De Nederlandse schrijver, columnist en blogger Peter Zantingh werd geboren op 9 maart 1983 in Heerhugowaard. Zie ook alle tags voor Peter Zantingh op dit blog.
Uit: Een uur en achttien minuten
“Gisteravond, rond kwart over één, stond ik mijn tanden te poetsen in de badkamer. Ik had met studiegenoten gegeten in het centrum van Utrecht en was net thuisgekomen. Mijn telefoon lag, samen met mijn net uitgetrokken jas, op mijn bed. Hij trilde kort en het beeldscherm lichtte op.
Ik liep ernaartoe. De tekst stond meteen in beeld.
Jongens, het spijt me. Ik heb de lat te hoog gelegd, ik ben mijn idealen kwijt. Sorry. Bedankt. J
Onmiddellijk stokte mijn adem, het voelde alsof mijn maag binnen een seconde een paar graden kouder werd. Ik las het nog eens. Haalde mijn telefoon van de toetsvergrendeling, koos ‘berichten’ in het menu en bekeek de inbox. Bovenaan één nieuw bericht, van Joey.
Jongens, het spijt me. Ik heb…
Ik controleerde of zijn nummer klopte. Las de Sorry nog eens, en de Bedankt. Verstijfd belde ik hem op terwijl ik door mijn kamer liep. Ik kreeg zijn voicemail, een standaard voicemail. Niet Joey’s stem, maar die van een mevrouw die voorlas.
U bent verbonden met de mailbox van. Nul, zes…
Ik hing op en probeerde het opnieuw. Dezelfde stem. Ik las de sms en belde weer. Niets.
Ik keek naar het raam en het leek te trillen in zijn kozijn.
Ik opende mijn mond, zo ver dat ik ermee kon gillen, maar ik maakte geen geluid.
Ik ging op mijn bed zitten, maar kwam erachter dat ik niet kon zitten.
Ik ging staan, maar merkte dat ik niet kon blijven staan.
De machteloosheid greep me bij mijn voeten en trok me onderuit.
En als ik nu terugdenk aan dat moment, vervloek ik alles – álles – dat ik niet direct gebeld heb. Dat ik controleerde, en nog een keer las, en weer controleerde en verdwaasd naar de muren keek en zoveel tijd nodig had om het tot me door te laten dringen.
Ik had, zelfs met de minieme kans dat ik hem dan wel zou hebben bereikt, eerder moeten bellen.
Joe, wat doe je? Waar ben je?
Had ik hem gesproken, dan had hij het niet gedaan. Dat weet ik zeker.
Dat wil ik zeker weten.”
Peter Zantingh (Heerhugowaard, 9 maart 1983)
De Nederlandse dichter en prozaïst Ed Hoornik werd geboren in Den Haag op 9 maart 1910. Zie ook alle tags voor Ed Hoornik op dit blog.
Wanneer ik vroeger met mijn kinderen speelde
Wanneer ik vroeger met mijn kindren speelde,
vielen mij zulke vreemde dingen in,
dat ik wel zwichten moest voor al die beelden,
en maar de straat opliep, kroeg uit, kroeg in.
Nu zijn ze groot, ik hoef ze niets te zeggen;
ik zit, een vreemde man, tussen hen in;
ook zonder woorden weet ik uit te leggen,
dat ik ze zo verschrikkelijk bemin.
Waarom voel ik me dan opeens zo zwaar,
nu ik ze zie, als vogels bij elkander:
mijn eigen oogopslag, mijn eigen haar.
Ik had zo graag ze dit verraad bespaard,
maar soms is men zijn eigen tegenstander
en gooit men weg wat beter was bewaard.
Enkel verdriet
Enkel verdriet is van de ziel het wezen.
Een zelfde eenzaamheid sluit allen in.
De grootste liefde heeft geen andre zin
dan in elkanders oog het leed te lezen.
Gelijk het was in ’s werelds oerbegin,
gelijk het is en altijd weer zal wezen;
de grootste liefde kan ons niet genezen:
een zelfde eenzaamheid sluit allen in.
Ed Hoornik (9 maart 1910 – 1 maart 1970)
De Nederlandse schrijver en dichter Heere Heeresma werd geboren in Amsterdam op 9 maart 1932. Zie ook alle tags voor Heere Heeresma op dit blog.
Uit: Een dagje naar het strand
“Het is wel eens goed aan een verlies te lijden. Toen je hem (bedoeld wordt: een schelp, CN) van mij kreeg was je alleen verrast, nu verlang je er tenminste naar, een krachtige bloedstroom is het gevolg waarvan allerlei organen profiteren. Het volmaaktste verlies is dat waarvoor geen verontschuldigingen zijn aan te voeren. Noodlot en omstandigheden komen er niet meer aan te pas, alleen maar het zachte de pest aan je zelf hebben…’
(…)
Het strand strekte zich aan weerszijden verlaten uit. Niemand! Hij begon vertwijfeld over het strand te rennen. Hij liep te zigzaggen en viel voortdurend. Een enkeling op de boulevard bleef staan kijken. Zeker weer zo’n zonderling die zich oefende voor de tienkamp, om zo te zien en zich daarbij luidkeels aanmoedigde. Niemand dacht er dan ook aan die sportieveling daar in de verte een strobreed in de weg te leggen.
(…)
“Ik, Bernard, nozem en mislukkeling, zwerend ongenoegen van de maatschappij, heb het in mijn macht deze unieke ontkerstende beschaving te redden. God sta hem bij en zegene de worp van de atoomgranaat waarmee hij een einde maakt aan weer zoveel levens.”
Heere Heeresma (9 maart 1932 – 26 juni 2011)
In Parijs, 1986
De Oostenrijkse dichter en schrijver Peter Altenberg werd geboren op 9 maart 1859 in Wenen. Zie ook alle tags voor Peter Altenberg op dit blog.
Uit: Flirt
“Ich sitze zum ersten Male mit einem Dichter”, sagte sie und erschauerte gleichsam innerlich.
Er sagte: “Wunderbare Hände haben Sie, Fräulein ––.”
Sie fühlte: “Ein wirklicher Dichter ––!”
Dann sagte er: “Sie sind bleich; wie ermüdet. Sie dürfen sich morgens nie, nie, nie aus dem Schlafe wecken lassen. Wer weckt Sie denn?!”
“Die Mama.”
“Der Schlaf ist das wirkliche, vielleicht das einzige Gnadengeschenk der sonst harten und unerbittlichen Natur!”
Sie fühlte: “Wie er sich ausdrückt! Ein wirklicher Dichter!”
Dann sagte er: “Ich möchte, wie Jesus Christus für die allgemeinen Dinge, wie der Herr von Egydi, Liebknecht und Tolstoi für anderes, ein Prediger sein nur für die Heiligkeit des Schlafes! Der exaltierte Verkündiger des heilgen Rechtes der menschlichen Organisation auf ausgiebigen, von selbst endenden Schlaf! Wehe dir, Verbrecher, Mörder, Vernichter, der du einen schlafenden Menschen, einen, den die Natur zu heilen, zu erlösen sich anschickt, weckest und dieselbe so in ihren heiligen Plänen störest, contrecarrierst!
Eine Mutter, die ihre Tochter aus dem Schlafe weckt, ist keine Mutter!
Eines soll euch heilig sein, die Natur an ihrer geheimnisvollen Arbeit, dem erschöpften Organismus das wieder zu spenden, was die unerbittliche Tages-Schlacht ihm entrissen! Amen.”
Die junge Dame fühlte: “Ein Prophet, ein Fanatiker –– schade!”
Später sagte er: “Frau!? Wer verdiente denn diesen Ehrentitel?!? Wenn ich ein Mädchen fragte, welche Sorte Reis die edelste wäre, sie verstummte, wüsste es nicht zu sagen! Eine Dame sagte zu mir einmal: ‘Sie, mein Herr, wir haben immer den feinsten Reis, nicht, Karl?! No, das wäre nicht übel, was glauben Sie denn eigentlich?!?’ Aber sie hatte keine Ahnung, worin sich der ‘feinste Reis’ unterschiede!”
Die junge Dame fühlte: “Ein Koch –– schade!”
Peter Altenberg (9 maart 1859 – 8 januari 1919)
Portret door Oscar Kokoschka, 1909
De Engelse dichteres en schrijfster Vita Sackville-West werd geboren op 9 maart 1892 in Kent. Zie ook alle tags voor Vita Sackville-West op dit blog.
Bitterness
Yes, they were kind exceedingly; most mild
Even in indignation, taking by the hand
One that obeyed them mutely, as a child
Submissive to a law he does not understand.
They would not blame the sins his passion wrought.
No, they were tolerant and Christian, saying, ‘We
Only deplore …’ saying they only sought
To help him, strengthen him, to show him love; but he
Following them with unrecalcitrant tread,
Quiet, towards their town of kind captivities,
Having slain rebellion, ever turned his head
Over his shoulder, seeking still with his poor eyes
Her motionless figure on the road. The song
Rang still between them, vibrant bell to answering bell,
Full of young glory as a bugle; strong;
Still brave; now breaking like a sea-bird’s cry ‘Farewell!’
And they, they whispered kindly to him ‘Come!
Now we have rescued you. Let your heart heal. Forget!
She was your lawless dark familiar.’ Dumb,
He listened, and they thought him acquiescent. Yet,
(Knowing the while that they were very kind)
Remembrance clamoured in him: ‘She was wild and free,
Magnificent in giving; she was blind
To gain or loss, and, loving, loved but me,–but me!
‘Valiant she was, and comradely, and bold;
High-mettled; all her thoughts a challenge, like gay ships
Adventurous, with treasure in the hold.
I met her with the lesson put into my lips,
‘Spoke reason to her, and she bowed her head,
Having no argument, and giving up the strife.
She said I should be free. I think she said
That, for the asking, she would give me all her life.’
And still they led him onwards, and he still
Looked back towards her standing there; and they, content,
Cheered him and praised him that he did their will.
The gradual distance hid them, and she turned, and went.
Vita Sackville-West (9 maart 1892 – 2 juni 1962)
In 1939
Zie voor nog meer schrijvers van de 9e maart ook mijn vorige blog van vandaag.