De Noorse dichter, schrijver en journalist Tor Jonsson werd geboren op 14 mei 1916 in Lom, Oppland. Jonsson leefde in grote armoede met een zieke moeder die bijna hulpeloos was. Zijn vader had ook geen gemakkelijk leven en stierf vroeg. Noodgedwongen moest Jonsson als boerderijknecht en tuinman werken en later als drukker. De poëzie van Jonsson werd sterk beïnvloed door deze jongere jaren. Hij bezocht in 1939-40 de tuinbouwschool (Valle videregående skole) in Lena in Østre Toten. In de periode 1945-47 werkte hij als journalist bij Dølenes Blad, later bij Dølabladet (Otta) en als redacteur bij Hallingdølen. Al als kind had Jonsson van lezen genoten en als tiener schreef hij zijn eerste gedichten. Zijn klasgenoten vergeleken hem daarom met Olav Aukrust, een bekende dichter van Lom, door wie zijn vroege werken inderdaad werden beïnvloed. Jonsson’s oudste nog resterende werk is een hymne aan zijn lerares uit 1931. Vanaf 1932 publiceerde hij korte verhalen in kranten. Hiervoor gebruikte hij de naam Jonsson in plaats van zijn geboortenaam Johnsen. In 1937 stelde hij een poëziebundel samen, maar vond geen uitgever. In de jaren 1943-1948 schreef hij verschillende bundels poëzie die werden gepubliceerd als “Mogning i mørkret”, “Berg ved blått vatn” en “Jarnnetter”. Na de dood van zijn moeder in juni 1950, verhuisde Jonsson naar Oslo. Jonsson was niet gelukkig in Oslo, hoewel hij een succesvol schrijver was en geen financiële zorgen meer had.. In 1950 werd zijn verzameling artikelen, “Nesler, gepubliceerd”, het jaar daarop gevolgd door “Siste Stikk”. In die tijd werd hij ook zwaar verliefd op de journaliste Ruth Alvesen, maar het was niet wederzijds. Jonsson voelde zich eenzaam en werd depressief, gebruikte alcohol en slikte pillen In 1951 pleegde hij op 34-jarige leeftijd zelfmoord.
Then rise up in me, loneness
Then rise up in me, loneness,
storm my earth-life’s last entrenchment
and spill my wasting-dream of human bliss.
You chasm-dizzy earth,
be other world than this
tell all your secrets
in this transluscent dawn where light abounds
in this brief hour before death’s mighty day
when loneness’ voices call me back again
to birth anew and from some other ground.
Now all my loneness storms towards its limit.
My life-dream had no day-clear faith to fuse it
and therefore I no longer own the earth –
Life, though, I know I’ll never, never lose it –
Vertaald door John Irons
Le Verbe
A quoi sert de chanter
comme la rivière dans le désert ?
A quoi sert de remonter
les horloges pour les morts ?
A quoi sert de bâtir
toute la beauté du monde
quand le Verbe doit céder
face à la faim et aux épées ?
C’est ce que nous nous demandons étonnés
aux heures d’abattement
Mais cette pensée nous revient :
un mot est un miracle.
Oubliés les grands de ce monde
et tout ce qu’ils accomplirent.
Mais la vie est éternité.
Et éternel est le verbe.
Vertaald door Pierre Grouix
Tor Jonsson (14 mei 1916 – 14 januari 1951)