Sabine Scho, Lenrie Peters, J. J. Cremer, Edgar Rice Burroughs

De Duitse dichteres en schrijfster Sabine Scho werd geboren op 1 september 1970 in Ochtrup. Zie ook mijn blog van 1 september 2009 en ook mijn blog van 1 september 2010

 

atomic tangerine

eine tür, was für ein gebrauch

ein schloß, scharnier, kragenstäbchen,

damit misst man

stahlzargen aus, beton, akten

und, ja, akten. »so machen wir

das licht aus«, auf stapeln von

papier, aber grauen ist doch auch

eine farbe, betont sachlich mit dem

besenstiel, beinahe wie zuhaus, nur

höher, der dritte teil des karmaspiels

fiel aus, ‘no alarms and

no surprises’, ein korridor, was

für ein schlauch, pizza aus der

plätzchendose, und da draußen

wird es immer weißer, an weihnachten,

heißt es, sei das so brauch

glitzerzäune, ein letztes umschlussbier

but, please, couldn’t you ‘let me out of here’

 


Sabine Scho (Ochtrup, 1 september 1970)

 

De Gambiaanse schrijver en chirurg Lenrie Leopold Wilfred Peters werd geboren in Bathurst op 1 september 1932. Zie ook mijn blog van 1 september 2009 en ook mijn blog van 1 september 2010

 

Katchikali

What magic spells

held the first men,

wandering in darkness

heads bowed, to draw

breath, refuge from toil

and say

This is our home

Katchikali

and the crocodiles

of another world

under your waters

tame as pumpkins

Katchikali

Katchikali, Katchikali

The women weight-drowned

towards the farms bend

their knees and say a prayer

Katchikali

Lovers under a fertile moon

pray for their children

Katchikali

And the crocodiles, watchful

older than fossils

which kiss the heels of children

Katchikali

and men string as Baobabs

press-ganged to clear your

dense embraces

the sweat of fear on their faces

plead with every fateful stroke

‘It is not I who destroys you

It is not I Katchikali

but those who would ignore your mystery.’

Katchikali, Katchikali

Bring me children

That I may show my face

In the village market

I the daughter of despair.

 

Lenrie Peters (1 september 1932 – 28 mei 2009)

 

De Nederlandse schrijver Jacob(us) Jan Cremer werd geboren op in Arnhem op 1 september 1827. Zie ook mijn blog van 1 september 2009 en ook mijn blog van 1 september 2010

 

Uit: De lelie van ‘s-Gravenhage

„Het was een koude, gure November-nacht in den jare 1595; donkere wolken bedekten den hemel, en ontlastten zich in vreeselijke plasregens. Aan de anders zoo liefelijke maan was het niet vergund door dat dichte floers heen te dringen, en al vertoonde zij zich ook somwijlen, een zwarte massa wolken beroofde het aardrijk toch spoedig weder van haren glans, en het was slechts licht geweest, om den nacht nog nachtelijker te maken.

Hooge populieren, reeds geheel van bladeren ontdaan, verhieven zich aan weerskanten van den breeden zandweg die tusschen de steden Leiden en ‘s-Gravenhage was gelegen, en vertoonden zich als reusachtige spooksels die zich onstuimig heen en weer bewogen.

Het was in dien nacht en op dezen weg, dat eene kar, langzaam uit de richting van Leiden komende, een kruisweg naderde. De duisternis liet niet toe het zich daarin bevindende gezelschap te onderscheiden; bovendien werd het door een linnen huif bedekt, en eenigermate tegen wind en regen beschut. Na eenig stilzwijgen echter, sprak een vrouwenstem, ongetwijfeld het woord tot den vooropzittenden voerman richtende: ‘Let wel op, Casper! Gij weet dat wij bij het Steenen kruis, den weg ter rechterzijde moeten inslaan! – Het is nu geen tijd van slapen;’ duwde zij den man, hem hevig op den schouder slaande, toe, daar zij bemerkte dat hij hare woorden niet gehoord had: ‘Wij moeten rechts, verstaat gij?’

De aangesprokene, zoo onzacht uit zijne dommeling gewekt, wreef zich geeuwend de oogen en keek in het rond. – ‘’t Is helsch donker;’ riep hij eindelijk met een forsche stem: ‘ik zie weg noch steg.’ – ‘Dan zult gij wèl doen af te stappen en de plaats nader op te nemen.’ hernam de eerste.

Nadat Casper het paard had doen stilstaan, en het de teugels over den kop geworpen had, voldeed hij nogmaals geeuwend en schier onwillig aan het verzoek, dat meer nog naar een bevel geleek.

Behalve de twee sprekend ingevoerde personen moest er zich nog een derde in het voertuig bevinden, die, wellicht door het luid gevoerde gesprek, of wel door het plotseling stilhouden der kar, was ontwaakt. Althans, nauwelijks had Casper den wagen verlaten, of men hoorde een zacht gekreun, hetwelk door een kind moest worden voortgebracht.“

 

J. J. Cremer (1 september 1827 – 5 juni 1880)

 

De Amerikaanse schrijver Edgar Rice Burroughs werd geboren in Chicago op 1 september 1875 als de zoon van een zakenman. Zie ook mijn blog van 1 september 2008 en ook mijn blog van 1 september 2009 en ook mijn blog van 1 september 2010

 

Uit: Tarzan of the Apes

„Clayton was the type of Englishman that one likes best to associate with the noblest monuments of historic achievement upon a thousand victorious battlefields–a strong, virile man–mentally, morally, and physically.

In stature he was above the average height; his eyes were gray, his features regular and strong; his carriage that of perfect, robust health influenced by his years of army training.

Political ambition had caused him to seek transference from the army to the Colonial Office and so we find him, still young, entrusted with a delicate and important commission in the service of the Queen.

When he received this appointment he was both elated and appalled.The preferment seemed to him in the nature of a well-merited reward for painstaking and intelligent service, and as a stepping stone to posts of greater importance and responsibility; but, on the other hand, he had been married to the Hon. Alice Rutherford for scarce a three months, and it was the thought of taking this fair young girl into the dangers and isolation of tropical Africa that appalled him.

For her sake he would have refused the appointment, but she would not have it so.Instead she insisted that he accept, and, indeed, take her with him.

There were mothers and brothers and sisters, and aunts and cousins to express various opinions on the subject, but as to what they severally advised history is silent.

We know only that on a bright May morning in 1888, John, Lord Greystoke, and Lady Alice sailed from Dover on their way to Africa.“

 


Edgar Rice Burroughs (1 september 1875 – 19 maart 1950)

Tarzan, bewerkt als stripboek