De Nederlandse schrijver en dichter Rogi Wieg werd geboren op 21 augustus 1962 in Delft. Zie ook mijn blog van 21 augustus 2006 en ook mijn blog van 21 augustus 2007 en ook mijn blog van 21 augustus 2008.
Een stuk taart
Je bent maar weinig ouder geworden, geloof ik,
de stap van je metgezel is aarzelend, zo is de gezondheid ook,
de tijd is voorbijgegaan, maar niet als vergelijking,
zij is echt voorbij, als een kleine kop koffie,
een stuk taart, dat men heeft opgegeten,
of misschien weggegooid.
Je bent maar weinig ouder geworden, geloof ik,
je vijfenzestigste verjaardag is geen grap,
maar wel grappig, want de tijd is voorbijgegaan,
als een kleine kop koffie, en we leven nog steeds.
Aarzelend. Maar zo is de gezondheid. Dit heb ik
toch al gezegd.
Ik ben ouder geworden dan jij, in vijfenzestig jaar.
Hoe ben je niet veranderd?
Hoe is je metgezel niet veranderd?
Een gedicht is niet genoeg voor een leven. Maar meer mag je
niet van me verwachten,
het is warm, ik weet niet genoeg. Ik ben veel vergeten.
Laten we het stuk taart opeten, want je bent
weinig ouder geworden.
Inktvlekken
Dagboeken zijn als leven, data, dag in dag
uit. Blauwe, strakke hemels, regen. Als het aan mij lag
zou ik zeggen: laat men de dagboeken voltooien,
handschriften, thema’s doen er niet toe. Gooien
we de mens voor leegoogige, gladgeschoren leeuwen
die om het bestaan van een dagboek slechts geeuwen,
dan zijn we niet die betere verre vriend of goede buur,
al kleden we ons naar de tijd en betalen we zuivere huur.
Er zijn slechte buren geweest. Het theeservies
van de mens wiens dagboek als een raam
werd dichtgeklapt – glasgerinkel, inktvlekken staat vies
op andermans aanrecht. Maak het nu beter, was het af en breng het terug.
Maar alleen de doden mogen vergeven en zij kunnen niet spreken.
Hun buren zijn andere doden, eindelijk veilig, zij hebben geen mond of een
kaarsrechte rug.
Geen revolver
Voor Bert Schierbeek
Het regent, de laatste bloemen
laten los, maar de mensen bloeien.
Hölderlin leest even helder,
verduistert dan; gordijnen worden
dichtgetrokken overdag. Deuren sluiten
zonder sleutelgat. Het regent hard.
Toch: wezens denken dat de wereld
beter wordt, vrouwen trekken lippenstift
en geen revolver. Vrouwen baden kinderen,
maar de hemel maakt hun water zwart.
Toch: tijd rolt zich uit om mensen langer
tijd te geven en nu zal Hölderlin wat gniffelen
om de laatste peren. Maar hij heeft ongelijk:
het is zijn waanzin die naar de pijpen danst van as.
Het regent, de laatste bloemen
strooien kindjes op de oude aarde.
En Hölderlin buigt zich over zijn gedicht,
schrapt wat woorden, drinkt en bidt.
Rogi Wieg (Delft, 21 augustus 1962)
De Zwitserse schrijver, dramaturg en redacteur Lukas Holliger werd geboren op 21 augustus 1971 in Basel.
Uit: Glas im Bauch – Betrachtungen durch verschluckte Brillen
„Der Franzose verliess das Hotel in der Absicht seinen Chef, den Deutschen zu erschiessen. Der Franzose hiess Pierre Maigret, den Deutschen nannten sie „Gott“, weil er sich in Sitzungen gerne von seiner Sekretärin hofieren liess und sämtliche Befehle mit einer Herrschergeste aus dem Musterbuch Michelangelos unterstrich. Gott hiess in Wirklichkeit Andreas Port und verbrachte seinen Sommerurlaub an der spanischen Küste in Begleitung seiner Freundin Katharina.
Der Wind sog die würzige Luft der Pinienwälder über den Felsenstrand und blies den Rauch der Fleisch grillenden Touristen sanft nach Westen. Als auf den roten Felsenkanten Pierre Maigret auftauchte, reparierte Andreas Port gerade mit einem Stück Draht die Sonnenbrille von Christian Dior, die seiner Freundin auf dem Markt heruntergefallen war. Maigret war von Gott in mehreren Sitzungen gedemütigt worden und hatte sich Rache geschworen. Als Pierre im Nachlass seines Vaters, der vergangenen Winter an einer zu spät erkannten Lungenentzündung unerwartet gestorben war, einen Revolver samt Magazin gefunden hatte, war in ihm der Wunsch
entstanden, den deutschen Gott abzuknallen. Das Wort„abknallen“ gefiel ihm. Es passte zu Gott wie ein Ei in den Eierbecher. Statt zu kündigen und arbeitslos zu sein, statt alleine in der Junggesellenwohnung zu hocken und darüber nachzudenken, warum er in Darmstadt nie Freunde gefunden hatte, in den ganzen fünfzehn Jahren nicht, hatte Pierre Maigret beschlossen, das Leben von Andreas Port zu beenden und sich anschliessend zu stellen.“
Lukas Holliger (Basel, 21 augustus 1971)
De Duitse schrijver Pete Smith werd op 21 augustus 1960 in Soest (Westfalen) geboren als zoon van een Spaanse vader en een Engelse moeder. In Münster studeerde hij germanistiek, filosofie en communicatiewetenschappen. Hij werkt als zelfstandig schrijver en journalist in Frankfurt am Main. Hij schrijft romans, verhalen, hoorspelen en jeugdboeken.
Uit: Verschollen im Mittelalter
“Er hatte sich unbeobachtet gefühlt, als er mit seinem Sturmfeuerzeug das Lagerfeuer entzündet und später seine Brote verschlungen hatte. Er war allzu sorglos gewesen – und jetzt sollte er dafür büßen. Der Bauer musste ihm die ganze Zeit über zugesehen haben.
Jetzt erst begriff er dessen Bestürzung. Diese Mischung aus grenzenloser Angst und fassungslosem Erstaunen in seinem Gesicht. Für ihn war er ein Zauberer, »aus dessen Händen Feuer wächst«. Zu allem Überfluss hatte er seine Brote auch noch in Frischhaltefolie eingepackt – in »durchsichtige Haut« – und damit sein Schicksal endgültig besiegelt.
Verdammt, so ist es gewesen, dachte er.
Konzentrier dich, befiehlt er sich, während sein Unterbewusstsein wahrnimmt, dass nicht weit von ihm Holz aufgeschichtet wird. Denk nach, verdammt! Du bist…
»Ich bin doch bloß ein Spielmann«, hört er sich sagen, »und komme von weit her. Ich bringe den hohen Herrschaften meine Lieder dar und schenke ihnen die Weisheit der Welt. Im fernen China hat man mir das Handfeuer und in Mesopotamien das durchsichtige Papier verehrt. Ich habe es für Kaiser Friedrich und Papst Gregor …«
»Schweig!«, schreit der Hagere und augenblicklich senkt sich eine Grabesstille über den Platz. »Schweig, du Ketzer, und wage nicht, den Heiligen Vater zu besudeln, indem du seinen Namen mit deiner giftigen Zunge formst. Ein Spielmann, ha! Ein schöner Spielmann ist das, dessen Laute jault wie eine kranke Katze! Winseln wirst du, wenn die Flammen nach dir lecken!«
Pete Smith (Soest, 21 augustus 1960)
De Engelse dichter, schrijver en illustrator Aubrey Vincent Beardsley werd geboren op 21 augustus 1872, Brighton. Zie ook mijn blog van 21 augustus 2007 en ook mijn blog van 21 augustus 2008.
The Three Musicians
Along the path that skirts the wood,
The three musicians wend their way,
Pleased with their thoughts, each other’s mood,
Franz Himmel’s latest roundelay,
The morning’s work, a new-found theme,
their breakfast and the summer day.
One’s a soprano, lightly frocked
In cool, white muslin that just shows
Her brown silk stockings gaily clocked,
Plump arms and elbows tipped with rose,
And frills of petticoats and things, and outlines
as the warm wind blows.
Beside her a slim, gracious boy
Hastens to mend her tresses’ fall,
And dies her favour to enjoy,
And dies for réclame and recall
At Paris and St. Petersburg, Vienna and St. James’s Hall.
The third’s a Polish Pianist
With big engagements everywhere,
A light heart and an iron wrist,
And shocks and shoals of yellow hair,
And fingers that can trill on sixths and fill beginners with despair.
Illustratie
The three musicians stroll along
And pluck the ears of ripened corn,
Break into odds and ends of song,
And mock the woods with Siegfried’s horn,
And fill the air with Gluck, and fill the tweeded tourist’s soul with scorn.
The Polish genius lags behind,
And, with some poppies in his hand,
Picks out the strings and wood and wind
Of an imaginary band,
Enchanted that for once his men obey
his beat and understand.
The charming cantatrice reclines
And rests a moment where she sees
Her chateau’s roof that hotly shines
Amid the dusky summer trees,
And fans herself, half shuts her eyes, and smoothes
the frock about her knees.
The gracious boy is at her feet,
And weighs his courage with his chance;
His fears soon melt in noon-day heat.
The tourist gives a furious glance,
Red as his guide-book grows, moves on,
and offers up a prayer for France.
Aubrey Beardsley (21 augustus 1872 – 16 maart 1898)
Getekend door Walter Richard Sickert
Zie voor nog meer schrijvers van de 21e augustus ook mijn vorige blog van vandaag.