De Nederlandse dichter Willem Thies werd geboren op 17 februari 1973 in Nijmegen. Zie ook alle tags voor Willem Thies op dit blog.
Terugtocht
Ik tracht me te oriënteren aan de hand vsn
(silhouetten van) kerken, torenspitsen, treinsporen
ik weet niet wanneer het is begonnen
te regenen maar
het water gutst in stromen van mijn voorhoofd.
ik strijk de haren uit mijn gezicht en kijk naar
mijn handen zijn nat (rood).
ik denk aan rozen ik zie sneeuw
(er zit grind aan mijn broekspijpen).
ik schraap wat sneeuw bij elkaar
druk koelte tegen mijn voorhoofd
ik voel me groot worden ik voel me een soldaat
(ver achter de vijandelijke linies)
ik recht mijn schouders en
marcheer noordwaarts.
Ik wil het geluid van brekend glas
voor Remco Campert
ik wil het geluid van brekend glas zonder schade
een sneeuwlandschap zonder koude
een scherp mes zonder geweld
m.a.w. ik wil het fenomeen zonder de betekenis
maar een dichter zonder metaforen is als
een roos zonder dorens
berlijn zonder muur
new york zonder torens
een pyromaan zonder vuur
Catachrese
Voor poot bestaat geen letterlijk woord
als het gaat om het stutten of steunen
van een voorwerp dat je kunt verschuiven. Schraapt
een stoel zijn voetzolen
over de vloer? Stoot hij zijn tenen, schaaft hij zijn rug?
(Is het blad van de tafel een huid die glanst van hardheid?)
Het hoofd van een familie of organisatie, oortje
van een kop, bebloede trofee op een schotel. Offer.
De Amerikaanse dichter Jack Gilbert werd geboren in Pittsburgh op 17 februari 1925. Zie ook alle tags voor Jack Gilbert op dit blog.
Verkeerd gaan
De vissen zijn verschrikkelijk. Ze worden op de meeste dagen
op de berg gebracht in de dageraad, mooi
en vreemd en koud van de nacht onder de zee,
de grote ruimte vervaagt voor hun platte ogen.
Zachte machinerie van het donker, denkt de man,
die ze wast. “Wat weet je van mijn machines!”
vraagt de Heer. Tuurlijk, zegt de man zachtjes
en snijdt erin, duwt het dozijn stutten terug,
komt bij de drab van iets verschrikkelijks.
De Heer houdt vol: “Jij bent degene die ervoor kiest
om zo te leven. Ik bouw steden waar dingen
menselijk zijn. Ik maak Toscane en jij gaat leven
met rots en stilte.” De man spoelt het bloed
weg en schikt de vis op een groot bord.
Doet de uien in de hete olijfolie en voegt er
paprika bij. “Je hebt het hele jaar zonder vrouwen geleefd.”
Hij haalt alles eruit en doet de vis erin.
‘Niemand weet waar je bent. Mensen vergeten je.
Je bent ijdel en koppig.” De man snijdt
tomaten en citroenen. Haalt de vis eruit
en maakt roerei. Ik ben niet koppig, denkt hij,
legt alles op de tafel op de binnenplaats
vol vroege zon, schaduwen van zwaluwen
vliegen over het eten. Niet koppig, enkel gretig.
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 17e februari ook mijn blog van 17 februari 2019 deel 1 en eveneens deel 2.