De Nederlandse schrijver, vertaler en dichter Pé Hawinkels werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. Zie ook mijn blog van 29 september 2006 en ook mijn blog van 29 september 2007.
Naar bed
Naar John Donne (1572-1631)
Kom, Vrouwe, geen seconde rust voor mij,
Totdat ik – lig, nou ja, maar werk daarbij.
Ziet men de vijand, – ook wie nimmer kruit
Geroken heeft, houdt ’t wachten dan niet uit.
Die gordel af, die straalt als ’s hemels kring,
Maar om een wereld sluit van schoner schittering.
Speld van uw borst die plaat, die met pailletten
Der dwazen blik de toegang moet beletten.
Rijg los, ’t uur, dat zo welluidend slaat,
Zegt mij: ’t is tijd, dat gij naar bed toe gaat.
Uìt dat corset, dat ‘k zijn geluk benijd
U na te zijn, te stààn, en dat altijd.
Uw jurk onthult een pracht als bloemenweiden,
Waar heuv’lenschaduw steels vandaan komt glijden.
Dat nare kroontje kan nu af; toon nu
De diadeem van haar, die groeit op U.
Die schoenen uit; betreed dan veilig
Dit bed, der liefde tempel zacht & heilig.
Als men een Engel van de hemel ziet,
Is Die in ’t wit, als gij, die ’n hemel biedt
Als Mohammed’s paradijs; gaan geesten beide
Soorten in ’t wit, toch kan men onderscheiden
Een goede Engel van een boze geest:
Dees’ zet ons haar rechtop, en die ons vlees.
Laat vrij mijn handen dolen, laat ze gaan,
Van voor, van achter, tussen, boven-, onderaan.
Amerika! Mijn nieuw-gevonden-land,
Mijn Rijk, ’t best met één man slechts bemand,
Mijn Mijn van Edelstenen, Keizerrijk,
Oh, hoe gezegend dees’ ontdekkingsreis!
De vrijheid vind ik pas in deze banden;
Zo zal mijn zegel zijn, waar nu m’n handen.
Spiernaakt! Eerst zò kan men de vreugden leren,
De ziel van ’t lichaam, ’t lichaam van de kleren
Bevrijd. Juwelen zijn slechts, zo te zeggen,
Atlanta’s appels, om mànnen voor te leggen:
Wiens oog voor vrouwensieraad schittert, wel,
’t Hunne wil de dwaas misschien, niet hèn.
Zoals een leuke boekomslag voor leken,
Zo moet de opschik van een vrouw bekeken;
Zelf zijn zij boeken van mystiek; géén dan wij
(Wie hun onbesprokenheid genadig zij)
Moet die ontsluierd zien. Welaan, toon nou
Aan mij, vrijuit als aan een vroede vrouw,
U zelve. Vort nou, ook dit linnen weg,
Op onschuld staat geen straf, wat ik U zeg.
Hier, kijk: ìk ben al naakt; nu dan,
Wat moet U meer bedekken dan een man…
Pé Hawinkels (29 september 1942 – 16 augustus 1977)
De Spaanse dichter en filosoof Miguel de Unamuno y Jugo werd geboren op 29 september 1864 in Bilbao. Zie ook ook mijn blog van 29 september 2006.
The Snowfall Is So Silent
The snowfall is so silent,
so slow,
bit by bit, with delicacy
it settles down on the earth
and covers over the fields.
The silent snow comes down
white and weightless;
snowfall makes no noise,
falls as forgetting falls,
flake after flake.
It covers the fields gently
while frost attacks them
with its sudden flashes of white;
covers everything with its pure
and silent covering;
not one thing on the ground
anywhere escapes it.
And wherever it falls it stays,
content and gay,
for snow does not slip off
as rain does,
but it stays and sinks in.
The flakes are skyflowers,
pale lilies from the clouds,
that wither on earth.
They come down blossoming
but then so quickly
they are gone;
they bloom only on the peak,
above the mountains,
and make the earth feel heavier
when they die inside.
Snow, delicate snow,
that falls with such lightness
on the head,
on the feelings,
come and cover over the sadness
that lies always in my reason.
Miguel de Unamuno (29 september 1864 – 31 december 1936)
De Britse schrijfster Elizabeth Gaskell werd geboren op 29 september 1810 in Londen. Zie ook ook mijn blog van 29 september 2006.
Uit: North and South
„But are all these quite necessary troubles?’ asked Margaret, looking up straight at him for an answer. A sense of indescribable weariness of all the arrangements for a pretty effect, in which Edith had been busied as supreme authority for the last six weeks, oppressed her just now; and she really wanted some one to help her to a few pleasant, quiet ideas connected with a marriage.
‘Oh, of course,’ he replied with a change to gravity in his tone. ‘There are forms and ceremonies to be gone through, not so much to satisfy oneself, as to stop the world’s mouth, without which stoppage there would be very little satisfaction in life. But how would you have a wedding arranged?’
‘Oh, I have never thought much about it; only I should like it to be a very fine summer morning; and I should like to walk to church through the shade of trees; and not to have so many bridesmaids, and to have no wedding-breakfast.“
Elizabeth Gaskell (29 september 1810 – 12 november 1865)
De Spaanse dichter en schrijver Miguel de Cervantes werd geboren op 29 september 1547 in Madrid. Zie ook ook mijn blog van 29 september 2006.
Uit : Don Quichot
“Mijnheer Don Quichot, waar gaat u naar toe? Wat duivels rijden u, dat ze u inblazen ons katholiek geloof te lijf te gaan? Zo waar ik een zondaar ben, dat is toch een boetprocessie, en de dame die op het voetstuk meegevoerd wordt is het gebenedijde beeld van de onbevlekte Maagd; mijnheer, let u toch op wat u doet, want ditmaal kan men toch zeggen dat u niet doet wat u kunt.”
Maar Sancho sloofde zich tevergeefs uit; want zijn heer had het zo vast in het hoofd om de zaak met de gehemde mannen uit te vechten en de dame in de rouw te bevrijden, dat hij geen woord meer hoorde; en had hij het gehoord, dan zou hij nog niet zijn teruggekeerd, al had de koning in eigen persoon het hem bevolen. Hij kwam ten slotte bij de processie aan, hield Rossinant in, die al lust had om het wat kalmer aan te doen, en met ontroerde en hese stem sprak hij: “Staat, gij allen die wellicht omdat gij niet veel goeds in uw schild voert, het gelaat bedekt; staat stil en luistert naar hetgeen ik u zeggen zal.”
De eersten die stilstonden waren de mannen die het beeld droegen; en een van de vier geestelijken die de litaniën zongen, antwoorde toen hij de vreemde tronie van Don Quichotte zag, de scharminkeligheid van Rossinant en andere bespottelijkheden die hem bij Don Quichot in het oog vielen en troffen, zeggende: “Heer broeders, zo gij ons iets te zeggen hebt, zeg het dan snel, want deze broeders gaan hun weg onder kastijding des vlezes; en wij kunnen en mogen hier niet stilstaan om wat ook aan te horen, tenzij het zo kort is dat het in twee woorden gezegd kan worden.”
“In een woord zal ik het u zeggen,” hernam Don Quichot, “en het is dit: dat gij onverwijld de vrijheid zult hergeven aan deze schone vrouw, wier tranen en droef gelaat de klare bewijzen zijn dat gij haar een schandelijk onrecht hebt aangedaan; maar ik die ter wereld gezonden ben om dergelijke beledigingen te wreken, ik zal niet toestaan dat gij ook maar een stap verder gaat, eer gij haar de zo begeerde vrijheid schenkt waarop zij recht heeft.”
Miguel de Cervantes (29 september 1547 – 23 april 1616)
De Italiaanse filosoof, poëet, artiest, en geweldloos activist Lanza del Vasto werd geboren als Giuseppe Giovanni Luigi Enrico Lanza di Trabia in San Vito dei Normanni op 29 september 1901. Als westerse volgeling van Mohandas K. Gandhi, die hij leerde kennen via het werk van Romain Rolland en die hij in India opzocht in 1936, werkte hij aan inter-religieuze dialoog, spirituele vernieuwing, ecologisch activisme en geweldloze actie.
Hij bleef enkele maanden met de Mahatma die hem de naam “Shantidas” (dienaar van de vrede) gaf, en vertrok in juni 1937 op pelgrimstocht naar de bronnen van de Ganges in de Himalaya. Daar had hij een visioen dat hem opdroeg ‘keer terug en sticht’.
Hij publiceerde verschillende poëtische werken en, in 1943, het verhaal van zijn reis naar India en ‘le Pèlerinage aux sources’ (pelgrimstocht naar de bronnen), dat een enorm succes werd.. Hij stichtte de eerste van de gemeenschappen van de Ark in 1948, in het begin met heel wat tegenkanting en moeilijkheden.
In 1962 vestigde de gemeenschap zich in de Haut-Languedoc, in La Borie Noble, nabij Lodève, op een domein met een vervallen klokkentoren. Het is een werkende lekenorde, van mannen en vrouwen die de principes van de geweldloosheid in de praktijk brengen.
Hou je recht
Als je het gemakkelijk hebt of moeilijk,
In armoede of overvloed, ziekte of gezondheid.
Hou je recht en glimlach.
Te midden van hen die voortsnellen,
die zich druk maken in de leegte
of elkaar bestrijden
Hou je recht en glimlach.
Te midden van hen die met de ellebogen werken,
die de handen uitsteken om te grijpen,
Ofwel die kruipen en schipperen,
Hou je recht en glimlach.
Te midden van hen die redetwisten,
En die elkaar uitschelden,
Die de vuisten ballen, die de wapens opnemen,
Hou je recht en glimlach.
In tijden van woede en van vlucht,
Wanneer alles instort en afbrandt,
Jij alleen overeind te midden van de paniek.
Hou je recht en glimlach.
Tegenover de onbuigzame rechtvaardigen,
De rechters met bloedige deugden,
De voornamen, die zich uitsloven,
Hou je recht en glimlach.
Zingt men je lof,
Spuwt men je in het gelaat,
Hou je recht en glimlach.
Thuis tussen je naasten,
Hou je recht en glimlach.
Tegenover je geliefde,
Hou je recht en glimlach.
In spel en dans,
Hou je recht en glimlach.
Tijdens het waken en het vasten,
Hou je recht en glimlach.
Alleen in de hoge stilte,
Hou je recht en glimlach.
Bij het begin van de grote tocht,
Zelfs als je ogen schreien,
Hou je recht en glimlach.
Lanza del Vasto (29 september 1901 – 5 januari 1981)
De Afghaanse schrijver en historicus Akram Assem werd geboren op 29 september 1965 in Kabul. Hij studeerde en promoveerde aan de Sorbonne in Parijs. Tijdens de bezetting van Afghanistan door de Sovjet Unier streed Akram op diverse plaatsen voor de bevrijding van zijn land. In mei 1993, gaf hij, teleurgesteld wegens de voortdurende machtsstrijd tussen de voormalige verzetsgroepen, zijn diplomatieke post in Parijs op. Sinds 1996 woont hij met zijn gezin In Springfield, Virginia in de VS.
Uit: Is the US Respecting Afghanistan’s Sovereignty?
“Historically, Afghanistan has been victim of its geography, attracting all kinds of invaders, from Alexander of Macedonia and Genghis Khan to the British and the Czarist then Soviet empires. To focus on the recent past, it has been almost twenty-three years since Afghans have had quasi no say on major decisions affecting their rights as a nation, as a people. Did the Afghans ask the Soviets to invade their country? Did the Afghans ask to be caught in the game between Eastern and Western blocks? During their resistance against the
Soviet aggression, did the Afghans ask the Americans to give the bulk of all military and financial assistance to the most extremist groups among the Afghan Mujahedeen, as it was the case to the benefit of Mr.Gulbuddin Hekmatyar’s Hizb-e-Islami? Did the Afghans ask the CIA, the ISI and the Saudi intelligence to play Dr. Frankenstein and create the Taliban in 1994? Did the Afghans ask the Americans in 1996 to direct the regime of General Omar Al-Bashir of Sudan to expel Ben Laden and his suite to Afghanistan?
Why do the Afghans have to pay for the mistakes made by the CIA? Is Afghanistan only an experimentation ground for some undercover pseudo-expert agents willing to exercise their strategy-building abilities in a land that appears to them as exotic and to a certain extent fascinating but ultimately not vital for the overall strategy of the United States? But, as we all have witnessed, mistakes made abroad have had tragic consequences on the American soil, too. I would welcome the idea of a congressional inquiry digging into the files related to the Afghan policy of the United States, especially looking into those belonging to the CIA, to bring into light and weigh the consequences of their repeated miscalculations and inability – or may be unwillingness – to understand Afghanistan and make the right decisions.
Akram Assem (Kabul, 29 september 1965)
De Duitse (detective)schrijfster Ingrid Noll werd geboren op 29 september 1935 in Shanghai. In 1949 trok zij naar Duitsland en bezocht daar tot 1954 een katholieke meisjesschool in Bad Godesberg. Daarna studeerde zij in Bonn germanistiek en kunstgeschiedenis. Pas in 1990 verscheen haar debuut Der Hahn ist tot. Haar boeken worden nu in meer dan twintig talen vertaald en wel eens vergeleken met die van Patricia Highsmith.
Kuckuckskind
„Früher hatten mir das Singen im Chor und die wöchentlichen Proben sehr viel bedeutet. Es war eine nette Gemeinschaft, die sich da einmal in der Woche zusammenfand, ausserdem konnte ich mein musikalisches Wissen erweitern und einen Abend lang alle Probleme vergessen. Die Konzentration, die für zwei Stunden nötig war, machte mich nie müde, sondern gab mir Kraft. Beschwingt und in bester Laune kam ich dann nach Hause zurück.
Bis zu jenem schwarzen Montag, als die Probe ausfiel, ohne dass man uns vorher benachrichtigen konnte. Wir standen schon im Vereinsraum vor dem Flügel herum und schwatzten, als die Frau des Chorleiters hereinstürzte und uns mitteilte, ihr Mann habe einen Unfall gehabt. Die meisten von uns zogen in eine Kneipe weiter. Vielleicht hätte ich ihnen
besser folgen sollen, doch ich beschloss, den frei gewordenen Abend daheim zu verbringen. Gernot würde sich bestimmt freuen.
Als ich mein Fahrrad abgestellt hatte und unsere Haustür aufschloss, tönte mir Musik entgegen. Ich lauschte verwundert: Je t’aime – moi non plus…
Diese alte Aufnahme von Serge Gainsbourg und Jane Birkin hatte ich mir während eines Studienaufenthaltes in Frankreich zugelegt. Seltsam, dachte ich und setzte erst einmal Teewasser auf, denn ich fror ein wenig. Draussen war es herbstlich kühl geworden, und ich hatte nur eine Strickjacke übergezogen. Ob Gernot litt, wenn er jeden Montagabend allein war? Tröstete er sich mit erotischen Chansons? Wir hatten schon lange keinen Sex mehr gehabt.
Anscheinend hatte er mein Kommen nicht bemerkt. Ein leiser Argwohn bewog mich, die Schuhe auszuziehen, über den Flur zu schleichen und durch einen Türspalt ins schummrig beleuchtete Wohnzimmer zu spähen.
Zuerst konnte ich nicht richtig erkennen, was sich da auf unserem Sofa abspielte. Aber es waren unübersehbar zwei Personen, die dort stöhnten“.
Ingrid Noll (Shanghai, 29 september 1935)
De Britse schrijver Colin Dexter werd geboren op 29 september 1935 in Stamford, Lincolnshire. Aanvankelijk wilde hij leraar worden. Hij studeerde klassieken in Cambridge. Tijdens een verregende vakantie in Wales in 1972 begon hij schreef hij twee middelmatige detective verhalen. Hij vond dat hij het beter moest kunnen en in 1975 schreef hij zijn eerste roman over inspecteur Morse, Last Bus to Woodstock.
Uit: The Remorseful Day
“You holy Art, when all my hope is shaken,
And through life’s raging tempest I am drawn,
You make my heart with warmest love to waken,
As if into a better world reborn.
(From An Die Musik, translated by Basil Swift)
Apart (of course) from Wagner, apart from Mozart’s compositions for the clarinet, Schubert was one of the select composers who could occasionally transport him to the frontier of tears. And it was Schubert’s turn in the early evening of Wednesday, July 15, 1998, when–The Archers over–a bedroom-slippered Chief Inspector Morse was to be found in his North Oxford bachelor flat, sitting at his ease in Zion and listening to a Lieder recital on Radio 3, an amply filled tumbler of pale Glenfiddich beside him. And why not? He was on a few days’ furlough that had so far proved quite unexpectedly pleasurable.
Morse had never enrolled in the itchy-footed regiment of truly adventurous souls, feeling (as he did) little temptation to explore the remoter corners even of his native land, and this principally because he
could now imagine few if any places closer to his heart than Oxford—the city which, though not his natural mother, had for so many years performed the duties of a loving foster parent. As for foreign travel, long faded were his boyhood dreams that roamed the sands round Samarkand; and a lifelong pterophobia still precluded any airline bookings to Bayreuth, Salzburg, Vienna–the trio of cities he sometimes thought he ought to see.
Vienna . . .
The city Schubert had so rarely left; the city in which he’d gained so little recognition; where he’ddied of typhoid fever–only thirty-one.
Colin Dexter (Stamford, 29 september 1935)