De Vlaamse dichter, schrijver en essayist Stefan Hertmans werd geboren in Gent op 31 maart 1951. Hertmans doceerde aan de Koninklijke Academie voor Schone kunsten (KASK, Hogeschool Gent), leidde er het Studium Generale tot oktober 2010 en gaf lezingen aan de Sorbonne, de universiteiten van Wenen, Berlijn en Mexico City, Library of Congress (Washington), University College London. Zijn werk verscheen onder meer in The literary Review (Madison, USA) The Review of contemporary fiction (Illinois, USA) en Grand Street (New York). Hertmans werkte mee aan tijdschriften zoals Raster, De Revisor, Het Moment, NWT, Yang, Dietsche Warande & Belfort, Poëziekrant, Parmentier. Van 1993 tot 1996 was hij redacteur van het Nederlandse tijdschrift De Gids, hij recenseerde voor De Morgen en schreef de boekenbijlage van de De Standaard. In Nederland publiceerde hij in Trouw. Hertmans publiceert romans, verhalenbundels, essayboeken, theaterteksten en poëzie. Zijn eerste publicatie was de roman “Ruimte” (1981). De bundel “Sneeuwdoosjes” bevat essays over onder meer Walter Benjamin, Jorge Luis Borges, Marguerite Duras, Ernst Jünger, W.H. Auden en Igor Stravinski. De roman “Naar Merelbeke” (1994) werd genomineerd voor de Librisprijs en voor de Schrijvers-van-Nu-prijs van ECI. De dichtbundel “Muziek voor de overtocht” werd genomineerd voor de VSB-poëzieprijs en kreeg in 1995 de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Poëzie en de Paul Snoek-prijs 1996. De essays in “Fuga’s en pimpelmezen” (1996) mengden zich in het debat over fundamentalisme, de oorlog in Bosnië en ideologieën. Het reisverhaal “Steden, verhalen onderweg verscheen” in 1998. In opdracht van het Kaaitheater Brussel en Brussel 2000 schreef hij een theatertekst rond het motief van de Griekse vrouwen in de antieke tragedie. Hertmans maakte het thema radicaal en eigentijds in “Mind the Gap”. In het najaar van 2002 verschenen de essayboeken “Het Putje van Milete” en “Engel van de metamorfose”. In 2003 verscheen de dichtbundel “Vuurwerk zei ze”. In 2006 verscheen “Muziek voor de overtocht, Gedichten 1975-2005”, een herziene uitgave van alle dichtbundels, een selectie verspreide gedichten en een selectie uit een eerste, nooit tevoren gepubliceerde bundel. Najaar 2008 verscheen de roman “Het verborgen weefsel”, in 2010 de dichtbundel “De val van vrije dagen”. “Oorlog en terpentijn” is gebaseerd op een paar cahiers die Hertmans in de jaren 1980 kreeg van zijn grootvader, een gedecoreerde held uit de Eerste Wereldoorlog, een plichtsbewuste en gedisciplineerde soldaat. De roman reconstrueert het leven van Urbain Martien. Zijn leven begint in een Gentse volksbuurt tijdens de belle époque en krijgt een onvoorziene wending tijdens de Eerste Wereldoorlog.Hertmans gedichten en verhalen verschenen in het Frans, Spaans, Italiaans, Roemeens, Kroatisch, Duits, Bulgaars,
Kinderhand
Omdat ze gauw gevuld is
– het dons van een kwartel
is genoeg, een herfstblad in
de lente, een blauwe knikker
in de palm –
sprong plots iets donkerroods
hem in de ogen, een vingertop,
een snee van niets,
een net te snel langs
grote grassen strijken
en wat zich opent
is zijn ogenblik.
Het lichaam moet
gesloten blijven.
Zo was het hem beloofd.
Maar als de palm plots opengaat,
En aders even gapen,
Dan sluit een kramp
Hem in mijn hand
Totdat hij gilt.
Want bloeden doen we samen.
Gelukstraat, Gent
Het was in een oud schooltje,
en de ramen waren hoog, dat zich
de schaduw van een man tot in de
lichtkring van oud stof voorover boog.
Linden, kinderen in een onverstaanbaar
nieuwe taal, herkenning van een uitzicht
bij het raam; en binnen trekt het pleisterwerk
zijn eigen krijtkring in een oud lokaal.
De schim van lang verloren leven
kan iemand in de armen nemen,
maar niet het waaiend lichtland
in zijn hoofd.
O paradijselijk vergeten op gewone
dagen, zij geloofd. En bij het poortje,
in de wind, staat nog een ander kind –
dat, wat ooit zijn moeder was beloofd.
Mijn beurt
De kaas moet vers uit Parma komen;
De pepers rood uit Pomerigio
De mascarpone moet geel-romig zijn
En jij moet zingen bij de wijn.
Ik zal een jonge kwartel eten,
Gestufft met mortadella en Toscaanse weed.
Je bloes hangen we voor het venster
Tegen inkijk en insecten.
Het fruit zal branden in je mond,
En wat je zingt wordt stilaan honger,
Branie, geblaf van een jachtige hond.
Je buik met peperoni ingewreven
Lig je op tafel en je beeft.
Vorken en messen zijn verdeeld.
De koffie met kaneel gaat met
Onspreekbare syllaben door je keel.
Stefan Hertmans (Gent, 31 maart 1951)