De Amerikaanse dichter, librettist en essayist Scott Cairns werd geboren op 19 november 1954 in Tacoma, Washington. Zie ook alle tags voor Scott Cairns op dit blog.
First Storm and Thereafter
What I notice first within
this rough scene fixed
in memory is the rare
quality of its lightning, as if
those bolts were clipped
from a comic book, pasted
on low cloud, or fashioned
with cardboard, daubed
with gilt then hung overhead
on wire and fine hooks.
What I hear most clearly
within that thunder now
is its grief—a moan, a long
lament echoing, an ache.
And the rain? Raucous enough,
pounding, but oddly
musical, and, well,
eager to entertain, solicitous.
No storm since has been framed
with such matter-of-fact
artifice, nor to such comic
effect. No, the thousand-plus
storms since then have turned
increasingly artless,
arbitrary, bearing—every
one of them—a numbing burst.
And today, from the west a gust
and a filling pressure
pulsing in the throat—offering
little or nothing to make light of.
Idiot Psalms
4
Isaak’s penitential psalm, unaccompanied.
Again, and yes again, O Ceaseless Tolerator
of our bleaking recurrences, O Forever Forgoing
Foregone (sans conclusion), O Inexhaustible,
I find my face against the floor, and yet again
my plea escapes from unclean lips, and from a heart
caked in and constricted by its own soiled residue.
You are forever, and forever blessed, and I aspire
one day to slip my knot and change things up,
to manage at least one late season sinlessly,
to bow before you yet one time without chagrin.
Eremiet
—Katounakia, 2007
De grot zelf is aangenaam sober,
met weinig rommel – niets behalve
een smalle plaat, een versleten wollen omslagdoek,
en in de afgebroken uitsparing hier
drie roetige iconen verlicht door een olielamp.
Net voorbij de opening van de donkere grot,
rust een zwartgeblakerde ketel tussen de kolen,
waarmee, elke middag, een handvol
wilde groenten wordt gekookt tot een malse brij.
De eremiet ligt op de grond dichtbij
twee boeken – een evangelie en het verzameld proza
van de Syriër – waarvan de pagina’s omslaan,
geholpen door een briesje. Naast de sliert
van houtrook die uit de kolen opstijgt,
trekt geen andere beweging de aandacht. Het gezicht
van de oude man wordt in de aarde gedrukt,
zijn lichaam uitgerekt alsof hij vooruit wil reiken.
De pot kookt droog. Hij voedt zich met wat
we niet zien en zou verzadigd kunnen zijn.
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 19e november ook mijn blog van 19 november 2020 en ook mijn blog van 19 november 2018 en eveneens mijn blog van 19 november 2017 deel 3.