Otto Leixner von Grünberg, L. J. M. Feber, Karl Lappe, Gaston Martens

De Duitse dichter, schrijver, criticus en historicus Otto Leixner von Grünberg werd geboren op 24 april 1847 in Schloß Saar, Mähren. Zie ook mijn blog van 24 april 2010.

 

Wer sich in sich selbst verliebt

 

Wer sich in sich selbst verliebt,
Den faßt noch einmal bitt’re Reue:
Das Ich nimmt alles, was man giebt,
Doch kennt’s nicht Dank noch Treue.

 

 

Wer viel verlangt, der hastet viel

 

Wer viel verlangt, der hastet viel,
den flieht das heißbegehrte Ziel;
wer stille strebt auf graden Wegen,
dem kommt zuletzt das Ziel entgegen.

 

 

Otto Leixner von Grünberg (24 april 1847 – 12 april 1907) 

 

 

De Nederlandse schrijver en politicus Louis Jean Marie Feber werd geboren in Bergen op Zoom op 24 april 1885. Zie ook mijn blog van 24 april 2010.

 

Uit: Goethe

 

„Voor het geslacht van den Sturm und Drang was hij een baanbreker, een bezieler, zooveel als de tastbare verwezenlijking van de hoogste mogelijkheden, die men in zijn stoutste droomen te droomen waagde. Mede van de ontstuimigsten was hij een van de weinigen, die zich in den storm beheerschten en een blijvend evenwicht verwierven. Hij wilde met minstens evenveel felheid als zijn medestrijders, maar wist bovendien wat hij wilde – wat niet van allen kon gezegd worden. Aanknoopend aan het volkslied, door het fransche naturalisme van Rousseau en het sentimentalisme beroerd, was hij een van de wegbereiders der romantiek. Tegelijkis hij een van de weinige romantici, die het avontuur van het gevoel vermochten te ontstijgen, die zich wisten te verheffen tot het plan van een bespiegelende wijsheid, tot zelfbezit.

Voor ons is Goethe echter geen profeet, zijn woorden en werken geen evangelie voor de zoekende menschheid; zijn persoonlijk leven moge gericht zijn geweest op het vinden van een harmonische verhouding tot zichzelf, aan de eenig zuivere en eenig verantwoorde relatie tot den evenmensch en tot God is hij niet toegekomen. Hij is niet het profetisch genie geweest, niet de wereldleeraar, waarvoor hij door velen wordt gehouden; zijn hoogst geroemde sententies voeren den mensch niet in het licht eener stralende wijsheid opwaarts naar zijn eeuwige bestemming.“

 


L. J. M. Feber (24 april  1885 – 3 juli  1964)

 

 

 

De Duitse dichter en schrijver Karl Lappe werd geboren op 24 april 1773 in Wusterhusen (Pommern). Zie en ook mijn blog van 24 april 2010 

 


An die Tabakspfeife

 

O Busenfreundin, ich zuerst verkannt,

Dann liebgewonnen, die du mir nun hinfort

Gefährtin sein sollst meiner Tage,

Pfeife, dir will ich ein Loblied singen.

 

In diesem Nebelleben voll Hauch und Rauch,

Wo jeder Wolken haschet und Schatten greift,

Wo alles spielt mit Dunst und Brodem,

Tändeln wir mit – und wie gar unschuldig

 

Sind deine Düfte, die du mit gleicher Luft

Zwei Sinne nährest, Pflanze Kolumbiens,

Wann die in sanft verschlungnen Kränzen

Aus der umbänderten Pfeife wirbelst

 

Von dir gefördert rinnen in sanftem Fluss,

Band der Gesellschaft, froh die Gespräche hin.

Geselligkeit und Zutraun strömet

Schnell in dem Kreise dein blau Gewölk aus.

 

Reicht man die Pfeifen, ziehn die Gespenster fort

Von Rang und Kaste: alles wird Erdenkloß.

Vernünftig sitzt der Herr Professor,

Menschlich wie wir auch der Mann mit Sternen.

 

Auch, bist du einsam, zünde dein Pfeifchen dir.

Das führt aus Träumen, Missmut und Ungeduld

Alsbald zum Gleichmut dich zurücke,

und zu der Häuslichkeit stillen Freuden.

 

Gedankenspindel, die du am harten Pult

Des Grüblers surrest, manches gelehrte Werk

Hast du gesponnen, manches Liedes

Muße warst du, wann die Neune schliefen.

 

Herold des Friedens, dampfendes Kalumet,

Wie könnt’ ich dein vergessen? — Hinweg den Streit!

Rauch ist dein Leben, alles eitel.

Lasst’ uns die Pfeife des Friedens rauchen.

 

 

Karl Lappe (24 april 1773 – 28 oktober 1843)

Wusterhusen, gotische kerk (Geen portret beschikbaar)

 

 

De Vlaamse (toneel) schrijver Gaston Marie Martens werd geboren in Zulte op 24 april 1883. Zie en ook mijn blog van 24 april 2010

Uit: Villa ‘Klaverken Vier’, Deurle a/d Leie (Ten huize van…)

“Ja. Toen kwam de oorlog 14-18 en had ik ineens veel tijd om te lezen en te schrijven. Ik begon met Wereldvrede en dan kwam Kooi. Mijn eerste stuk werd opgevoerd te Deinze. Dat was De zot.
Viel het mee?
Dat ging. Na de oorlog werd dan in de Vlaamse Schouwburg te Brussel De paus van Hagendonck opgevoerd in de regie van Philomène Jansen. Het was zeer goed en de akteurs haalden er méér uit dan erin zat!
Putman vertelt daarover in een van zijn boeken.
Ja, in zijn verzamelde toneelkronieken. Ik heb samen met Putman die kreatie bijgewoond. Het feit dat een Vlaams brouwer toneelstukken schreef en die te Brussel wou laten spelen, had bij de spelers enige beroering verwekt. Na het eerste bedrijf zat ik in de foyer en dronk als gewoonlijk groseille. Teirlinck die dat zag, merkte droogjes op: de auteur zweet. Na de eerste akte van een première is de toneelschrijver altijd een beetje ongemakkelijk. Maar na het derde bedrijf dronk ik nog groseille al was de opvoering dan wel meegevallen. Toch vertelde ik in die tijd nogal eens dat mijn bier beter was dan mijn toneelstukken!”


Gaston Martens (24 april 1883 – 11 mei 1967)