De Russische dichter Vladimir Majakovski werd op 7 juli 1893 in Georgië geboren. Hij was al vroeg een aanhanger van het marxisme; op zijn vijftiende werd hij lid van de Moskouse Bolsjewistische partij. Na meerdere malen gearresteerd te zijn, richtte hij zich op de kunst en schreef zich in op een kunstacademie. Daar ontmoette hij David Burliuk die hem aanzette te gaan schrijven. In 1913 verscheen een toneelstuk, dat door een misverstand de vooruitziende titel: Vladimir Majakovski : Een Tragedie droeg. In dat jaar neemt hij ook deel aan een futuristische tournee. Deze optredens waren bedoeld als provocatie naar de provinciale bourgeoisie, waarbij soms zelfs fysiek geweld werd gebruikt. Mede dankzij het charisma van Majakovski schoten deze bijeenkomsten hun doel voorbij, het publiek genoot ervan. Dit lot delen de Russen overigens met vele andere Historische Avant-garde stromingen uit die tijd. In 1915 verhuisde Majakovski naar St. Petersburg. Hij raakte bevriend met het echtpaar Osip en Lilja Brik. Deze vriendschap is bepalend geweest voor zijn werk. Hij leerde veel van Osip, een formalistische theoreticus, maar nog belangrijker was zijn hevige verliefdheid voor Lilja. Met haar als zijn muze schreef hij vele liefdesgedichten, waarvan het poema:Ik heb lief het bekendst is. Tegelijkertijd schreef hij echter ook gedichten over sociale vraagstukken, zoals de oorlog. Majakovski was een enthousiast aanhanger van het nieuwe regime na de revolutie van 1917. Zijn gedichten werden gedeeltelijk propagandistisch. Maar hij schreef ook propagandaposters en zelfs reclamejingles voor bijvoorbeeld luiers. Dit werd door velen gezien als artistieke zelfmoord. In een poging de literaire theorieën in overeenstemming te brengen met de nieuwe ideologie werd LEF (Lef front of the Arts) opgericht. Majakovski raakt echter steeds meer teleurgesteld in het dan door Stalin geleidde regime. Dit resulteerde in twee satirische toneelstukken : The Bedbug ( Klop 1929) en The Bathouse ( Banya,1930). Deze toneelstukken mochten niet opgevoerd worden. De autoriteiten wisten niet wat ze met Majakovski aan moesten, enerzijds had hij een grote rol vervuld tijdens en na de revolutie, anderzijds was hij rebels en paste hij niet in de officiële kunstdoctrine, het sociaal-realisme. Hij werd steeds meer beperkt in zijn bewegingsvrijheid, zowel intellectueel als fysiek. Zo mocht hij niet meer naar het buitenland reizen. Deze factoren hebben waarschijnlijk een belangrijke bijdrage geleverd aan zijn zelfmoord in 1930
And Could You?
suddenly smeared the weekday map
splashing paint from a glass;
On a plate of aspic
I revealed
the ocean’s slanted cheek.
On the scales of a tin fish
I read the summons of new lips.
And you
could you perform
a nocturne on a drainpipe flute?
1913
To His Beloved Self, the Author Dedicates these Lines
Some words.
Heavy as a blow.
“Render unto Caesar what is Caesar’s- to God what is God’s.”
And one
such as I,
where shall I squeeze in?
Where is my den?
If only I were
small
as the great Pacific –
I’d stand up on the waves’ tiptoes
and caress the moon with my tides.
Where am I to find a beloved
equal to myself?
Such a woman has no place in the tiny heavens!
If only I were poor!
As a billionaire!
What’s money to the soul?
There’s an insatiable thief in mine.
All the gold in California couldn’t feed
the unbridled horde of my desires.
If I could only be as tongue-tied
as Dante
or Petrarch!
Turn my soul’s fire on one woman!
Make it smolder out in verse!
My words
and my love-
are a triumphal arch:
the beloveds of all ages
would pass through it gloriously,
without a trace.
If only I were
quiet
as thunder-
I would whimper
and, trembling, embrace earth’s decrepit cloister.
If I outroar in an enormous voice
with all the power of thunder-
comets will wring their burning hands,
and fling themselves down in despair.
I would crack open nights with my eye’s ray,
if only I were
dim as the sun!
I so need
to slake with my shining
the sunken bosom of the earth!
I will pass by,
dragging my giant-love.
In what
delirious
feverish night,
by what Goliaths was I conceived-
so big
and so useless?
1916
Vladimir Majakovski (7 juli 1893 – 14 april 1930)