Willy Vlautin, Alice Notley

De Amerikaanse schrijver, muzikant en songwriter Willy Vlautin werd geboren op 7 november 1967 in Reno, Nevada. Zie ook alle tags voor Willy Vlautin op dit blog.

Uit: The Horse

Al passed the fragments of three different brick buildings and then the mine itself, where a yellow engineless 1960s school bus was shoved vertically into the main shaft. On the opposite side of the canyon were the remains of a half-dozen other buildings. Below them, pushed into a gulley, was a burned-out 1980s travel trailer that his great-uncle Mel and his dog, Curly, had escaped from one night when its propane heater had caught fire.
It was dusk when Al made it to the last structure, a wooden storage shed caved into itself. He took a pocketknife from his coat and notched a line into a four-by-four stud next to over eighteen hundred other small notches. For nearly five years he had done this same walk. Every day he wasn’t too sick depressed or the weather didn’t forbid him, he walked.
The woodshed next to the assayer’s office was half full of cottonwood, pine, and aspen logs. Al made three trips filling the woodbin by the stove. He then carried his spare two-gallon water jug to the spring twenty yards behind the office. Underneath a metal cover he dipped the jug into the four-foot-round concrete pipe his great-uncle had installed. Why it never froze completely, Al didn’t know, but even when the temperature was below zero, only a thin layer of ice covered the spring water.
Inside he took off his coat and coveralls, put his sweats back on, relit the woodstove, and sat in the duct-taped vinyl recliner next to it. In a spiral notebook he worked on the lyrics to a song called “Black Thoughts I Only See.” Above the title he had written Mexicali, Dog, The Falling Apart Years, The Wall. The band he was in at the time, the Gold ’n Silver Gang, had been on the road for two weeks when they stopped at the Little Acorn Casino outside of Campo, California, for a three-night engagement. The morning of the second day the band decided to drive to the border town of Mexicali. The band members, all under thirty, wanted to find a red-light district. Al, who had just turned fifty-six, had no interest and decided to walk the streets of Mexicali as a tourist.
He drank daytime beers, looked in shops, and sat for a long time in a courtyard. For lunch he ate at a sidewalk restaurant on the edge of the tourist area. It was then that he saw a dog across the street. A mutt-shepherd that was brown and black and white in color and had one ear that stood up and one that flopped over. He watched the dog as it lay down in the shade of a white stucco building, panting in the midday heat. Even as cars drove by and people passed, the dog stared at Al and Al stared at the dog. But his meal came and he ate and soon he forgot about the dog across the street.”

 

Willy Vlautin (Reno, 7 november 1967)

 

De Amerikaanse dichteres Alice Notley werd geboren op 8 november 1945 in Bisbee, Arizona. Zie ook alle tags voor Allice Notley op dit blog.

 

Het huilende heilige-T-shirt

Kinderen komen niet van diep van binnen
ze waren altijd buiten en, droom ik,
dragen hun eigen heilige-T-shirts zoals ik dat doe
de afbeelding van mijn heilige heeft geen gezicht, huilt.
Ze hebben lachende lichamen vriendelijke billen
“Geven je alles de eerste zeven jaar”, zegt Ted
ze hebben geen verbinding met jouzelf,
geen spook dat losbreekt, geen zaadpeul
geen deel van het lichaam niet jij; het is schrijnend
om zelf niet meer het kind te zijn
maar “kind” is geen echte spirituele classificatie
omdat ik verander met ervaring vertrouwen verlies en waarheid
en alles nu van hen moet leren
Zoals ik ooit was, zijn zij oprecht in elk van hun afzonderlijke huizen:
ritme van de ribben, iriserende ogen en getrippel
leidden me terug uit de depressie in de Hades. Eerst ben ik
bang voor wat moederschap wordt genoemd –
Ik noem het onbetaald werk, net als poëzie – maar een gezin
is geen noodlot, het is dat we naakt verwant zijn
onze erfenis worden geacht verdoemde psyches te zijn
maar dat is een mythe
een psyche is niet echt, een ziel wel,
een ernstig kind dat uit zijn eerste huis tuurt.
Op het eerste gezicht lijken mijn kinderen op mij, dus ik observeer ze
of, al schrijvend, negeer ze, totdat ze iets zeggen dat ik leuk vind
Ik heb hun woorden nodig voor mijn gedichten, om te spreken voor een
huis dat we samen bouwen dat kwetsbaar en sterk is
rillend in een Amerikaanse wind die onverenigbaar is met poëzie
En ik word bang en kinderlichamen
hebben vaak koorts, diegenen waar
je meer van houdt dan van jezelf (maar niet meer dan van
gedichten), dus wat kun je doen, ze naar school sturen en hopen
dat ze het geweld van de menselijke geest overleven die erop uit is
zichzelf in hen te prenten. Stromen van atomen
van verdriet en extase, ze waren nooit mijn eigen lichaam
Ik was de koffer voor meer mensen die aankwamen, waarom niet.
Het T-shirt van mijn heilige, het huilt maar
niet tegen de natuurlijke noodzaak in, ik ben een dichter en niet veel anders
Ik heb een normaal gezicht eruit gescheurd
en mijn kinderen de archaïsche stem van poëzie gegeven.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Alice Notley (Bisbee, 8 november 1945)

 

Zie voor meer schrijvers van de 7e november ook mijn blog van 7 november 2020 en eveneens mijn blog van 7 november 2018 en ook mijn blog van 7 november 2017 en ook mijn blog van 7 november 2015 deel 2.

Willy Vlautin, Alice Notley

De Amerikaanse schrijver, muzikant en songwriter Willy Vlautin werd geboren op 7 november 1967 in Reno, Nevada. Zie ook alle tags voor Willy Vlautin op dit blog.

Uit: Laat me niet vallen (Vertaald door Dirk-Jan Arensman)

“Horace Hopper deed zijn ogen open en keek op de klok: vijf uur ’s morgens. De eerste gedachte die die ochtend in hem opkwam was aan zijn moeder, die hij bijna drie jaar niet had gezien. Daarna bedacht hij dat hij over iets meer dan een week in zijn eentje in een bus naar Tucson zou zitten. Nog geen minuut wakker en nu al lag er een steen op zijn maag. Hij stond op, trok een spijkerbroek, een geruit westernoverhemd met lange mouwen en zijn laarzen aan, en probeerde zichzelf vervolgens wakker te krijgen. Hij dronk een glas water en staarde naar de foto’s van boksers die hij met plakband aan de wand van de caravan had opgehangen. De uitgeknipte foto’s kwamen uit nummers van Ring Magazine en de boksers waren Mexicaans. De grootste foto was van een partij tussen Israel Vázquez en Rafael Márquez. Hij was gemaakt in de derde ronde van hun vierde onderlinge gevecht, op het moment dat Vázquez Márquez raakte met een genadeloze linkse hoek. Rechts van die foto hing de broer van Rafael Márquez, de geweldenaar Juan Manuel Márquez, en links van hem de legendarische Julio César Chávez, met een sombrero op. Daaronder hing een foto van zijn favoriete bokser, Erik Morales. Links van Morales hing Juan Diaz en op die foto had Horace met een zwarte viltstift `De Geleerde’ geschreven. Naast de Geleerde’ hing Antonio Margarito. Een zwarte viltstift had zijn gezicht doorgekrast. ‘De Valsspeler’.
Hij griste een versleten en getafeld notitieboekje van een plank naast het bed en sloeg het open. Op de eerste bladzijde stond handgeschreven met blauwe pen ‘logboek van nachtmerries’. Hij bladerde een stuk of vijf, zes pagina’s door, tot hij was aanbeland hij ‘Achtergelaten worden in Tonopahs’. Daaronder stonden tweeëndertig streepjes. Hij voegde er eentje aan toe, waarmee het er drieëndertig waren. Vervolgens bladerde hij door naar de laatste pagina’s en onder aan een bijna volle noteerde hij de datum en schreef hij hetzelfde op dat hij de dag daarvoor en de dag daarvoor ook al had opgeschreven: ‘Ik ga iemand worden”. Hij zette een fluitketel op het propaanfornuis, maakte oploskoffie, roerei van vier eieren en nam alles moe naar buiten om in het diepe. blauw van de dageraad aan een picknicktafeltje te gaan zitten eten. De wit-met-oranje Prowler-caravan uit 1983 waarin hij woonde stond op een heuvel met uitzicht op de tachtig hectare van de Little Reese Ranch, een meter of honderd achter de hoofdgebouwen. Er stond een luifel met een tinnen dak voor de caravan, met daaronder een fiets, de picknicktafel, een barbecue en een tuinstoel. Ernaast stond een aftandse vierdeurs Saturn met een lekke band geparkeerd. Hij was na zijn eindexamen van het grote huis hierheen verhuisd, omdat meneer Reese dacht dat Horace misschien wel zijn eigen stekje wilde hebben waar hij zo laat kon opblijven als hij wilde, zijn muziek zo hard kon draaien als hij wilde en iedereen mee naartoe kon nemen die hij wilde. Een vrijgezellenhok.”

 

Willy Vlautin (Reno, 7 november 1967)

 

De Amerikaanse dichteres Alice Notley werd geboren op 8 november 1945 in Bisbee, Arizona. Zie ook alle tags voor Allice Notley op dit blog.

 

IN DE CYCLUS

In de cyclus
van schaduwen en doorgang; in de cyclus
van schaduwrijke doorgangen waarvan
de paden gevoelig zijn,
met een patroon en rationeel als
alsof ze iets wisten;

Toen haar liefde koud aanvoelde, maar
deskundig
Dat design existent bijna zonder mij,
in mijn vrije moment
Maar je zult nooit iets over haar weten;

Terwijl ik sliep
en invloed had op mijn meest obscure
lotlijnen,
vanaf het begin,
toen ik, zeg je, hem volgde;
Overstekend naar
iets onbekends
noch hij, noch jij konden het raden;
vanaf de eerste gevaren van mijn jeugd
en nog steeds niet benoemd of bewust;

Ik heb nu voor velen gesproken die
tegen mij spraken
We hebben veranderd wat we konden;
Maar als je niet weet, dat je bent voorbestemd
kun je dan weten hoe licht je bent?

Ik loop nog steeds blootvoets en mijn doden ook

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Alice Notley (Bisbee, 8 november 1945)

 

Zie voor meer schrijvers van de 7e november ook mijn blog van 7 november 2020 en eveneens mijn blog van 7 november 2018 en ook mijn blog van 7 november 2017 en ook mijn blog van 7 november 2015 deel 2.

Willy Vlautin, Alice Notley

De Amerikaanse schrijver, muzikant en songwriter Willy Vlautin werd geboren op 7 november 1967 in Reno, Nevada. Zie ook alle tags voor Willy Vlautin op dit blog.

Uit: De nacht valt altijd (Vertaald door Dirk-Jan Arensman)

“De 9th Street Bakery had twee jaar eerder het personeelsparkeerterrein verkocht, en op die plek stond nu een half af appartementencomplex van tien verdiepingen. Lynette moest tegenwoordig aan de straat parkeren. Dat was tot acht uur ’s ochtends gratis, en daarna betaalde ze per uur tot ze om twaalf uur weer vertrok. Die ochtend vond ze een plekje recht tegenover de bakkerij. Kenny en zij stapten uit, en ze hield zijn hand vast en droeg zijn rugzak terwijl ze overstaken. De bakkerij was dicht, maar een zijdeur stond open en ze liepen door een opslagruimte naar de personeelsruimte, waar ze haar broer aan een tafel neerzette met haar telefoon, een vel inpakpapier en een doos kleurpotloden. in deze kamer blijven, tenzij je naar de wc moet,’ zei ze. ‘Maar dan eerst mij opzoeken. En niet te lang wachten, zoals gisteren, want ik ben vergeten schone kleren voor je mee te nemen vandaag. Dus het ophouden en mij komen opzoeken, oké? Het ophouden, en dan mij komen opzoeken. Je weet waar ik ben. Ik zal niet boos worden. Echt niet. Ik zal juist blij zijn als je het komt zeggen. Begrepen?’ Hij knikte, en ze startte de film Toy Story op haar telefoon en vertrok. Ze klokte om vier uur in en begon aan haar dienst als hoofd banketbakker, haalde de croissants en koffiekoeken uit de rijskast en deed ze in de oven. Elk uur ging ze de personeels-ruimte in om even bij haar broer te kijken. Dan ging ze met hem naar de wc’s en probeerde ze hem zover te krijgen dat hij ging, of ze startte een volgende film op haar telefoon. Om zeven uur nam ze haar eerste echte pauze en ging bij hem zitten. Kenny wees door het raam naar buiten. ‘Ik heb vandaag geen tijd, maar je mag wel even een blokje om lopen. Maar als je dat doet, moet ik de telefoon hier houden.’ Kenny schudde zijn hoofd. Je kunt niet allebei hebben, dat weet je best. Eentje kiezen.’ Kenny gaf haar de telefoon. Niet stilstaan tenzij je Karen voor Fuller’s ziet staan wachten, oké? Als je haar ziet en ze nodigt je uit om binnen te komen, dan mag je naar binnen. Maar als ze er niet staat, niet met zwervers praten, zeker niet als ze jong zijn. En als ze honden hebben, dan draai je je gewoon om en kom je weer terug hiernaartoe. Dat soort honden wil niet geaaid worden. Weet je nog wat er de vorige keer gebeurde? Die beet deed heel erg pijn en je was heel bang. Dus geen honden aaien. Zeker niet de hond van een zwerver: Ze trok hem zijn jas aan, trok zijn muts over zijn hoofd en gaf hem een kus. Ze haalde de zijdeur van het slot en keek toe hoe hij over het trottoir liep. Ze haalde een kop koffie, ging aan tafel zitten en belde naar Fuller’s Coffee Shop. ‘Met Lynette. Kenny komt eraan. Kun je hem één pannenkoek en twee roereieren geven? De roereieren moeten op de pannenkoek liggen, anders eet hij ze niet. En wil jij de siroop erover schenken, net als altijd? Als je het hem laat doen, gebruikt hij de hele fles.”

 

Willy Vlautin (Reno, 7 november 1967)

 

De Amerikaanse dichteres Alice Notley werd geboren op 8 november 1945 in Bisbee, Arizona. Zie ook alle tags voor Allice Notley op dit blog.

 

Als een krassende plaat

Als een krassende plaat – mijn documenten zijn opgenomen op oude apparatuur.
Als er niets anders te doen is dan je in transparant plastic te wikkelen en je te zien
ademhalen, jij, schat, zodat ik beter kan worden, is het omdat dat alles is waar ik voor geboren ben.
Als geen van de nieuwe woorden waar is voor jou, verspreiden de oude zich allemaal
in krassende kringen, zei ze om het midden van de toon aan te pakken, maar de
toon kan overal zijn waar ik smeek.
Het patroon is gescheurd waar we het niet zullen weven, dus gaat ze hier achter de
rol aan die ze nog steeds wil zingen in geen enkel licht behalve in dat binnenin de plaat. Is niet
dat verhaal zelf helemaal verdwenen,
en jij geloofde
dat ze een moordenaar was, geen tovenaar: zoals soldaten in ons binnenglippen en geen
vloek uitspreken maar eentalig gezang langs de kling
Ik ben het krassende vloek
document niet binnenin woorden maar centra van tonen om te verdwijnen door
zwarte pailletten. Ze leeft nog steeds
weet zij het?
Ze willen dat we weten wat ze zeiden; ze willen allemaal dat we ze herkennen.
Ik herken alleen een baby die ademt
elke toon. Ze willen dat ik haar de nieuwe Medea laat zijn. Ze zijn bang
omdat ze deze woorden niet kennen, hoewel woorden vertrouwd als geesten langs
de kust zingen ik ben mooi voor de geest chant zuster.
Accepteer deze magische tonen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Alice Notley (Bisbee, 8 november 1945)

 

Zie voor meer schrijvers van de 7e november ook mijn blog van 7 november 2020 en eveneens mijn blog van 7 november 2018 en ook mijn blog van 7 november 2017 en ook mijn blog van 7 november 2015 deel 2.

Kazuo Ishiguro, Joshua Ferris, Detlef Opitz, Alice Notley, Herbert Hindringer, Elfriede Brüning, Margaret Mitchell, Bram Stoker, Peter Weiss

De Japanse schrijver Kazuo Ishiguro werd op 8 november 1954 geboren in Nagasaki. Zie ook alle tags voor Kazuo Ishiguro op dit blog.

Uit: The Remains of the Day

“I believe I can best highlight the difference between the generations by expressing myself figuratively. Butlers of my father’s generation, I would say, tended to see the world in terms of a ladder – the houses of royalty, dukes and the lords from the oldest families placed at the top, those of ‘new money’ lower down and so on, until one reached a point below which the hierarchy was determined simply by wealth – or the lack of it. Any butler with ambition simply did his best to climb as high up this ladder as possible, and by and large, the higher he went, the greater was his professional prestige. Such are, of course, precisely the values embodied in the Hayes Society’s idea of a ‘distinguished household’, and the fact that it was confidently making such pronouncements as late as 1929 shows clearly why the demise of that society was inevitable, if not long overdue. For by that time, such thinking was quite out of step with that of the finest men emerging to the forefront of our profession. For our generation, I believe, it is accurate to say, viewed the world not as a ladder, but more as a wheel. Perhaps I might explain this further.
It is my impression that our generation was the first to recognize something which had passed the notice of all earlier generations: namely that the great decisions of the world are not, in fact, arrived at simply in the public chambers, or else during a handful of days given over to an international conference under the full gaze of the public and the press. Rather, debates are conducted, and crucial decisions arrived at, in the privacy and calm of the great houses of this country. What occurs under the public gaze with so much pomp and ceremony is often the conclusion, or mere ratification, of what has taken place over weeks or months within the walls of such houses. To us, then, the world was a wheel, revolving with these great houses at the hub, their mighty decisions emanating out to all else, rich and poor, who revolved around them. It was the aspiration of all those of us with professional ambition to work our way as close to this hub as we were each of us capable. For we were, as I say, an idealistic generation for whom the question was not simply one of how well one practised one’s skills, but to what end one did so; each of us harboured the desire to make our own small contribution to the creation of a better world, and saw that, as professionals, the surest means of doing so would be to serve the great gentlemen of our times in whose hands civilization had been entrusted.”

 

 
Kazuo Ishiguro (Nagasaki, 8 november 1954)

 

De Amerikaanse schrijver Joshua Ferris werd op 8 november 1974 in Danville, Illinois geboren. Zie ook alle tags voor Joshua Ferris op dit blog.

Uit: The Dinner Party

“They come in,” he said, “we take their coats. Everyone talks in a big hurry as if we didn’t have four long hours ahead of us. We self-medicate with alcohol. A lot of things are discussed, different issues. Everyone laughs a lot, but later no one can say what exactly was so witty. Compliments on the food. A couple of monologues. Then they start to yawn, we start to yawn. They say, ‘We should think about leaving, huh?,’ and we politely look away, like they’ve just decided to take a crap on the dinner table. Everyone stands, one of us gets their coats, peppy goodbyes. We all say what a lovely evening, do it again soon, blah-blah-blah. And then they leave and we talk about them and they hit the streets and talk about us.”
“What would make you happy?” she asked.
“A blow job.”
“Let’s wait until they get here for that,” she said.
She slid her finger along the blade to free the clinging onion. He handed her her glass. “Drink your wine,” he said. She took a sip. He left the kitchen.
He sat on the sofa and resumed reading an article. Then he got up and returned to the kitchen and poured himself a new drink.
“That’s another thing,” he said. “Their big surprise. Even their goddam surprises are predictable.”
“You need to act surprised for their sake,” she said.
“Wait for a little opening,” he said, “a little silence, and then he’ll say, he’ll be very coy, he’ll say, ‘Why don’t you tell them?’ And she’ll say, ‘No, you,’ and he’ll say, ‘No, you,’ and then she’ll say, ‘O.K., O.K., I’ll tell them.’ And we’ll take in the news like we’re genuinely surprised—like, holy shit, can you believe she’s knocked up, someone run down for a Lotto ticket, someone tell Veuve Clicquot, that bastard will want to know! And that’s just the worst, how predictable our response to their so-called news will be.”

 

 
Joshua Ferris (Danville, 8 november 1974)

 

De Duitse schrijver Detlef Opitz werd geboren op 8 november 1956 in Steinheidel-Erlabrunn. Zie ook alle tags voor Detlef Opitz op dit blog.

Uit: Der Büchermörder

“Denn das Bankhaus Frege & Co. liegt von der Grimmaischen Gasse aus besehen quer übern Markt, dann nur sieben Häuser die Katharinenstraße hinein, linkerhand; Nummer 372. Wie später die Ermittlungen ergaben, war zur etwa selben Stunde, in der der Anschlag auf Schmidt geschah, im Fregeschen Comptoir eine Person erschienen, die sich als Hr. Siegel aus Elsterberg bei Stolpe ausgab, um elf ihrer Stadtobligationen zu verkaufen. Dem Hrn. Obercassirer Witzendorf kam der Mann vom Ansehen her zwar vor, wie ein bestimmter, hier in Leipzig wohnender Hr. Doctor Dorn, doch er dachte hierüber nicht weiter nach. Desfalls, es sollte etwas nicht gut sein, machte ihm sein Gegenüber ein gar zu besonnenes Gesicht, schien auch keineswegs in Eile, oder der hohen Summe wegen in erkennbarer Aufregung befangen. Nach kurzer Rücksprache mit seinem Principalen zahlte er die Summe baar aus, und zwar nominal Gold in preussischen Friedrichsd’or, französischen Louisd’or und braunschweigischen und sächsischen Thalern, einen kleinen Rest aber silbern in Preussisch-Courant. Der Verkäufer zählte genau noch einmal alles durch, schob 10 halbe Louisd’or zurück und erbat sich ganze dafür, verbrachte dann umständlich die vielen Stücke in seine ledernen Beutel und war, anbei, auch einem Schwätzchen nicht abgeneigt über diese und iene Course, und welche derzeit die günstigsten warn. In aller Weltenruhe, als hätte er nur eine schlechte Lotterie eingeholt oder eine harmlose Tratte vertauscht, verließ er schließlich das Bureau unter freundlichem Grüßen.
Genau zur gleichen Minute, als bedachter Hr. Siegel aus Elsterberg, als der Verkäufer elfer Obligationen, nur kurze Zeit nach seinem Weggang noch einmal zurück ins Comptoir spazirt kam und Bitte vortrug um eine Note über das Geschäft, welche er vorhin vergessen, genau im selben Moment sank, nur einige hundert Schritte entfernt, zwischen Schalter und Actenrepositorium des Schoßamts, der Kaufmann Schmidt zum zweiten Male binnen halber Stunde in sich selbst hinein.”

 

 
Detlef Opitz (Steinheidel-Erlabrunn, 8 november 1956)

 

De Amerikaanse dichteres Alice Notley werd geboren op 8 november 1945 in Bisbee, Arizona. Zie ook alle tags voor Allice Notley op dit blog.

 

The Elements

You must do battle with Eros I am
more worried about space, pressed for details
collapsed in chaos with my sword holding up the sky the
girl said. They cared not for love lying ever that they loved
But I your leader wounded in gender and bleeding
for Eros fought it away from my true beginning as now.

Always climbing that hill in several ways.
One goes past the Baptist Church and through the ugly
trees, houses I only visualize in dreams
you have no right to pursue me to my origins man
as bipolar as the one candidate, forgettable
as the other. We once lived in a postwar barracks blue
heated by a black stove of assumptions
Eros a youth admits no equal; Aphrodite the slut;
Chaos is whom I admire that keeps forgetting
love in favor of this terrible mixity I am
for example … these poems. Out of the pre-beginning

a different beauty. They want you to confess
something like in church, that a man will
save you. But I am your leader savior and poet
I am your general out of the desert thee
most ardent void precursor of love
Eros approaches again not the man but quality
sculpted genitals arush with the words
of unreason: I will never die. Which I is I
if I can remain chaotic I’ll tell you who you are

that you’ve never anticipated, but know
the only one. Without a thing. To be is not
to have; nor to belong; nor to have been born.
You are not the child of earth. Beauty still thy name.

 

Poem 2

You hear that heroic big land music?
Land a one could call one.
He starred, had lives, looks down:
windmill still now they buy only
snow cows. Part of a dream, she
had a long waist he once but yet
never encircled, and now I’m
in charge of this, this donkey with
a charmed voice. Elly, I’m
being sad thinking of Daddy.
He marshaled his private lady,
did she wear a hat or the
other side? get off my own land? We
were all born on it to die on
with no writin’ on it. But who are
you to look back, well he’s
humming ‘From this valley,’ who’s gone.
Support and preserve me, father. Oh
Daddy, who can stand it?

 

 
Alice Notley (Bisbee, 8 november 1945)

 

De Duitse dichter en schrijver Herbert Hindringer werd geboren op 8 november 1974 in Passau. Zie ook alle tags voor Herbert Hindringer op dit blog.

 

Profi-Teufelskerle

laufen 100 Meter Amok unter 3 Minuten, einmal um die ganze Welt
ein Staffellauf durch alle Gesichtsbücher, oh Gott, wir sind fassungslos
ihr auch? Nur Amy Winehouse als Stolperstein
Fuck Amy, es sind 77 unschuldige Menschen gestorben, oh

meine Güte, deine Güte, was für ein Arschloch, Hans-Peter Uhl
(CSU) sagt: In Wahrheit wurde diese Tat im Internet geboren

Da nehmen wir doch gleich Erziehungsurlaub, bilden uns fort und weiter
im Text: Wir sind die deutsche Synchronstimme des norwegischen Volkes
immerhin sind wir nicht verfassungslos und wachsen sorglos auf

dem Boden der Tatsachen fest
gehen in die Kneipe, denn draußen findet das wahre Leben statt
Tod statt, das gilt auch für hier drinnen, ein Bier, wir nicken und schütteln Köpfe
und Hände, wissen mehr als andere: In was für Zeiten wir nur leben

aber nicht lieben, Herzschmerz ist eine App, die man als Wecker benutzt
in den finsteren Nächten, in denen Haustiere sterben
wacht man als Achtjähriger auf und Satan liegt unter dem Bett

schnurrt wie eine Erinnerung, so wird der Kopf zum Fall von ganz oben
wartet auf Knien und auf Gedeih und Verderb und auf den nächsten Knall

 

 
Herbert Hindringer (Passau, 8 november 1974)

 

De Duitse schrijfster Elfriede Brüning werd geboren op 8 november 1910 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Elfriede Brüning op dit blog.

Uit: Und außerdem ist Sommer

“Trude Klein saß vor der Schreibmaschine und wartete den Büroschluß ab. Gegenüber las der Doktor Korrekturen. Es sah aus, als sei er eingeschlafen. Der Kopf lag halb auf dem Tisch, und die Augen waren von gebogenen Lidern weit überzogen. Aber jetzt fing er an, mit den Rändern der Fahnen zu knistern, wie es seine Gewohnheit war. Er steckte den Bleistift zwischen die Lippen und sah auf. „Schreibt man ‚Waage‘ mit Doppel-a oder nicht?“ fragte er langsam. „In meiner Jugendzeit …“ Hier unterbrach er sich. Aber obgleich Fräulein Klein hätte antworten können, saß sie stillundwartetegeduldigab.DerDoktorstütztedenEllenbogen auf den Tisch, das heißt, er ließ ihn über die Tischplatte gleiten, von rechts nach links und an der Kante entlang, bis er den richtigen Punkt gefunden hatte. Nun beugte er sich weit über den Tisch und legte das Kinn in die flache Hand. „Ja, in meiner Jugendzeit schrieb man ‚Waage‘ noch mit Doppel-a, dann nahm man im Laufe der Zeit ein a weg, soweit ich unterrichtet bin. Aber ich bin mir nicht im klaren, was die neueste Rechtschreibung vorsieht. Ich könnte mir denken …“ „Jedenfalls schreibt man es mit Doppel-a“, kürzte die Stenotypistin ab. Sie stand auf und ging an den Regalen vorbei zum Ofen. Die Uhr zeigte auf zwei. Der Doktor wandte sich auf seinem Stuhl um und sah dem Fräulein nach, wie es den Handspiegel auf dem Sims plazierte und behutsam eine Mütze auf die Haare schob. „Wollen Sie schon gehen, Kleine?“ „Natürlich. Um zwei ist Schluß. Übrigens sollen Sie mich nicht Kleine nennen.“ Der Doktor entzündete ein Streichholz und warf es auf den Boden. „Wollen Sie nicht drinnen Ihren Chef fragen, ob er noch was für Sie hat, und nicht einfach lostürmen? Und daß ‚Kleine‘ kein Kosewort ist, sondern nur die weibliche Form Ihres Namens, wissen Sie ja.“ „Sie haben ein Streichholz auf die Erde geworfen.“ Gerade knurrte der Hausapparat dreimal hintereinander. Trude riß die Mütze vom Kopf und ging mit gespreizten Schritten zum Chef in den Nebenraum. Als sie wiederkam, waren zehn Minuten vergangen. Der Doktor stand in der Tür, er war in Hut und Mantel. „Haben Sie noch zu tun?“ Die Stenotypistin sah ihn an. Sie hatte gerade den Bogen einspannen wollen, nun stand sie auf und klappte die Maschine zu. Der Doktor schien zwar auf dem Sprung, immerhin war er da, ein Gebildeter, der am meisten geschätzte Mitarbeiter, ein Mann, dem man vertrauen durfte. Sie sagte: „Sehen Sie, so ist es immer. Gerade sonnabends, wenn man zeitig weg will. Punkt zwei fällt ihm ein, was er noch zu erledigen hat.“ Der Doktor ließ die Klinke los und kam zurück in das Zimmer. „Wenn Sie’s ihm mal höflich sagen würden?“

 

 
Elfriede Brüning (8 november 1910 – 5 augustus 2014)

 

De Ameikaanse schrijfster Margaret Mitchell werd geboren op 8 november 1900 in Atlanta, Georgia. Zie ook alle tags voor Margaret Mitchell op dit blog.

Uit: Gone with the wind

“Hunger gnawed at her empty stomach again and she said aloud: “As God is my witness, as God is my witness, the Yankees aren’t going to lick me. I’m going to live through this, and when it’s over, I’m never going to be hungry again. No, nor any of my folks. If I have to steal or kill — as God is my witness, I’m never going to be hungry again.”
In the days that followed, Tara might have been Crusoe’s desert island, so still it was, so isolated from the rest of the world. The world lay only a few miles away, but a thousand miles of tumbling waves might have stretched between Tara and Jonesboro and Fayetteville and Lovejoy, even between Tara and the neighbors’ plantations. With the old horse dead, their one mode of conveyance was gone, and there was neither time nor strength for walking the weary red miles.
Sometimes, in the days of backbreaking work, in the desperate struggle for food and the never-ceasing care of the three sick girls, Scarlett found herself straining her ears for familiar sounds — the shrill laughter of the pickaninnies in the quarters, the creaking of wagons home from the fields, the thunder of Gerald’s stallion tearing across the pasture, the crunching of carriage wheels on the drive and the gay voices of neighbors dropping in for an afternoon of gossip. But she listened in vain. The road lay still and deserted and never a cloud of red dust proclaimed the approach of visitors. Tara was an island in a sea of rolling green hills and red fields.
Somewhere was the world and families who ate and slept safely under their own roofs. Somewhere girls in thrice-turned dresses were flirting gaily and singing “When This Cruel War Is Over,” as she had done only a few weeks before. Somewhere there was a war and cannon booming and burning towns and men who rotted in hospitals amid sickening-sweet stinks. Somewhere a barefoot army in dirty homespun was marching, fighting, sleeping, hungry and weary with the weariness that comes when hope is gone. And somewhere the hills of Georgia were blue with Yankees, well-fed Yankees on sleek corn-stuffed horses.
Beyond Tara was the war and the world. But on the plantation the war and the world did not exist except as memories which must be fought back when they rushed to mind in moments of exhaustion. The world outside receded before the demands of empty and half-empty stomachs and life resolved itself into two related thoughts, food and how to get it.
Food! Food! Why did the stomach have a longer memory than the mind? Scarlett could banish heartbreak but not hunger and each morning as she lay half asleep, before memory brought back to her mind war and hunger, she curled drowsily expecting the sweet smells of bacon frying and rolls baking. And each morning she sniffed so hard to really smell the food she woke herself up.”

 

 
Margaret Mitchell (8 november 1900 – 16 augustus 1949)
Scene uit een uitvoering van de musical ‘Gone with the wind’ in Seoul, 2015

 

De Ierse schrijver Bram Stoker werd geboren op 8 november 1847 in Clontarf, een wijk van Dublin in Ierland. Zie ook alle tags voor Bram Stoker op dit blog.

Uit: Dracula

“I was told that this road is in summertime excellent, but that it had not yet been put in order after the winter snows. In this respect it is different from the general run of roads in the Carpathians, for it is an old tradition that they are not to be kept in too good order. Of old the Hospadars would not repair them, lest the Turk should think that they were preparing to bring in foreign troops, and so hasten the war which was always really at loading point.
Beyond the green swelling hills of the Mittel Land rose mighty slopes of forest up to the lofty steeps of the Carpathians themselves. Right and left of us they towered, with the afternoon sun falling full upon them and bringing out all the glorious colours of this beautiful range, deep blue and purple in the shadows of the peaks, green and brown where grass and rock mingled, and an endless perspective of jagged rock and pointed crags, till these were themselves lost in the distance, where the snowy peaks rose grandly. Here and there seemed mighty rifts in the mountains, through which, as the sun began to sink, we saw now and again the white gleam of falling water. One of my companions touched my arm as we swept round the base of a hill and opened up the lofty, snow-covered peak of a mountain, which seemed, as we wound on our serpentine way, to be right before us:–
“Look! Isten szek!”–“God’s seat!”–and he crossed himself reverently.
As we wound on our endless way, and the sun sank lower and lower behind us, the shadows of the evening began to creep round us. This was emphasised by the fact that the snowy mountain-top still held the sunset, and seemed to glow out with a delicate cool pink. Here and there we passed Cszeks and Slovaks, all in picturesque attire, but I noticed that goitre was painfully prevalent. By the roadside were many crosses, and as we swept by, my companions all crossed themselves. Here and there was a peasant man or woman kneeling before a shrine, who did not even turn round as we approached, but seemed in the self-surrender of devotion to have neither eyes nor ears for the outer world.”

 

 
Bram Stoker (8 november 1847 – 20 april 1912)
Frank Langella als Dracula in de gelijknamige film uit 1979

 

De Duitse schrijver Peter Weiss werd geboren op 8 november 1916 in Nowawes (het tegenwoordige Neubabelsberg) bij Berlijn. Zie ook alle tags voor Peter Weiss op dit blog.

Uit: Abschied von den Eltern

“Ich habe oft versucht, mich mit der Gestalt meiner Mutter und der Gestalt meines Vaters auseinanderzusetzen, peilend zwischen Aufruhr und Unterwerfung. Nie habe ich das Wesen dieser beiden Portalfiguren meines Lebens fassen und deuten können. Bei ihrem fast gleichzeitigen Tod sah ich, wie tief entfremdet ich ihnen war. Die Trauer, die mich überkam, galt nicht ihnen, denn sie kannte ich kaum, die Trauer galt dem Versäumten, das meine Kindheit und Jugend mit gähnender Leere umgeben hatte. Die Trauer galt der Erkenntnis eines gänzlich mißglückten Versuchs von Zusammenleben, in dem die Mitglieder einer Familie ein paar Jahrzehnte lang beieinander ausgeharrt hatten.
(…)

Ich verschloß meine Tür und hängte ein Tuch über das Schlüsselloch. Erst nachts war ich befreit von dem Schnüffeln draußen vor meiner Tür. Da war ich allein in der sausenden Stille eines Hohlraums, allein mit meinem Bildern und meinen beschriebenen Blättern, allein mit meinen Büchern und meiner Musik. Mit Decken dämpfte ich das Grammofon. Aus unermeßlicher Ferne kam die Musik zu mir, wie ein Traum von Befreiung. Ich stand in meiner Grotte, und meine Hände tanzten zum Takt der Musik. In meinem Blut und in den Vibrationen meiner Nerven, in meinen Pulsschlägen und Atemzügen klang die Musik. Von Tränen überströmt trankt ich die Musik, und dann ging ich zu den Geisterstimmen der Bücher, trat in die anonyme Gemeinschaft mit Sprechern, die sich ringsum in der Welt umhertasteten, diese Bücher waren geheime Botschaften, Flaschenposten, ausgeworfen, um einen Gleichgesinnten zu finden. Überall in fremden Städten, an öden Küsten, in der Verborgenheit von Wäldern, lebten diese Einzelnen, und viele sprachen aus einem Totenreich zu mir. Die Vorstellung dieser Zusammengehörigkeit tröstete mich. Es war mir, als müsse, der, dessen Buch ich jetzt las, von meiner Gegenwart wissen, und wenn ich mich dann selbst zum Schreiben niedersetzte, so wußte ich, daß andere auf mich lauschten, durch ein großes Rauschen hindurch, das uns alle umgab.”

 

 
Peter Weiss (8 november 1916 – 10 mei 1982)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e november ook mijn blog van 8 november 2015 deel 2.

Kazuo Ishiguro, Joshua Ferris, Alice Notley, Herbert Hindringer, Elfriede Brüning, Margaret Mitchell, Detlef Opitz, Bram Stoker, Peter Weiss

De Japanse schrijver Kazuo Ishiguro werd op 8 november 1954 geboren in Nagasaki. Zie ook mijn blog van 8 november 2009 en ook mijn blog van 8 november 2010 en eveneens alle tags voor Kazuo Ishiguro op dit blog.

Uit: Never Let Me Go

“Sometimes he’d make me say things over and over; things I’d told him only the day before, he’d ask about like I’d never told him. ‘Did you have a sports pavilion?’ Which guardian was your special favourite?’ At first I thought this was just the drugs, but then I realised his mind was clear enough. What he wanted was not just to hear about Hailsham, but to remember Hailsham, just like it had been his own childhood. He knew he was close to com-pleting and so that’s what he was doing: getting me to describe things to him, so they’d really sink in, so that maybe during those sleepless nights, with the drugs and the pain and the exhaustion, the line would blur between what were my memories and what were his. That was when I first understood, really understood, just how lucky we’d been — Tommy, Ruth, me, all the rest of us.
Driving around the country now, I still see things that will remind me of Hailsham. I might pass the corner of a misty field, or see part of a large house in the distance as I come down the side of a valley, even a particular arrangement of poplar trees up on a hillside, and I’ll think: ‘Maybe that’s it! I’ve found it! This actually is Hailsham!’ Then I see it’s impossible and I go on driv- ing, my thoughts drifting on elsewhere. In particular, there are those pavilions. I spot them all over the country, standing on the far side of playing fields, little white prefab buildings with a row of windows unnaturally high up, tucked almost under the eaves. I think they built a whole lot like that in the fifties and sixties, which is probably when ours was put up. If I drive past one I keep looking over to it for as long as possible, and one day I’ll crash the car like that, but I keep doing it. Not long ago I was driving through an empty stretch of Worcestershire and saw one beside a cricket ground so like ours at Hailsham I actually turned the car and went back for a second look. We loved our sports pavilion, maybe because it reminded us of those sweet little cottages people always had in picture books when we were young. I can remember us back in the Juniors, pleading with guardians to hold the next lesson in the pavilion instead of the usual room. Then by the time we were in Senior 2 —when we were twelve, going on thirteen — the pavilion had become the place to hide out with your best friends when you wanted to get away from the rest of Hailsham. The pavilion was big enough to take two separate groups without them bothering each other — in the summer, a third group could hang about out on the veranda. But ideally you and your friends wanted the place just to yourselves, so there was often jockeying and arguing.“

 

 
Kazuo Ishiguro (Nagasaki, 8 november 1954)

Lees verder “Kazuo Ishiguro, Joshua Ferris, Alice Notley, Herbert Hindringer, Elfriede Brüning, Margaret Mitchell, Detlef Opitz, Bram Stoker, Peter Weiss”

Alice Notley

De Amerikaanse dichteres Alice Notley werd geboren op 8 november 1945 in Bisbee, Arizona, en groeide op in Needles, Californië. Ze behaalde in 1967 een bA aan Barnard College en een MFA van de Writers Workshop aan de Universiteit van Iowa in 1969. Ze verhuisde regelmatig in haar jeugd (San Francisco, Bolinas, Londen, Essex, Chicago) en trouwde uiteindelijk met de dichter Ted Berrigan in 1972, met wie ze twee zonen had. In het begin van de jaren zeventig vestigde Notley zich in de Lower East Side van New York, waar zij al enkele decennia zeer betrokken was bij de lokale literatuurscene. In 1979 ontving ze een fellowship van de National Endowment for the Arts. Na Berrigan’s dood in 1983 trouwde ze met de Britse dichter Douglas Oliver. Hoewel zij vaak wordt gezien als een prominent lid van de eclectische tweede generatie van de New York School, toont haar poëzie ook een voortdurende fascinatie met de woestijn en zijn bewoners. Tot Notley’s dichtbundels behoren “Certain Magical Acts” (2016); Songs and Stories of the Ghouls (2011); Grave of Light: New and Selected Poems 1970-2005 (2006), waarvoor zij de Lenore Marshall Poetry Prize from the Academy of American Poets for the best book of the year;kreeg; “Disobedience” (2001), winnaar van de 2002 International Griffin Poetry Award; “Mysteries of Small Houses” (1998); “Selected Poems of Alice Notley” (1993); “Margaret and Dusty” (1985); en “Sorrento (1984). Haar werk omvat verder collages, aquarellen en schetsen. Notley heeft de Los Angeles Times Book Award for Poetry ontvangen en was finalist voor de Pulitzer-prijs. In 2001 kreeg ze zowel een Academy Award in Literature van de American Academy of Arts and Letters en de Poetry Society of America’s Shelley Memorial Award. In 2015 ontving zij de Ruth Lilly Poetry Prize. Momenteel woont zij in Parijs.

Poem 3

Why do I want to tell it
it was the afternoon of November
15th last fall and I was waiting
for it whatever it would be like
it was afternoon & raining but it
was late afternoon so dark outside my
apartment and I was special in that
I saw everything through a heightened
tear, things seemed dewy, shiny
and so I knew there was a cave
it was more or less nearby as in my
apartment it was blue inside it
dark blue like an azure twilight and the
gods lived in the cave they who
care for you take care of at death and
they had cared for Ted and were there for me
too and in life even now

 

The Anthology

No tone of voice being sufficient to the occasion
Flash that’s all, that we’re here. Are you ever
sarcastic and unlikeable       Mentally we are the
cast of one epic thought: You. How many
of you sweep through me, as I ride the métro
leading you, because I have to and not be poignant
oh who’s written anything poignant since . . .  

An old woman of indeterminate race, in white hat
and scarf, no teeth staring back at me.
He sounded brittle and superior last night, do the
dead do that; Grandma had a plethora of tones of voice
compared to anyone in this anthology. Our

anthology, he says, being mental is complex
as hell. How do you keep track of your poems? Any-
one remembers what they like, but you have constantly
to emit them . . . Everyone’s at me, Drown it
out, thinking of an icon emerald-throated.

I see the alley house at night dark I’m trying
to be pure again, but I want all the tones.
When you’re dead you can have them . . .  thick
marine dark from the fencelike oleanders and a moon
calling to white boards. Enter. Lie down in
your own bed, in the room where Momma found a scorpion.

 
Alice Notley (Bisbee, 8 november 1945)