De Amerikaanse schrijver Philip José Farmer werd geboren in North Terre Haute (Indiana) op 26 januari 1918. Zie ook alle tags voor Philip José Farmer op dit blog.
Uit: The Magic Labyrinth
“The satellite had kept track of the Operator and the Ethicals, except for himself, and the agents in The Rivervalley, beaming its messages to the grail which was more than a grail. Then the map had faded from the gray surface, and X had known that something had malfunctioned in the satellite. From now on he could be surprised by the Operator, by the agents, and by the other Ethical.
Long ago, X had made arrangements to track all those from the tower and the underground chambers. He had secretly installed the mechanism in the satellite. The others would have put in a device to track him, of course. But his aura-distorter had fooled the mechanism. The distorter had also enabled him to lie to the council of twelve.
Now, he was as ignorant and helpless as the others.
However, if anybody on this world would be taken aboard by Clemens, even if the complement was full, it would be the Operator. One look at him, and Clemens would stop the boat and hail him aboard.
And when the Mark Twain came along, and he, X, managed to become a crew member, he would have to avoid the Operator until he could take him by surprise.
The disguise, good enough to fool even the other stranded Ethical, would not deceive that great intelligence. He would recognize X instantly, and then he, X, would have no chance. Strong and quick as he was, the Operator was stronger and quicker.”
Philip José Farmer (26 januari 1918 – 25 februari 2009)
De Duitse dichter, schrijver en journalist Alfons Paquet werd geboren op 26 januari 1881 in Wiesbaden. Zie ook alle tags voor Alfons Paquet op dit blog.
Zug des Frühlings
Schaukelnd wiegen sich die Kähne,
Hängt die Segel auf zur Flucht!
Horch, der Schwarm der müden Schwäne
überrauscht die stille Bucht.
Wen mit mir die Sehnsucht drängt,
Fährt hinaus zum stürmisch Vollen.
Fortgeschwommen und verschollen,
Was die Kiele eingezwängt!
Da erheben sich die Winde,
Ein Orkan von Mut und Lust.
Rast und Mühsal, was uns binde,
FortgebIasen; nie gewußt!
Wolken weisen hell hinaus —
Da wird alle Last geringe.
Des befreiten Vogels Schwinge
mißt das große Reich nicht aus.
Alfons Paquet (26 januari 1881 – 8 februari 1944)
De Vlaamse schrijver Lode Baekelmans werd geboren in Antwerpen op 26 januari 1879. Zie ook alle tags voor Lode Baekelmans op dit blog.
Uit: Athenaeumtijd
„In den weeken Septembernamiddag lagen de jongens op den Oosterweelschen dijk.
Zij waren vermoeid door het spel en de wandeling en keken nu maar naar het water en naar de lucht. Op den ebbenden stroom lei de zon schitterende schilfers. Diepblauw was de hemel en groen waren de schorren en de dijk aan den Vlaanderschen oever. Een stoomer joeg een donkere rookpluim op, liet de stoomfluit brommen.
– Met zoo’n schip ga ik nu ook naar zee, verklaarde een jongen met een hazenlip.
Hij zoog gewichtig aan een lange, donkere sigaar en spuwde met saamgeknepen lippen naar een steen beneden aan den dijk.
– Ik mag niet van mijn moeder, zuchtte een tweede terwijl hij achteloos graspijltjes uittrok, maar barbier zal ik toch ook niet worden.
– En als Marcus van de reis komt, meende een mager baasken, dan gaan wij hem samen afhalen.
– Ikke gaan naar mijn moeder in ’t Walenland, verklaarde een blozerd, hij zal niet weinig blij zijn.
– We moesten samen een maatschappij stichten, bepeinsde een snuggere.
– Ja, steunde Marcus de zeeman.
– En wat zullen we in die maatschappij aanvangen? vroeg het mager baasken.
– Comedie spelen, oordeelde de jongen die geen barbier wou worden.
– Bijlange niet, verwierp de Snuggere.
– Zingen?
– Dan leeren trommelen?
– Maar neen.
– Sparen, opperde de Waal.
– Maar neen…
– Het onderwijs verdedigen, bedacht de bleeke Willem met warmte.
– Dat is goed, erkende de Snuggere die schoolmeester zou worden, we kunnen verder gezellige uitstapjes inrichten…
– en vergaderen, en samen Marcus afhalen als hij van zee komt, vulde het mager baasken aan.”
Lode Baekelmans (26 januari 1879 – 11 mei 1965)
De Nederlandse dichter Jan van Hoogstraten werd geboren in Rotterdam op 26 januari 1662. Zie ook alle tags voor Jan van Hoogstraten op dit blog.
Troost in tegenspoed.
Wijze. Philis ik offer u mijn min &c.
Ereptis opibus noli Maereredolendo.
Waarom ô mens. Bezwijktge in moed,
Als gy, van ’t lot gedrukt,
Het uw’ verliest door ramp, of tegenspoed
Daar ’t andren wel gelukt?
Steun op uw God, die ’t al gebied.
Stel, om wat goedverlies geen ziels verdriet,
Maar let veeleer, wat eens aan Saul is geschiet.
Hy die zijne ezelen voorheen
Verloor gans ongeagt,
Zag zig met koninglijk gewaad bekleen,
Gezalft, eer ’t iemand dagt.
De Almagtige schonk hem deze eer.
Wat schooner winst voor vee verlies wel eer!
Hy wierd in Izrael gekroont, als wettig heer.
Zoo klom Vorst David op zijn troon,
Dien God den scepter gaf:
Doe hy, voor ’t goud der koninklijke kroon
Liet zijnen herders staf.
Treur des niet als u ’t luk verlaat,
Of eenig mens u dreygt met hoon, of smaat:
God kan ’t verandren, ’t zy ’t u wel, of qualijk gaat.
Jan van Hoogstraten (26 januari 1662 – 28 juli 1736)
De Franse dichteres en schrijfster Delphine Gay werd geboren op 26 januari 1804 in Aken. Zie ook alle tags voor Delphine Gay op dit blog.
Désespoir
Déjà mon cœur me quitte, et la mort me réclame,
Et je ne la crains pas : pourquoi me secourir ?
Vers le Ciel qui l’attend laisse voler mon âme.
Oh ! ma sœur, laisse-moi mourir !
Dès longtemps, tu le sais, ma vie est douloureuse ;
Souvent sur mes chagrins je te vis t’attendrir ;
Va, ne me retiens pas pour toi, sois généreuse.
Oh ! ma sœur, laisse-moi mourir !
Il est temps d’arrêter mes inutiles heures,
L’horizon dépouillé n’a plus rien à m’offrir ;
Je n’ai plus rien de moi ; vivante, tu me pleures.
Oh ! ma sœur, laisse-moi mourir !
Je ne veux point survivre à mes belles années
Fraîches fleurs du printemps que l’été va flétrir,
Parures du matin avant le soir fanées.
Oh ! ma sœur, laisse-moi mourir !
Je ne veux point survivre à la saison de plaire,
Et voir me blonds cheveux de neige se couvrir.
Sans enfants à bénir, le vieillesse est amère.
Oh ! ma sœur, laisse-moi mourir !
Je ne veux pas survivre à mes chants de poète,
Gloire que ton orgueil me faisait tant chérir.
Mes yeux sont dessillés, et ma lyre est muette.
Oh ! ma sœur, laisse-moi mourir !
Je ne veux pas survivre à mes nobles pensées,
Trésors de loyauté qu’il est beau d’acquérir.
Le poison peut entrer dans les âmes blessées…
Oh ! ma sœur, laisse-moi mourir !
Il est plus glorieux de tomber généreuse,
D’embrasser en partant ceux qui nous font souffrir,
De finir sans remords, comme une femme heureuse.
Oh ! ma sœur, laisse-moi mourir !
Ta pieuse douleur ne sera pas sans charmes ;
De mes ailes, la nuit, je viendrai te couvrir ;
Je veillerai sur toi, j’adoucirai tes larmes !
Oh ! ma sœur, laisse-moi mourir !
Demain, à votre amour quand je serai ravie,
Tu trouveras ces vers, mon dernier souvenir,
Et ma mère, en lisant les chagrins de ma vie,
Me pardonnera de mourir !
Delphine Gay (26 januari 1804 – 29 juni 1855)
Borstbeeld door Jean Baptiste Auguste Clesinger
De Baskische schrijver en politicus Sabino de Arana y Goiri werd geboren op 26 januari 1865 in Bilbao. Zie ook alle tags voor Sabino Arana Goiri op dit blog.
Anthem of the Basque Ethnicity
Up and up Basque Country
glory and glory
to its Good Lord from above.
There is an oak tree in Biscay
old, strong, healthy
it as its law
On the tree we find
the holy cross
always on our top
Sing “Up Basque Country”
glory and glory
to its Good Lord from above
Sabino Arana Goiri (26 januari 1865 – 25 november 1903)