De Nederlandse dichter en schrijver Simon Vinkenoog werd op 18 juli 1928 in Amsterdam geboren. Zie ook alle tags voor Simon Vinkenoog op dit blog.
Hooglied
Ik zeg tegen mezelf: jongen, ze verwijten je vaak
dat je geen omgang hebt met je vrienden & vakgenoten,
dat je hun gezelschap mijdt, hun discussies niet wilt zoeken
(ze zeggen het anders, zó zien ze het niet)
En ze vragen je vaak: wat zoek je toch bij die gekke jongens?
Dan antwoord ik niet, of ik zoek naar uitvluchten,
zeg ik dan, Simon Vinkenoog,
ik heb het ze nooit durven zeggen,
waarom ik zó leef, en niet anders.
Zal ik antwoorden, beterweten, zeggen?
Omdat Kees Bottenberg eens heeft gezegd:
‘ik zou willen schrijven,
want er zou een bijbel geschreven moeten worden.’
Daarom, medeschrijvers. Wij schrijven een bijbel.
Ieder zijn eigen hooglied. Ieder het zijne.
Ik de mijne.
Allen één God.
Profielschets: Dichter
JE est un autre – Arthur Rimbaud
Ik ben
dichter
experimenteel dichter
gelegenheidsdichter
laatnaarjekijkendichter
je mag gezien worden, dichter
stadse kijkmijnoudichter
fratsendichter
margedichter
worshopdichter
mystiekdichteretceteradichter
Dichter van het eerste
en het laatste woord
dichter van de afscheidsgroet
dichter van de levende adem
uitje voor scholieren
gesprekspartner voor
verslaafden en gedetineerden
parkdichter
festivaldichter
gebrokendromendichter
paradedichter
straathoekdichter
droomdansdichter
jazzdichter
dag dichter nacht dichter
vrijetijdsdichter
arbeidstrijddichter
ladenlichter &
schielijke oplichter
standwerkdichter
feestdisdichter
In het spoor van
Adam dichter
naamgeefdichter
aangeefdichter
aanmaakdichter
toegewijd dichter
gedreven, vervoerd,
geleid, eigengereid
en bevlogen
dichter
Buitennissig
buitensporig
buitenzinnig dichter
Altijd onderweg dichter
overwegdichter
omwegdichter tunneldichter
viaductdichter
stoplichtdichter
te fiets te voet in bed
bijrijddichter
Nou is het wel genoeg, dichter
nu ben je luisterdichter
inkijkdichter
voorbijganger dichter
zwijgdichter
Kijk, dichter
mensen om je heen, dichter
MindMirrorPaintboxdichter
supergeleiderdichter
krachtmetingsbegeleidingsdichter
Niets is weg dichter
niets gaat verloren dichter
levenslang meekijkdichter
benaderdichter verwijderdichter
kleurrijk dichter regenboogdichter
zelfgezegddichter
gelukkig dichter!
Simon Vinkenoog (18 juli 1928 – 12 juli 2009)
De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog.
Betonstufen, die Meere
Bewegung (Luft), Meerfarbe (grün), ein Igel (die Technik eines Coyoten
ihn auf den Rücken zu drehen) – dein Herz, der nahe Hafen
dehnt sich an seinen Schlafkanten. Futter in Säcken, Munitionskisten
der gespaltene Huf eines Esels im Brackwasser –
das Meer zeigt dir Ufer (die Grenzen), du schläfst in deinen Staaten
es gibt Geheimzeichen, Türme (auf See blickend), Flugabwehr
Ingenieure mit Fliegerkappen – du zählst sie an Stränden, es sind Gelenke
und sie verbinden dich (wie eine Schrift) mit allen Dingen.
Hotelsituation, langes Liegen
Herzhoheit, Neon und langsamer Umschlag dieser Waren
– irgendwie nachdenken, irgendwie wach bleiben –
wie das Milieu uns betört, in seinen Höhen und Tiefen
der Abend ist voll von Sprache, aber die Wörter lahmen
die Körper der Pflanzen regenerieren sich, hölzern und
still, trojanische Pferde, liegen wir am Grund der Stadt
so wach, in seinem Schlaf, unser geduldiges Fleisch
kommuniziert mit den Flüssen. Kriechstrom, nahes Ufer
zögernde Haut, das kleine Gefühl macht dich glücklich
Traumzeichen lösen sich aus meinen Jahren wie Laub
maßloser Baumschnee. Lass uns jetzt lange verreisen
zu Wasser, zu Land und zu Luft, lass uns jetzt lange
dieses Hotel nicht verlassen. Nie bei den Sternen, nie
aufhören, in der Musik. Dein Puls, deine Haare fliegen.
Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)
De Argentijnse schrijfster en vertaalster Alicia Steimberg werd geboren op 18 juli 1933 in Buenos Aires. Zie ook alle tags voor Alicia Steinberg op dit blog.
Uit: Call Me Magdalena
“We reached Las Lilas at nightfall, on a Thursday in November. Juan Antonio and Emi came out to meet us and offered to take us immediately to the rooms they had prepared for us during our stay at the estancia. I stopped for a moment in front of the house, at the foot of the front steps, next to a bed of purple flowers that smelled divine. Intoxicated by their fragrance, I looked around me. The flower bed on my left, on my right the swimming pool, and a little farther on, the wide, thatched roof of the gazebo. I climbed the marble staircase, admired the black-and-white mosaic tile (also marble), and leaned over the balustrade to contemplate the lovely scenery—the woods, the gently rolling, variegated countryside: greens, rusts, honey-hued fields. Far in the distance, a monstrously bright yellow piece of farm machinery destroyed my illusion of having traveled backward in time.
Instead of going to my room along with the others, I descended the staircase I had just climbed and walked along the gravel path. No one noticed me. I had gone about thirty yards among the shrubs and flower beds when someone called me from the doorway and I had to turn around and go back. I felt happy to be in the country and smiled at everyone who crossed my path: the occupants of the house, the servants, some geese unexpectedly traversing the road. I climbed the stairs again and entered a long hallway leading to the door of one of the rooms, where Enrique was waiting for me.
The room was spacious, furnished with a big bed, two night tables, and an unpolished oak dresser. On the dresser was an antique basin with a chipped rim. The latticed window faced the garden. The bathroom was enormous, with antique, yellowed furnishings. The bathtub had lion-claw feet.”
Alicia Steimberg (Buenos Aires, 18 juli 1933)
De Russische dichter Jevgeny Jevtoesjenko werd geboren in Zima in Irkutsk op 18 juli 1933. Zie ook alle tags voor Jevgeni Jevtoesjenko op dit blog en ook mijn blog van 18 juli 2010.
On The Question Of Freedom
Dachau’s ashes burn my feet
The asphalt smokes under me
Warheads & bayonets stuck
under my nails
I’ll stroke a stray strand of my beloved’s hair
And I myself shall smoke
crucified Christ-like on wings of bombers
flying through this night to kill Christ’s kids
My skin trembles with explosions
as if it were Vietnam
and breaking my back and ribs
the Berlin Wall runs through me
You talk to me of freedom? Empty question
under umbrellas of bombs in the sky
It’s a disgrace to be free of your own age
A hundred times more shameful than to be its slave
Yes I’m enslaved to Tashkent women
and to Dallas bullets and Peking slogans
and Vietnam widows and Russian women
with picks beside the tracks and kerchiefs over their eyes
Yes I’m not free of Pushkin and Blok
Not free of the State of Maryland and Zima Station
Not free of the Devil and God
Not free of earth’s beauty and its shit
Yes I’m enslaved to a thirst for taking a wet-mop
to the heads of all the bickerers & butchers of the world
Yes I’m enslaved to the honor of busting the mugs
of all the bastards on earth
And maybe I’ll be loved by the people for this
For spending my life
(not without precedent in this iron age)
glorifying unfreedom from
the true struggle for freedom.
Vertaald door Lawrence Ferlinghetti en Anthony Kahn
Jevgeni Jevtoesjenko (Zima, 18 juli 1933)
De Nederlandse schrijver, criticus en politicus Aad Nuis werd geboren op 18 juli 1933 in Sliedrecht. Zie ook alle tags voor Aad Nuis op dit blog en ook mijn blog van 18 juli 2010.
Uit: Een parvenu van de taal
“Rodenko heeft zijn poëziecritisch proza gebundeld. Het boekje is verschenen in de Ooievaarreeks van Daamen N.V., onder de titel Tussen de Regels, Wandelen en Spoorzoeken in de moderne Poëzie. Het is de ergste verzameling wartaal die ik het laatste jaar onder ogen heb gehad. In een met de voet geschreven klerkenstijl, met dodelijke ernst, worden de platitudes en onverteerde resten van populair-wetenschappelijke verhandelingen opgestapeld tot bouwwerken van domheid.
Het onbegrijpelijke van het verschijnsel Rodenko is dat het door velen au serieux genomen wordt. Deze wonderlijke taalknoeier wordt voor vol aangezien, met instemming aangehaald, als autoriteit behandeld. Hij hoort uit de Nederlandse literatuur hard en grondig te worden weggelachen. Het lijkt me de enige manier om van hem af te komen: voor critische ontleding en weerlegging is zijn proza niet vatbaar. Zijn manier van denken is te glibberig en te onzindelijk. Zijn essays hebben geen kop en geen staart.
Trouwens, ik ben pas op de helft van het boek op het idee gekomen dat Rodenko bezig was te proberen denkbeelden onder mijn aandacht te brengen, zozeer was ik door zijn taalmisbruik gefascineerd.
Een mooi voorbeeld vinden we in het stuk ‘Empirische Poëziecritiek en de Dichter’, op blz. 46:
Om tot ons onderwerp terug te keren: het is dus alleszins geoorloofd om in de poëziecritiek de persoonlijkheid van het gedicht in de plaats te stellen van de persoonlijkheid van de dichter; het bezwaar, dat ‘persoonlijkheid’ niet van ‘persoon’ is los te denken, wordt opgeheven door de stelling, dat het hier een kwestie van gezichtshoek, van onderzoeksmethodiek betreft: ‘in werkelijkheid’ is de persoonlijkheid van het gedicht de persoonlijkheid van de dichter. (…)
Wat zou Rodenko ons met dit merkwaardig meetkundig bewijs wel duidelijk hebben willen maken? Waarschijnlijk dit: een dichter heeft in het dagelijks leven méér kanten dan in zijn gedicht tot uiting komen. Dat is ten minste de enige zinnige betekenis die ik uit deze passage weet te halen, en inderdaad, er is weinig tegen in te brengen, al is het nu ook niet bepaald groot nieuws. Waar was echter de woordenkraam voor nodig?”
Aad Nuis (18 juli 1933 – 8 november 2007)
De Engelse schrijver William Makepeace Thackeray werd geboren in Calcutta op 18 juli 1811. Zie ook alle tags voor William Makepeace Thackeray op dit blog en mijn blog van 18 juli 2010.
Uit: Vanity Fair
“This letter completed, Miss Pinkerton proceeded to write her own name, and Miss Sedley’s, in the fly-leaf of a Johnson’s Dictionary—the interesting work which she invariably presented to her scholars, on their departure from the Mall. On the cover was inserted a copy of “Lines addressed to a young lady on quitting Miss Pinkerton’s school, at the Mall; by the late revered Doctor Samuel Johnson.” In fact, the Lexicographer’s name was always on the lips of this majestic woman, and a visit he had paid to her was the cause of her reputation and her fortune.
Being commanded by her elder sister to get “the Dictionary” from the cupboard, Miss Jemima had extracted two copies of the book from the receptacle in question. When Miss Pinkerton had finished the inscription in the first, Jemima, with rather a dubious and timid air, handed her the second.
“For whom is this, Miss Jemima?” said Miss Pinkerton, with awful coldness.
“For Becky Sharp,” answered Jemima, trembling very much, and blushing over her withered face and neck, as she turned her back on her sister. “For Becky Sharp: she’s going too.”
“MISS JEMIMA!” exclaimed Miss Pinkerton, in the largest capitals. “Are you in your senses? Replace the Dixonary in the closet, and never venture to take such a liberty in future.”
“Well, sister, it’s only two-and-ninepence, and poor Becky will be miserable if she don’t get one.”
“Send Miss Sedley instantly to me,” said Miss Pinkerton. And so venturing not to say another word, poor Jemima trotted off, exceedingly flurried and nervous.
Miss Sedley’s papa was a merchant in London, and a man of some wealth; whereas Miss Sharp was an articled pupil, for whom Miss Pinkerton had done, as she thought, quite enough, without conferring upon her at parting the high honour of the Dixonary.”
William Makepeace Thackeray (18 juli 1811 – 24 december 1863)
Portret door William Lockhart Bogle, 1893
De Franse schrijfster Nathalie Sarraute werd geboren op 18 juli 1900 in Ivanova, Rusland. Zie ook alle tags voor Nathalie Sarraute op dit blog en mijn blog van 18 juli 2010.
Uit: Enfance
« Il est aussi fort que le Bien, il est à tout moment sur le point de vaincre… et cette fois tout est perdu, tout ce qu’il peut y avoir sur terre de plus noble, de plus beau… le Mal s’est installé solidement, il n’a négligé aucune précaution, il n’a plus rien à craindre, il savoure à l’avance son triomphe, il prend son temps… et c’est à ce moment-là qu’il faut répondre à des voix d’un autre monde… « Mais on t’appelle, c’est servi, tu n’entends pas ? »… il faut aller au milieu de ces gens petits, raisonnables, prudents, rien ne leur arrive, que peut-il arriver là où ils vivent… là tout est si étriqué, mesquin, parcimonieux… alors que chez nous là-bas, on voit à chaque instant des palais, des hôtels, des meubles, des objets, des jardins, des équipages de toute beauté, comme on n’en voit jamais ici, des flots de pièces d’or, des rivières de diamants…
« Qu’est-ce qui arrive à Natacha ? » j’entends une amie venue dîner poser tout bas cette question à mon père… mon air absent, hagard, peutêtre dédaigneux a dû la frapper… et mon père lui chuchote à l’oreille…
«Elle est plongée dans Rocambole ! » L’amie hoche la tête d’un air qui signifie : « Ah, je comprends… »
Mais qu’est-ce qu’ils peuvent comprendre…”
Nathalie Sarraute (18 juli 1900 – 19 oktober 1999)
Zie voor nog meer schrijvers van de 18e juli ook mijn vorige blog van vandaag.