ah, if only I could just flap my wings and soar away, into the big blue yonder, over the hills and far away”
Why do you memorize train timetables and calendars?
Because it’s fun! We get a real kick out of numbers, us people with autism. Numbers are fixed, unchanging things. The number 1, for example, is only ever, ever the number 1. That simplicity, that clearness, it’s so comforting to us.
Whoever reads any given timetable or calendar, it’s always, always the same. You can easily understand all of them by following the same set of rules. And when it comes to our favorite things, we can memorize these as easily as if they were jumping straight into our heads. Invisible things like human relationships and ambiguous expressions, however, these are difficult for us people with autism to get our heads around.”
Naoki Higashida (Kimitsu, 12 augustus 1992)