De Belgische dichter en schrijver Willie Verhegghe werd op 22 juni 1947 te Denderleeuw geboren. Hij studeerde journalistiek aan het Pershuis te Brussel en was tot 2003 verbonden aan het Departement WVC, afdeling Muziek, Letteren en Podiumkunsten, eveneens te Brussel. Hij was redactiesecretaris van Open Deur, het maandblad van het voormalige Ministerie van Cultuur te Brussel en schreef recensies voor Vooruit, De Morgen, Ons Erfdeel, Knack, Wij, Poëziekrant en Het Volk. Hij is vast medewerker aan het Amsterdamse wielertijdschrift ‘De Muur’. Verhegghe werd op Gedichtendag 2004 voor de periode van 2 jaar aangesteld als Stadsdichter van Ninove.
MAKKER MONGOOL
voor Dirk V.D.S.
De kleine dikke hand die hij me drukt
komt zó uit zijn groot hart
en in zijn verzonken oogjes brandt een licht
dat aan een trouwe zaklamp denken doet.
Naar het volk van Djengis Chan werd hij genoemd, maar zijn
rijk is klein en niet van onze wereld;
het geven van bevelen is hem vreemd,
daarvoor is het te dikwijls kermis in zijn hoofd.
Hem helemaal begrijpen doen we niet,
zijn kennis werd in stille eenvoud
en zonder hulp van boeken opgevuld.
Hij studeerde simpelweg voor mens.
Doctor Honoris Causa Humana.
Een klopje op zijn goeie rug
maakt hem nog kleiner dan hij is:
echte vriendschap doet soms krimpen,
zéker in een wereld waarin ieder
voor zichzelf versterkte burchten bouwt.
Hope rides again
Het boek van deze Tour licht definitief dichtgeklapt,
valpartijen, zweet, bloed en de zwoele warmte
van de zegeroes vormen een gele smeltkroes
van verleden en voorgoed voorbij.
Maar.
Alles gaat nu gewoon zijn doodgewone gang,
ook na de dag waarop de lynx van the Isle of Man
de grandeur van de Parijse Champs Elysees
met een paar lendenrukken aan splinters sprintte
en Alberto toch even op zijn voetstuk wankelde
nu vriendje Andy voor altijd met een taaie derailleur
op de maag ligt en bij gebrek aan afdoend digestief
een schamele 38 seconden moet ontberen.
Mooi toch hoe tot slot the Old Boss bij het overschrijden
van de eindmeet een bemoedigend Katusha-klopje
op de moegestreden scherpe schouders kreeg,
er zijn er die hun klassiekers kennen.
Hope rides again, weet ik,
zeker nu mijn kleinste kleinzoon Vic deze week
en amper 14 maanden jong zijn eerste fietsje
onder het pamperkontje kreeg.