De Amerikaanse schrijver Nick McDonell werd geboren op 18 februari 1984 in New York. Zie ook alle tags voor Nick McDonell op dit blog.
Uit: The End of Major Combat Operations
„XIX.
What the cook thinks of the press.
6am, surrounded by Iraqis, sixty-six hundred miles from Birmingham, pouring eggs out of a carton, in trailer next to a mortar crater.
Reporter: “You’re the cook huh? That’s a pretty Good job, I guess. So did you want to be the cook, or how do you get that job?”
XXIV.
Everyone had talismans. The story was such a cliché that I came to think of knowing what the soldiers carried for luck as a kind of reporter talisman. A mental rabbit foot, reassurance that you were not part of the circus, that in fact you were standing outside the tent and not responsible, somehow, for the all misunderstandings. As if, because you were not shooting, you were not as important (and therefore unimportant) as every GI. So, get this, I met a guy who carried a page from a little bible in a pocket on every limb.
More likely to save you than your talisman was your body armor, but lot of guys said that if it was up to them they wouldn’t wear the stuff at all. No one could outrun a ball bearing, but the thinking still was that it slowed you down. It was heavy, uncomfortable. Everyone always did wear it, though, and there were a lot of stories about how well it worked. One was about a sergeant who was walking in line through a palm grove when an insurgent popped up, maybe fifteen feet ahead of him and fired off a burst of rounds square into his chest. The sergeant went down, all the air blown out of him, but the armor stopped the rounds. His friends, not far down the road, were still lining the shooter up when the sergeant took out the insurgent from the ground, where he lay on his back. But as one Corporal pointed out to me as we talked about IEDs: no body armor on your legs.“
Nick McDonell (New York, 18 februari 1984)
De Afro-Amerikaansschrijfster Toni Morrison werd geboren op 18 februari 1931 in Lorain, Ohio. Zie ook alle tags voor Toni Morrison op dit blog.
Uit: A Mercy
„Don’t be afraid. My telling can’t hurt you in spite of what I have done and I promise to lie quietly in the dark–weeping perhaps or occasionally seeing the blood once more–but I will never again unfold my limbs to rise up and bare teeth. I explain. You can think what I tell you a confession, if you like, but one full of curiosities familiar only in dreams and during those moments when a dog’s profile plays in the steam of a kettle. Or when a corn-husk doll sitting on a shelf is soon splaying in the corner of a room and the wicked of how it got there is plain. Stranger things happen all the time everywhere. You know. I know you know. One question is who is responsible? Another is can you read? If a pea hen refuses to brood I read it quickly and, sure enough, that night I see a minha mãe standing hand in hand with her little boy, my shoes jamming the pocket of her apron. Other signs need more time to understand. Often there are too many signs, or a bright omen clouds up too fast. I sort them and try to recall, yet I know I am missing much, like not reading the garden snake crawling up to the door saddle to die. Let me start with what I know for certain.
The beginning begins with the shoes. When a child I am never able to abide being barefoot and always beg for shoes, anybody’s shoes, even on the hottest days. My mother, a minha mãe, is frowning, is angry at what she says are my prettify ways. Only bad women wear high heels. I am dangerous, she says, and wild but she relents and lets me wear the throwaway shoes from Senhora’s house, pointy-toe, one raised heel broke, the other worn and a buckle on top.”
Toni Morrison(Lorain, 18 februari 1931)
De Nederlandse dichter Bart FM Droog werd geboren in Emmen op 18 februari 1966. Zie ook alle tags voor Bart FM Droog op dit blog.
Draf en renbaan
De paarden zijn vrij op deze vijfde mei
in het ovaal binnen de drafbaan
plassen mensen staand in het nat
elke drie kwartier draaien ze hun koppen
jawel, de podia kijken elkaar aan
braken acht uren band na band na band
terwijl aan de zijlijn zieltjeswinnaars
met ballonnen de zwevers willen bereiken
o vrijheid mijn wonderbare, het grauwt
en het is koud en de bands gaan langs me heen
maar ik hoef niets, godlof, ik hoef niets.
Bezine, benzine
Merk dagen van andere kant
slaap als mensen waken, werk
bij het woelen van volk in volle
verre wijken, uitgeweken leef ik
in mijn coole wagen zakenblauw
de hits die me raken te draaien
bij het steady cruisen door dit
bloeddronken continent
zoek ik niets, verwacht nog minder
dan een vroeg geruimd graf
honden die mijn botten knauwen
en een vrouw die niet vergeten kan.
Bart FM Droog (Emmen, 18 februari 1966)
De Nederlandse dichter,vertaler en schilder Huub Beurskens is geboren in Tegelen op 18 februari 1950. Zie ook alle tags voor Huub Beurskens op dit blog.
Hollandse wei
Een vuige verstikking ontsteeg de eeuwrest die smolt
en de blaren opblies uit elke veelipporie.
Alom de troebele hoester hangt uit zijn nesse tong,
hikster van giechelschimmel, streptiokokken. De sloerie.
Door verregening en verlepping niets waar hij komt
dan vereniging. En verstepping waar zij stampend stapt, nee,
asfaltering. Loodblauw kucht bij windtij de dag.
Bloemkronen – wat wij niet konden blijven zij: geloven –
bestoven maar roetzwart. De mei wordt ons ingebracht:
in de wei legden wij het gonzende vlerkenei, we
trokken de hagelsnoeren door de bebouwde klei
en richtten onze kamers in tot dagelijkse nacht;
daar fladdert ons verlangen het bleedscherm in en lacht.
Rêverieën van een caféist 2
In een Berlijns wijnlokaal heel correct maar
liefst zelden aangesproken nimmer onverwacht
stromen de beelden de sferen groeit een najaar
in centraal Parijs een zomer in Rome met de blinden
gesloten of doet zich Istrisch een parelend uitzicht
voor met op de tafel naast hem ijsbekers beslagen
waar men voor op de foto lacht Marlboro koopt
ver onder de prijs en te veel betaalt voor een tot
aandenken nagetekende gedachtenisruïnekerk.
Huub Beurskens (Tegelen, 18 februari 1950)
De Duitse dichteres en schrijfster Elke Erb werd geboren op 18 februari 1938 in Scherbach in de Eifel. Zie ook alle tags voor Elke Erb op dit blog.
Brigade
Sieben gehen sieben,
Sieben rütteln und sieben,
worfeln und schieben Siebe und rütteln,
die Körner springen und schwingen,
rütteln die Schwinge, sieben
Gesichter, unter den Deckenbalken, erblickte,
rütteln und schütteln bis: Mittag:
Wie nach dem Sieben geblieben.
Sieben,
welche die Gleichung betrieben,
Stirnlocke stolz, verblieben
im keuschen Lila, im grünen Winkel,
des Rechenschiebers,
des Tagens, des unverhohlenen
Jagens, Tappen geharnischter Sohlen,
Lila im feldfeucht Trüben
vorm Hageholz – Blick der Sieben,
nicht zu weckende Diemen, Schober
im Dunst hin, über den Wiesen,
nicht zu wecken vermögen, im Stieben,
einander die Eigenlieben.
Elke Erb (Scherbach, 18 februari 1938)
De Vlaamse dichter en schrijver Gaston Burssens werd geboren in Dendermonde op 18 februari 1896. Zie ook alle tags voor Gaston Burssens op dit blog.
.
Misschien is ‘t goed
Misschien is ‘t goed te sterven in de herfst
wanneer de nacht het dichtst is en de dag het verst
misschien – ik weet het niet – wie zou het weten –
het gaat alleen maar om vergeten
er zijn zovele maanden henen
van regendagen en het droge wenen
van tranen die te veel gestort zijn
van zonnedagen die nog al te kort zijn
om blij te wezen in het weten
dat een verdriet vergaat in vaag vergeten
van lange nachten die nog al te lang zijn
om kinderen te genezen die bang zijn
met open ogen in de nacht te staren
ach maar hoe zal men ooit verklaren
hoe schoon het is te sterven in de herfst
ofschoon de herfst de dood is voor wie sterft
en voor wie sterven heeft gezien
zo waarlijk dat hij zelf een weinig is gestorven……
Er hingen gordijnen
Er hingen gordijnen aan ‘t venster
Van Brugse kant
een penduul empire sloeg met kristallen gensters
Middernacht uit de wand
Een stilte hing haar suizen
Eerst buiten eenmaal boven de vergeten huizen
en binnen in je hand en in mijn hand
en tweemaal aan de pluizen
Van d’ uitgeplozen nacht
Je was toen mooier dan ik dacht
Gaston Burssens (18 februari 1896 – 29 januari 1965)
De Griekse dichter en schrijver Níkos Kazantzákis werd geboren in Heraklion op 18 februari 1883. Zie ook alle tags voor Níkos Kazantzákis op dit blog.
.
Uit: The Odyssey (Vertaald door Kimon Friar)
„O Sun, great Oriental, my proud mind’s golden cap,
I love to wear you cocked askew, to play and burst
in song throughout our lives, and so rejoice our hearts.
Good is this earth, it suits us! Like the global grape
it hangs, dear God, in the blue air and sways in the gale,
nibbled by all the birds and spirits of the four winds.
Come, let’s start nibbling too and so refresh our minds!
Between two throbbing temples in the mind’s great wine vats
I tread on the crisp grapes until the wild must boil
sand my mind laughs and steams within the upright day.
Has the earth sprouted wings and sails, has my mind swayed
until black-eyed Necessity got drunk and burst in song?
Above me spreads the raging sky, below me swoops
my belly, a white gull that breasts the cooling waves;
my nostrils fill with salty spray, the billows burst
swiftly against my back, rush on, and I rush after.
Great Sun, who pass on high yet watch all things below,
I see the sun-drenched cap of the great castle-wrecker:
let’s kick and scuff it round to see where it will take us!“
Learn, lads, that Time has cycles and that Fate has wheel
sand that the mind of man sits high and twirls them round;
come quick, let’s spin the world about and send it tumbling!“
Níkos Kazantzákis (18 februari 1883 – 26 oktober 1957)
Borstbeeld in Athene
De Amerikaanse schrijfster Jean Marie Auel werd geboren op 18 februari 1936 in Chicago. Zie ook alle tags voor Jean M. Auel op dit blog.
Uit:Het lied van de grotten (Vertaald door Henny van Gulik en Ingrid Tóth)
„De groep reizigers liep over het pad langs de rechteroever van de Grasrivier, tussen het heldere, sprankelende water van de rivier en de zwart dooraderde witte kalkstenen rotswand. Ze liepen in ganzenpas om de kromming van de rotswand, waar die tot vlak langs de waterrand uitstak.
Voor hen splitste het pad zich; een smallere aftakking voerde naar de oversteekplaats, waar het stromende water breder en ondieper was en rondkolkte boven de rotsen die uit het water staken.
Voor ze de tweesprong in het pad bereikten, bleef een jonge vrouw die bijna vooraan liep opeens staan. Roerloos en met grote ogen keek ze naar iets voor hen uit. Ze wees met haar kin en ze durfde zich niet te bewegen. ‘Kijk! Daar!’ fl uisterde ze angstig. ‘Leeuwen!’
Joharran, de leider, stak zijn arm omhoog als teken dat de stoet tot stilstand moest komen. Vlak achter de plek waar het pad zich splitste zagen ze nu lichtgeelbruine holenleeuwen in het gras lopen. Het gras bood zo’n eff ectieve camoufl age dat ze de dieren waarschijnlijk pas zouden hebben opgemerkt als ze veel dichterbij waren, als Thefona niet zo’n scherpe blik had gehad. De jonge vrouw van de Derde Grot had een buitengewoon goed gezichtsvermogen, en hoewel ze nog erg jong was, stond ze bekend om haar vermogen om verder en beter te zien dan wie dan ook. Haar aangeboren gave was al op zeer jonge leeftijd herkend en ze waren begonnen haar te scholen toen ze nog maar een klein meisje was. Ze was hun beste uitkijk.“
Jean M. Auel (Chicago, 18 februari 1936)
Zie voor nog meer schrijvers van de 18e februari ook mijn blog van 18 februari 2011 deel 2.