De Duitse dichter en schrijver Ror Wolf (pseudoniem van Raoul Tranchirer) werd geboren op 29 juni 1932 in Saalfeld/Saale. Zie ook alle tags voor Ror Wolf op dit blog.
Uit: Verschiedene Möglichkeiten, die Ruhe zu verlieren
“Allenfalls ein paar Titelstümpfe kommen beim Ausgraben zum Vorschein: Stoßtrupp So¬undso/Calais sturmreif ja Mölders und seine Männer oder war es Prien? also gut: Prien und seine Männer in dieser Zeit mit Fanfarenstößen und Sondermeldungen, in der Schurschill, der dicke Lügenlord und der schwarze dünne Schamberlein eins nach dem andern auf die Nuß bekommen haben. Ich zog die Verdunklung herunter und las wahrscheinlich Panzerspähwagen westwärts. Oder ich saß nachts im Keller, mit dem Brummen darüber und gelegentlich mit den fernen, aber wirklich noch sehr fernen Detonationen und las: Bomber über Dünkirchen.
Diese Zeit war noch längst nicht vorbei. Doch eines Tages saß ich vielleicht in der Stube. Ich hatte die Raupen, die damals in ungeheuren Schwärmen über den Kohl wanderten, mitten im Fressen abgerissen und in den Bottich gewfen. Oder ich hatte Schnee geschaufelt vor der Haustür und Viehsalz gestreut. Und was nun? Vielleicht bin ich aufgestanden zweiundvierzig oder dreiundvierzig im Sommer oder im Winter und habe mich auf den Weg zum Herrenzimmer gemacht. Rechts entlang, an der Küche vorbei, in der es wahrscheinlich dampfte, weiter den langen Gang entlang, am Klosett vorbei, wo die Sonne hineinstach, durch das menschenleere Schlafzimmer und weiter durch eine neue Tür in einen anderen Gang, drei Stufen knarrend hinunter, links mein Zimmer, dann, ebenfalls links, das letzte Zimmer, das Herrenzimmer, in dem es im Sommer sehr heiß und im Winter sehr kalt war. Nehmen wir an, es war Sommer, dann war es sehr heiß. Oder nehmen wir eine gemäßigte Jahreszeit an, weder heiß noch kalt. Aber das spielt keine Rolle.”
Ror Wolf (Saalfeld/Saale, 29 juni 1932)
De Servische dichter Vasko Popa werd geboren in Grebenac op 29 juni 1922. Zie ook alle tags voor Vasko Popa op dit blog.
Give me back my rags
My rags of pure dreaming
Of silk smiling of striped foreboding
Of my cloth of lace
My rags of spotted hope
Of burnished desire of chequered glances
Of skin from my face
Give me back my rags
Give me when I ask you nicely
Vertaald door Anne Pennington
Last News About The Little Box
The little box which contains the world
Fell in love with herself
And conceived
Still another little box
The little box of the little box
Also fell in love with herself
And conceived
Still another little box
And so it went on forever
The world from the little box
Ought to be inside
The last offspring of the little box
But not one of the little boxes
Inside the little box in love with herself
Is the last one
Let’s see you find the world now
Vasko Popa (29 juni 1922 – 5 januari 1991)
De Italiaanse journaliste en schrijfster Oriana Fallaci werd geboren in Florence op 29 juni 1929. Zie ook alle tags voor Oriana Fallaci op dit blog.
Uit The Rage and The Pride
“I was at home, which is in the center of Manhattan. At exactly nine o’clock I had a sensation of danger, of a danger that perhaps would not touch me, but that undoubtedly concerned me. It’s the sensation you feel in war, or rather in combat, when every pore of your skin feels the bullet or the rocket as it approaches, and you perk up your ears and yell at the person next to you: “Down! Get down!” I pushed it away. It’s not like I was in Vietnam. It’s not like I was in one of the many wars, those fucking wars that have tortured my life since World War II. I was in New York for God’s sake, on a marvellous September morning in 2001. But the sensation still possessed me, inexplicably. So I did something I never do in the morning and turned on the TV. The audio wasn’t working. The screen was. And on every channel—and here there are almost a hundred—you saw a tower of the World Trade Center burning like a giant match. A short circuit? A small plane gone off course? Or an act of deliberate terrorism? I stayed there almost paralyzed, fixed on that tower, and while I fixed on it, while I asked myself those three questions, another plane appeared on the screen. White, huge. An airliner. It was flying extremely low. Flying low, it turned toward the second tower like a bomber who draws a bead on a target and then hurls himself at it. That’s when I understood. I also understood because in that same moment the audio came back on and transmitted a chorus of primal screams. Repeated and primal. “God! Oh, God! Oh, God, God, God! Gooooooood!” And the plane went into that second tower like a knife going into a stick of butter. “
Oriana Fallaci (29 juni 1929 – 15 september 2006)
De Italiaanse dichter en schrijver Giacomo Leopardi werd geboren in Recanati op 29 juni 1798. Zie ook alle tags voor Giacomo Leopardi op dit blog.
Scherzo
When, as a boy, I went
To study in the Muses’ school,
One of them came to me, and took
Me by the hand, and all that day,
She through the work-shop led me graciously,
The mysteries of the craft to see.
She guided me
Through every part,
And showed me all
The instruments of art,
And did their uses all rehearse,
In works alike of prose and verse.
I looked, and paused awhile,
Then asked: ‘O Muse, where is the file?’
‘The file is out of order, friend, and we
Now do without it,’ answered she.
‘But, to repair it, then, have you no care?’
‘We _should_, indeed, but have no time to spare.’
Giacomo Leopardi (29 juni 1798 – 14 juni 1837)
De Franse schrijver Antoine de Saint-Exupéry werd geboren op 29 juni 1900 in Saint-Maurice-de-Rémens. Zie ook alle tags voor Antoine de Saint-Exupéry op dit blog.
Uit: De kleine prins (Vertaald door L. De Beaufort-Van Hamel)
“Als het geheimzinnige al te veel indruk op ons maakt, moeten wij wel gehoorzamen. Hoe zinloos het mij ook leek, – op duizend mijl van de bewoonde wereld en in doodsgevaar – ik haalde een blaadje papier en een vulpen uit mijn zak. Maar toen bedacht ik, dat ik vooral aardrijkskunde, geschiedenis, rekenen en taal geleerd had en ik zei, een beetje humeurig, tegen het kereltje, dat ik niet tekenen kon.
Hij antwoordde: ‘Dat doet er niet toe. Teken maar ’n schaap voor me.’
En omdat ik nog nooit een schaap getekend had, maakte ik nog maar eens een van de twee enige tekeningen waartoe ik in staat was voor hem. De dichte boa constrictor.
En stomverbaasd hoorde ik hem zeggen: ‘Nee, nee! Ik wil geen olifant in ’n boa. ’n Boa constrictor is veel te gevaarlijk en een olifant neemt zoveel ruimte. Ik woon erg klein. Ik heb ’n schaap nodig.
Teken nou een schaap voor me.’
Toen tekende ik het dan maar (tekening nummer 5). Hij bekeek het aandachtig en zei: ‘Nee, dat schaap is nú al zo ziek. Maak er nog maar een.’
Ik tekende (tekening nummer 6). Mijn vriendje lachte vriendelijk en toegeeflijk.
– Je ziet toch wel dat dat geen schaap is: ’t is een ram, hij heeft horens…
Nog eens maakte ik mijn tekening over. Maar die werd ook al geweigerd, net als de vorigen.”
Antoine de Saint-Exupéry (29 juni 1900 – 31 juli 1944)
De Vlaamse schrijver Anton “Tony” Bergmann werd geboren te Lier op 29 juni 1835. Zie ook alle tags voor Anton Bergman op dit blog.
Uit: Ernest Staas
“Monsieur Lefinaud wierp zijnen frak achteruit, plaatste zijne duimen onder de armen, en liet zijne vingers eenen galop spelen op zijne vuurroode gilet.
‘Maar de ligging, mevrouw!’ riep hij uit. ‘Ik zeg maar dit enkel woord: de ligging! Daarin is alles besloten in eene groote stad. – Goede ligging: fortuin, – slechte ligging: ondergang en fail… liet!’ en de kleermaker, fier dat hij zulke hooge stadhuiswoorden kende, trok het zoo lang hij maar kon.
‘En failliet!’ herhaalde hij nog eens, terwijl zijne vingers hun dansje op de roode gilet herbegonnen.
Tante aarzelde: de prijs ging hare berekeningen te boven, en zij keek nog eens rond, of er niets op af te wijzen of te verminderen viel.
Monsieur Lefinaud zag het oogenblik gekomen om den grooten slag te slaan.
‘Mevrouw,’ hernam hij op ernstigen toon, zijne vingeren in de hoogte houdend en alle dartelende beweging stakend, ‘het is in uw belang, dat ik spreek. Mijn kwartier verhuren kan ik met honderd handen tegelijk. Het ware spijtig. Die kamers zijn als gemaakt voor eenen rechtsgeleerde. Vroeger woonde hier nog een jong advocaat aan huis. Hij was onbekend en moest zoeken, doch was werkzaam en knap gelijk mijnheer, en iedereen, die de hoofdstad kent, zal u kunnen zeggen, welk vermaard advocaat mijnheer Duruisseau, die hier klein begon, thans geworden is.’
Die beweegreden was afdoende.
Waar Mr. Duruisseau groot geworden was, waarom zoude Ernest Staas daar ook niet lukken? Tante sloeg het akkoord toe: de jonge advocaat was geëtabliseerd.”
Anton Bergmann (29 juni 1835 – 21 januari 1874)
Zie voor nog meer schrijvers van de 29e juni ook mijn blog van 29 juni 2013 deel 2.