De Amerikaanse schrijver Nick McDonell werd geboren op 18 februari 1984 in New York. Zie ook alle tags voor Nick McDonell op dit blog.
Uit: The End of Major Combat Operations
“Ricky was an interpreter who chain-smoked and always carried several packs of cigarettes. He was generous with his smokes, would shake one out for you each time you reached for your pack. His hands shook when he offered you one, though; Ricky seemed sometimes like he wanted something back. The guys he rode with liked him. He was a source of fun because of his nerves, but he played along with the jokes.
The strangest thing about Ricky was the way he perspired. The guys in the truck agreed that they had never seen anything like it. Ricky dripped. His hair was always damp. When he turned his head quickly, the saltwater sprayed off him. The canvas of his seat in the MRAP was always stained.
Ricky, like most terps, rotated between his company’s platoons, but recently everyone in the 1-12’s Bull company had been seeing more of him than usual. He had moved onto the FOB full time. In fact, he was living on a cot outside one of the lieutenant’s rooms. This particular LT, Drew Masone, was a broad twenty-three-year-old from Levittown, Long Island, distinguished most clearly by his tolerant nature. He only shook his head about Ricky, didn’t say that he was stinking up the hallway even though he was, lying on his cot in his undershirt whenever he wasn’t standing outside, smoking, saying hello too many times.
Most terps went home every couple of weeks. There was, sometimes, joking between them and the soldiers about how the terps could go home and get laid and have a beer up in Kurdistan. The platoons rotated the fortnightly “terp drop,” a boring and simple mission. The terps left their camo behind and piled into the back of the MRAP, often with a small refrigerator or television set or bag of clothes that they had procured in the previous two weeks of patrols. Then the patrol mounted up and drove north to a deserted stretch of road in Kurdistan where a couple of beat-up sedans idled. The terps would quickly dismount and load their stuff into the sedans and speed off down the road. Terp drop was easy and tedious for the GIs, but for the terps it was more important than almost anything else. It was transit between worlds. What if the wrong person saw them? What if they were followed? What if they brought the mayhem and killing back home?”
Nick McDonell (New York, 18 februari 1984)
De Nederlandse schrijver Robbert Welagen werd geboren in Dordrecht op 18 februari 1981. Zie ook alle tags voor Robbert Welagen op dit blog.
Uit: Het verdwijnen van Robbert
“Mijn vertrek kwam me plotseling voor als een dwaas idee. Door de roman die ik had gelezen zou ik moeten weten dat het uitvoeren van een dwaas idee zelden beloond wordt met een goede afloop.
O nee, ik ontmoette helemaal geen meisje. Als ik een boek had geschreven over een vijfentwintigjarige jongen op reis, zou ik het wel hebben laten gebeuren. Amoureuze ontmoetingen in treinen, wie kan dat weerstaan?
De negen-tot-vijfdagindeling was nieuw voor me. Mijn vorige leven had weinig structuur en regelmaat gehad. Als schrijver beschikte ik over de mogelijkheid om mijn tijd zelf in te vullen. Die vrijheid had me geen geluk gebracht. Ik zat vaak maar aan mijn bureau op mijn nagels te bijten. Op de meest onmogelijke momenten kreeg ik een inval en noteerde dan een paar zinnen op een briefje.
Tegen mijn uitgeverij zou ik moeten doen alsof het me allemaal nog iets kon schelen; het opbouwen van een oeuvre, een carrière, het verzinnen van een gevatte frase om die later in een kranteninterview afgedrukt te zien.
Mijn leven was geen verhaal meer. Het ontbrak aan ontwikkeling, gebeurtenissen en personages. De plot was tot stilstand gekomen. Er waren alleen maar losse anekdotes en losse gedachten. Over de tijd die ertussen lag, hing een sluier. Als je die zou oplichten, zou er geen leven tevoorschijn komen. Als je de sluier zou oplichten, zou er niets zijn.”
Robbert Welagen (Dordrecht, 18 februari 1981)
De Nederlandse dichter Bart FM Droog werd geboren in Emmen op 18 februari 1966. Zie ook alle tags voor Bart FM Droog op dit blog.
Vette engel
op Ilja Leonard Pfeijffer
En zie, er kwam een vette engel
naakt uit zijn ivoren kaartenhuis
parmantig stapte hij voort
‘ziet’, sprak hij, ‘mijn kleren
zijn ze niet mega-fraai?
o, in kleuren lila-lente!’
het volk, beschaamd
door dit akelig gezicht
zweeg, liet de engel in extase
nu danste hij en sprong
op naar de sterren, zong
van ‘zinken zonk zingen!’
maar toen de regen kwam
en kilte kwabben deed swingen
zwol de engel en smolt.
Laatst, toen ik te Leiden
Laatst, toen ik te Leiden
naar mijn dode vader ging
luisteren oftie nog wat
te zeggen had
dat in die nachten
in repeterende emissies
op golven wijn
verzwegen was
zei hij het anders
kleurlozer en
nog minder
in de rede te vallen.
Bart FM Droog (Emmen, 18 februari 1966)
De Nederlandse dichter, publicist en diplomaat Maarten Mourik werd geboren in Streefkerk op 18 februari 1923. Zie ook alle tags voor Maarten Mourik op dit blog.
Van Dale en de dood
Blijkens onze grote Van Dale
zijn er zo’n honderdvijfentwintig
variaties op het thema ‘dood’:
je kunt op tientallen manieren dood gaan,
dood zijn, dood maken of op een andere manier
met de dood van doen hebben –
Alleen, in de praktijk van alledag
schijnt er maar één relatie mogelijk:
ook daar is ’t eerste en het laatste woord:
de dood – doodzwijgen.
Christelijke feestdagen
Ik geloof het wel,
de supermarkt van
de goddelijke geboorte
en de gekleurde eieren
van de opstanding:
maar wat ik wel geloof
dat is de Goeie Vrijdag,
ook voor Pilatus de waarheid;
moeten we er niet
allemaal aan geloven?
Maarten Mourik (18 februari 1923 – 30 september 2002)
Streefkerk, Hervormde kerk
De Nederlandse dichter,vertaler en schilder Huub Beurskens is geboren in Tegelen op 18 februari 1950. Zie ook alle tags voor Huub Beurskens op dit blog.
Uit: Buitenwegen (Herfst in Rome)
“Het zijn beslist geen toeristen. We wagen ons weer wat dichterbij. We horen een gesprek tussen een dame en een heer, die we iets ouder dan zestig schatten. De anderen zijn, net als wij, een en al aandacht, de man in het gras schijnt iets te gaan noteren. We horen nu de oudere heer, hij heeft een baard en zijn neusbeen is ingedeukt: ‘Er zijn overal schilders die geen schilders zijn. Maar daar de meeste mensen niet nadenken en altijd mooi vinden wat ze eigenlijk zouden moeten verafschuwen en dat wat lof verdient afkeuren, is het niet zo vreemd dat ze het altijd mis hebben wat de schilderkunst betreft, een kunstvorm die veel inzicht verlangt, want zonder te kunnen oordelen of te argumenteren verstaan ze onder een schilder zowel iemand die alleen maar met olieverf en penselen staat te zwaaien als ook de illustere schilder die pas na vele jaren geboren wordt – en dat laatste beschouw ik als een bijzonder grote gebeurtenis…’
Dat is Michelangelo die het woord heeft! Dan moet het oktober 1538 zijn. Een van zijn ontmoetingen met de dichteres Vittoria Colonna, die dame daar, markiezin van Pescara. Ze hebben elkaar voor het eerst ontmoet in ’36 en geven veel om elkaar. Het is te zien. En die jongere man daar, met zijn notitieboekje, is Francesco de Hollanda, een Portugees miniatuurschilder, Michelangelo’s Eckermann.
Ook vandaag heeft de meester hoogstwaarschijnlijk weer aan de muur in de Sixtijnse Kapel gewerkt. Hoe ver zal hij gevorderd zijn? Bovenin begonnen, ongetwijfeld. De twee wolken van vleugelloze engelen die, alsof ze er tegen strijden, de folterwerktuigen, kruis, doornenkroon, pilaar en riet, dragen. Maar groeit het al naar beneden, trekt het daar al onweerstaanbaar naartoe? Niet al op de muur, maar in Michelangelo’s hoofd en leden? Draagt hij het al mee, ook hier, gezeten in de herfstzon op het muurtje van de kruisgang?”
Huub Beurskens (Tegelen, 18 februari 1950)
Vittoria Colonna door Sebastiano del Piombo, c. 1520
De Vlaamse dichter en schrijver Gaston Burssens werd geboren in Dendermonde op 18 februari 1896. Zie ook alle tags voor Gaston Burssens op dit blog.
Korte zwerftocht
In dezen zomeravond valt de regen koud
in dezen zomeravond
staat het ruiterstandbeeld in den regen koud
één glimmende schim van schimmel en van ruiter
van ruiter en van ros fosforescent van groene schimmel
op grond van donkere boomen aan den zoom van ’t bosch
In dezen zomeravond valt de regen koud
en waar gij ook uw stappen zet
al op de stoepen van een duister huis
daarin wellicht geen wezen woont
schuift van uw lijf uw schaduw weg in ’t schuwe licht.
Keert gij nu huiswaarts
gij zet uw tred in ’t zog van ’t schip
de schim van ’t schip dat om uw schaduw zeilt
– thans zeilt de tram het ruiterstandbeeld om –
en waar zoo juist het ruiterstandbeeld glom
glijdt een oneindigheid aan ’t einde van uw zwerven
in ’t zwaluwzwenken om de koele kom.
Gaston Burssens (18 februari 1896 – 29 januari 1965)
Portret van Gaston Burssens met hoed door Jan Burssens, 1970
Onafhankelijk van geboortedata
De Vlaamse dichteres Charlotte Van den Broeck werd in 1991 geboren in Turnhout. Zie ook alle tags voor Charlotte van den Broeck op dit blog.
Vissen
Verzuim me niet, ik word daar bedlegerig van
een hoopje nalatigheid onder nieuwe lakens
en toch lijken de lakens beslapen terwijl ik
hier al nachten niet kan aarden.
Voorbij de kastanjes rusten onze benen
dit zwemmen leek wel eeuwig.
Twee vissen zonder taal, in een water
met enkel zuurstofbellen als proviand
in kieuwen opgeslagen
van toen we nog menselijk waren.
Spierwit,
onze benen voorbij de kastanjes,
waar ze als opblaasbootjes aflaten
dit zwemmen leek wel eeuwig.
Verroer je niet, de nachtreiger
zweeft boven dit water, zijn snavel
priemt als de zon door dit water.
Wij, wij voelen nauwelijks warmte,
wij, wij kennen geen bloed door geen aders,
de nachtreiger zweeft boven dit water
hoe lang nog, hoe ver nog
d zwemmen leek wel eeuwig.
Charlotte Van den Broeck (Turnhout, 1991)
Zie voor nog meer schrijvers van de 18e februari ook mijn blog van 18 februari 2015 en ook mijn blog van 18 februari 2012 deel 1 en eveneens deel 2.