Peter Buwalda, Norbert Hummelt

De Nederlandse schrijver, journalist en redacteur Peter Buwalda werd geboren in Blerick op 30 december 1971. Zie ook alle tags voor Peter Buwalda op dit blog.

Uit: Gewapende conflicten

“Heb ik wijlen Rinus Michels goed begrepen als ik zeg dat Hard Gras “op een bepaalde wijze” een tijdschrift over oorlog is? Mooi zo. Dan gaat het volgende verhaal “op een bepaalde wijze” over voetbal. Een en ander speelt zich af rond mijn stage op de sportredactie van het Algemeen Dagblad, late pruikentijd, ik denk vijftien jaar geleden alweer. Behalve een slecht midden en een slecht einde heeft het ook een bijzonder slecht begin, dat samenvalt met het opdienen van de artisjokken. De twee inheemse struiken werden op grote witte borden uitgeserveerd, woeste flora waarover Van Teeffelen en ik nauwelijks heen konden kijken. Behalve een plas artisjokkenbloed lag er niets omheen, geen roosje puree, geen terp van rijst, niks. Net als de anderen aan de lange tafel pakten we ons bestek. Van Teeffelen zei dat die van mij op een asperge uit Tsjernobyl leek, waarna hij zijn mes onder de basis van zijn eigen plant stak en hem iets opliftte. “Misschien zit er een brochure bij,” zei hij. “Een stappenplan, of zo.”
“Ik heb deze vriend niet besteld uit journalistieke nieuwsgierigheid,” zei ik. Weet de keuken dat?” Van Teeffelen pulkte aan een van de schubben, wreef met duim en wijsvinger over een uiteinde. Ik waarschuwde dat het ding misschien vlees at. “Rubber,” zei hij. Van Teeffelen was Gert-Jan van Teeffelen, een van de negentien studenten met wie ik in 1997 de Post-Doctorale Opleiding Journalistiek in Rotterdam volgde, een drilcursus verslaggeving voor pas afgestudeerde academici. Al vijf maanden speelden we onder leiding van twee gedetacheerde Volkskrant-verslaggevers, Theo en Yvonne, krantje in de kelder van het Dijkzigt Ziekenhuis, een betonnen langwerpig fundament dat we de “duikboot” noemden. Intensieve dagen, die begonnen met een redactievergadering aan zo”n tafel vol koffiekannen en asbakken, waarna wc de straat op werden gestuurd om “nieuws te garen”.
“Garen” is in dezen wel een goed woord. Ik herinner me van die uitstapjes vooral het windvangen op de Erasmusbrug, wanneer we met z”n tweeën naar de rechtbank moesten, de muur van wind op dat tuienmonster, het oogtranen, de nietigheid die me er overviel. Op die brug wist ik al dat ik het ging afleggen tegen mijn concurrent, die vaak rechten had gestudeerd, wat geen nadeel is voor een rechtbankverslaggever, en anders in zijn binnenzak een vouwfiets had zitten waarmee hij sneller dan ik terug in de duikboot zou zijn en me nog net niet op pantoffels zou verwelkomen (Buwalda, kom binnen, ik wist niet dat jij een pruik droeg, haha, hij zit los op je hoofd,” of iets anders begaans), met in zijn hand een print van het nieuwsbericht dat hij snel-snel had zitten tikken en aan Theo of Yvonne ging laten lezen terwijl ik er verwaaid naast stond. Gaar? Na zulke ochtenden was ik zo gaar als rollade uit oma”s Creuset-pan. Maar nu was het feest. Het theoriegedeelte van de PDOJ zat erop, we waren bijeen in dat restaurant om te vieren dat de stages gingen beginnen, en dus keken alle kinderen blij, ikzelf misschien het meest van iedereen. Al voor de artisjokken was de sfeer uitgelaten. Nogal luidruchtig had ik zitten vertellen dat ik eigenhandig geregeld had dat ik op de Sport ging stagelopen, en niet bij de Boeken, en dat ik daar heel tevreden over was. Van Teeffelen moest naar De Telegraaf, de nachtmerrie van zijn vader, zei hij, waarna hij uitvoerig schetste hoe zijn pa, van wie hij geld leende, hem ging vermoorden. “Daarom vertel ik het hem pas achteraf, denk ik,” zei hij.”

 

Peter Buwalda (Blerick, 30 december 1971) 

 

De Duitse dichter en schrijver Norbert Hummelt werd geboren op 30 december 1962 in Neuss. Zie ook alle tags voor Norbert Hummel top dit blog en ook mijn blog van 24 juni 2009.

 

vroege lente

mijn kind was ziek. slechts één nacht lag het met hoge koorts.
nu ziet het viooltjes waar er nog geen zijn. de lentestormen
zijn nog niet voorbij e. de wind rukt aan de tonnen op het erf.

vreemde dingen zijn in zijn waaien. Ik moet me over de viooltjes
buigen, beveelt mijn kind. het weet nog niets van
mijn rug e. dat we ingesloten zijn. wij luisteren naar de radio

e. spelen kaart. de ekster op het dak. mijn kind wint.
nu moet ik stil zijn want mijn kind zingt liedjes. ik moet
een ander zijn e. dat zou ik wel willen. mij zelf wil die dag niets

lukken. daarna kijken we een uur tv… e. vroeger stond ik
zelfs een keer in de tuin. daar was een gouden regen, het was in mei. op
op een foto kijk ik bekommerd… dan kijken we naar maan e.

avondster. we zitten onder de vlierbes e. wachten. e. komen
dan de gierzwaluwen e. jagen elkaar tot onder de nok e. is dan
wat mij beklemd verdreven, dan wuif ik, dan wuif ik.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Norbert Hummelt (Neuss, 30 december 1962

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e december ook mijn blog van 30 december 2018 deel 2 en eveneens deel 3.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *