Simeon (Maximilian von Schenkendorf), Günter Eich

 

Bij Maria Lichtmis

 

Simeon in de tempel door Gerbrand van den Eeckhout, 1672

 

Simeon

Herr, ich kann in Frieden fahren,
Denn Dein Morgen rötet sich,
Hab’ erharrt in langen Jahren,
Was ich schaue sicherlich.

Was uns heilig zugeschworen,
Ist wahrhaftig auch geschehn;
Dieses Zeichen war erkoren
Vieler Fall und Auferstehn.

Mag das Schwert zum Herzen dringen,
Schallen soll der Glocken Klang;
Hell und mutig will ich singen
Meinen letzten Schwanensang.

Neues Leben hat begonnen
Jung und schön und wunderbar,
All die alten Liebesbronnen
Fließen auch noch süß und klar.

Wenn die Greise Kinder werden,
Weisheit aus den Kindern spricht,
Spielet wieder auf der Erden
Hell und frisch das Himmelslicht.

Herr, nun lass den Diener ziehen,
Lass ihn von dem langen Tun,
Von den Sorgen, von den Mühen
Sanft in seinem Erbteil ruh’n.

 

Maximilian von Schenkendorf (11 december 1783 – 11 december 1817)
Tilsit (Tegenwoordig: Sovjetsk), de geboorteplaats van Maximilian von Schenkendorf

 

De Duitse dichter en schrijver Günter Eich werd geboren op 1 februari 1907 in Lebus an der Oder. Zie ook alle tags voor Günter Eich op dit blog.

 

Frambozenranken

Het bos achter de gedachten,
de regendruppels eraan
en de herfst waardoor ze geel worden –

o, frambozenranken uitspreken,
bessen in je oor fluisteren,
de rode, die in het mos vielen.

Je oor verstaat ze niet
mijn mond spreekt ze niet uit,
woorden houden hun verval niet tegen.

Hand in hand tussen ondenkbare gedachten.
In het struikgewas gaat het pad verloren.
De maan slaat zijn oog op,
geel en voor altijd.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Günter Eich (1 februari 1907 – 20 december 1972)

 

Zie voor de schrijvers van de 2e februari ook mijn blog van 2 februari 2019 deel 1 en eveneens deel 2.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *