De Engelse schrijver en criticus Aldous Huxley werd geboren op 26 juli 1894 in Godalming, Surrey. Zie ook mijn blog van 26 juli 2006 en ook mijn blog van 26 juli 2007.
Uit: The Doors of Perception and Heaven and Hell
„It was in 1886 that the German pharmacologist, Louis Lewin, published the first systematic study of the cactus, to which his own name was subsequently given. Anhalonium Lewinii was new to science. To primitive religion and the Indians of Mexico and the American Southwest it was a friend of immemorially long standing. Indeed, it was much more than a friend. In the words of one of the early Spanish visitors to the New World, “they eat a root which they call peyote, and which they venerate as though it were a deity.”
Why they should have venerated it as a deity became apparent when such eminent psychologists as Jaensch, Havelock Ellis and Weir Mitchell began their experiments with mescalin, the active principle of peyote. True, they stopped short at a point well this side of idolatry; but all concurred in assigning to mescalin a position among drugs of unique distinction. Administered in suitable doses, it changes the quality of consciousness more profoundly and yet is less toxic than any other substance in the pharmacologist’s repertory.
Mescalin research has been going on sporadically ever since the days of Lewin and Havelock Ellis. Chemists have not merely isolated the alkaloid; they have learned how to synthesize it, so that the supply no longer depends on the sparse and intermittent crop of a desert cactus. Alienists have dosed themselves with mescalin in the hope thereby of coming to a better, a first-hand, understanding of their patients’ mental processes.“
Aldous Huxley (26 juli 1894 – 22 november 1963)
De Nederlandse schrijver Arthur Japin werd geboren in Haarlem op 26 juli 1956. Japin wilde in zijn kindertijd zo nu en dan iemand anders zijn. Zijn vader (Bert Japin) was onder andere toneelrecensent. De liefde voor het toneel zat er al vroeg in. Zijn vader pleegde zelfmoord toen Japin twaalf jaar was. Het scheppen van een fantasiewereld, de vlucht uit de realiteit, was een middel om te overleven. Japin vertrok na het gymnasium naar Londen, om een opleiding te volgen aan een toneelschool, The School of Dramatic Arts. Terug in Amsterdam studeerde hij twee jaar Nederlandse Taal en Letterkunde en stapte vervolgens over naar de Kleinkunstacademie. In 1982 studeerde hij hier af. Hij speelde rollen voor radio, film en televisie (bijv. enkele bijrollen in de film ‘Flodder’ en de TV-serie ‘Onderweg naar morgen’) en op het toneel bij onder andere Toneelgroep Centrum en de Theaterunie. In 1987 stopte Japin met acteren en begon te schrijven. In 1996 debuteerde hij met Magonische Verhalen. In 1997 volgde De zwarte met het witte hart. In de tussenliggende periode schreef Japin scenario’s, hoorspelen en toneelstukken, waarmee hij diverse literaire prijzen won. In 2000 werden enkele Magonische Verhalen verfilmd. In maart 2002 verscheen De droom van de leeuw, een grote roman over liefde en verbeelding. In 2003 werd Een schitterend gebrek gepubliceerd, dat het jaar daarop de Libris literatuurprijs ontving.
Uit: De overgave
“Die ene dag. Mensen vragen altijd alleen maar naar die ene dag. Alsof ik er geen andere heb geleefd. Of ik me die nog herinner, durven ze soms te vragen. Jazeker, ik herinner mij die dag. Ik herinner hem mij zoals andere mensen van mijn leeftijd zich een heel leven herinneren. Geen wonder, ik bén die vierentwintig uur. Alles wat ik nu nog denk en droom en doe, werd daarbinnen bepaald.
Wat ik voor die ochtend ben geweest, verloor iedere waarde; wat er na die nacht nog van mij over was, kon nergens anders nog belang aan hechten. Ik heb altijd gezegd dat met die dag alles begonnen is en alles ophield.
En nu, op de valreep, dient zich een vervolg aan.
Had ik gezegd dat ik die kerel niet wil zien, dat ik het verdom oude wonden open te rijten en hem dus niet zal ontvangen, dan was alles gebleven zoals het was. Zoals ik het ken. Zoals ik het begrijp. Maar hij is er al. De oude miss Croney kwam het me vertellen, helemaal over haar toeren. Gisteravond is hij in de stad gearriveerd, net na zonsondergang, en hij heeft vannacht boven The Whistle gelogeerd met twee van zijn vrouwen. Hij draagt een driedelig zwart pak, een gouden horlogeketting en een dasspeld in de vorm van de ster van Texas. Mijnheer wel. Elegant steunt hij op een slanke wandelstok, maar van onder zijn bolhoed hangt zijn haar in lange zwarte vlechten.
‘Die mond van hem,’ Croney gruwde ervan, ‘zo verbeten, de hoeken tot aan de kaken neergetrokken, zoiets grimmigs heb je nooit gezien.’
‘Dacht je?’ bromde ik.
‘En zijn ogen dan, die blik, o God, die vernietigende blik!’ Ze sloeg haar handen voor haar gezicht, maar ik geloof
niet dat ze zich realiseerde wat ze zei.
Als je haar moet geloven heeft de stad er de hele nacht van gegonsd en heeft niemand een oog dichtgedaan. Vanochtend vroeg heeft zich in de hoofdstraat een groepje verzameld dat met het uur uitdijt, wachtend tot de vreemdeling zich laat zien.“
Arthur Japin (Haarlem, 26 juli 1956)
De Ierse toneelschrijver, socialist en theatercriticus George Bernard Shaw werd geboren op 26 juli 1856. Zie ook mijn blog van 26 juli 2006 en ook mijn blog van 26 juli 2007.
Uit: An Unsocial Socialist
“In the dusk of an October evening, a sensible looking woman of forty came out through an oaken door to a broad landing on the first floor of an old English country-house. A braid of her hair had fallen forward as if she had been stooping over book or pen; and she stood for a moment to smooth it, and to gaze contemplatively—not in the least sentimentally—through the tall, narrow window. The sun was setting, but its glories were at the other side of the house; for this window looked eastward, where the landscape of sheepwalks and pasture land was sobering at the approach of darkness.
The lady, like one to whom silence and quiet were luxuries, lingered on the landing for some time. Then she turned towards another door, on which was inscribed, in white letters, Class Room No. 6. Arrested by a whispering above, she paused in the doorway, and looked up the stairs along a broad smooth handrail that swept round in an unbroken curve at each landing, forming an inclined plane from the top to the bottom of the house.
A young voice, apparently mimicking someone, now came from above, saying,
“We will take the Etudes de la Velocite next, if you please, ladies.”
Immediately a girl in a holland dress shot down through space; whirled round the curve with a fearless centrifugal toss of her ankle; and vanished into the darkness beneath. She was followed by a stately girl in green, intently holding her breath as she flew; and also by a large young woman in black, with her lower lip grasped between her teeth, and her fine brown eyes protruding with excitement. Her passage created a miniature tempest which disarranged anew the hair of the lady on the landing, who waited in breathless alarm until two light shocks and a thump announced that the aerial voyagers had landed safely in the hall.
“Oh law!” exclaimed the voice that had spoken before. “Here’s Susan.”
“It’s a mercy your neck ain’t broken,” replied some palpitating female. “I’ll tell of you this time, Miss Wylie; indeed I will. And you, too, Miss Carpenter: I wonder at you not to have more sense at your age and with your size! Miss Wilson can’t help hearing when you come down with a thump like that. You shake the whole house.”
Oh bother!” said Miss Wylie. “The Lady Abbess takes good care to shut out all the noise we make. Let us—”
“Girls,” said the lady above, calling down quietly, but with ominous distinctness.
Silence and utter confusion ensued. Then came a reply, in a tone of honeyed sweetness, from Miss Wylie:
“Did you call us, DEAR Miss Wilson?”
“Yes. Come up here, if you please, all three.”
George Bernard Shaw (26 juli 1856 – 2 november 1950)
De Amerikaanse schrijver Paul Gallico werd geboren op 26 juli 1897 in New York. Zie ook mijn blog van 26 juli 2007.
Uit: Ein Miau sagt mehr als tausend Worte (The Silent Miaow, 1964)
„Ich kann nicht oft genug sagen, wie wirkungsvoll das stumme Miau Widerstand bricht, vorausgesetzt. du nutzt es nicht ab und sparst es für den rechten Augenblick auf.
Die Technik ist lächerlich einfach. Du schaust dem Opfer an, öffnest den Mund wie zu einem volltönenden Miau — wie du es machen würdest, wenn du aus dem Zimmer gehen willst oder Hunger hast oder dich ärgerst. aber in diesem Fall lässt du keinen Ton entwischen.
Die Wirkung ist einfach erstaunlich. Der Mann oder die Frau sind bis ins innerste Mark erschüttert, und sie geben dir praktisch alles, was du willst. Deshalb sage ich, tu es nicht oft, denn sonst werden sie abgestumpft. und du hast eine wirksame Waffe verspielt.
Selbst ich, die den Menschen ein Leben lang studiert hat, finde keine Erklärung dafür, warum das stumme Miau diese magische Wirkung hat, ja, ich weiß nicht einmal, was genau die Menschen dabei empfinden. Vielleicht bieten wir ihnen ein so sprechendes Bild der Hilflosigkeit, dass ihm das Gott-Syndrom nicht widerstehen kann. Wir haben schon das Glück, dass gewisse Teile unserer gesprochenen Sprache, vor allem das Miau, dem Schreien ihrer eigenen Kinder gleicht, den Lauten, mit denen ihre Jungen ihr Verlangen nach Nahrung, Liebe, Wärme oder sonstigem Fehlendem kundtun. Die Menschen reagieren vollautomatisch und sofort auf Babygeschrei, und deshalb kann ein richtig platziertes, jämmerliches Miau sie ebenso dazu bringen, irgend etwas für uns zu tun.
Offenbar verständigen sich die Menschen untereinander vor allem mit der Stimme; das klappert und plappert unaufhörlich von morgens bis abends, und, so unglaublich es klingt, manche reden sogar im Schlaf weiter.
So glauben sie stets, die Töne, die wir machen, bedeuteten dasselbe wie bei ihnen, und unsere Sprache gleiche der ihren, was natürlich gar nicht falscher sein könnte. Zurück zum stummen Miau. Für sie scheint es eine Last an Unglück und Not wiederzugeben, die so groß ist, dass wir ihr nicht einmal Stimme verleihen können. Es ist ein Unschrei der Verzweiflung und Sehnsucht, der schneller und direkter ins menschliche Herz trifft als das jammervollste Miau, dessen wir fähig sind, und ich glaube, die Menschen stellen es auf die gleiche Stufe wie ihren eigenen Gesichtsausdruck von Liebe, Verzweiflung, Not oder Bitte, mit dem sie gewöhnlich ihr wichtigeren Reden begleiten.
Was mich angeht, ich beschränke den Gebrauch des stummen Miau auf das Betteln am Tisch, wie ich schon angedeutet habe, aber man kann es auch bei anderen Gelegenheiten wirkungsvoll einsetzen, wenn man etwas möchte, das sie einem offenbar nicht zu geben geneigt sind.“
Paul Gallico (26 juli 1897 – 15 juli 1976)
De Franse schrijver André Maurois (eig. Emile Salomon Wilhelm Herzog) werd geboren op 26 juli 1885 in Elbeuf. Zie ook mijn blog van 26 juli 2007.
Uit: Climats
« …Aprés le départ d’Odile ma vie fut très malheureuse. La maisonme semblait si triste que j’avais peine à y rester…J’étais agité par de vagues remords, pourtant je n’avais rien de précis à me reprocher. J’avais épousé Odile que j’aimais, alors que ma famille eût souhaité pour moi des mariages plus brillants; je lui avais été fidèle jusqu’à la soirée avec Misa, et ma brève trahison avait été causé par la sienne….Je commençais à entrevoir une vérité pour moi très nouvelle sur les rapports qui doivent exister entre les hommes et les femmes. Je voyais celles-ci, êtres instables, toujours à la recherche d’une forte direction qui fixerait leurs pensées et leurs désirs errants; peut-être ce besoin créait-il pour l’homme le devoir d’être cette infaillible boussole, ce point fixe. Un grand amour ne suffit pas à détacher l’être qu’on aime si l’on nesait en même temps remplir toute la vie de l’autre d’une richesse sans cesse renouvelée…Les femmes s’attachent naturellement aux hommes dont la vie est un mouvement qui les entraînent dans ce mouvement, qui leur donnent une tâche, qui exigent beaucoup d’elles….Au lieu de comprendre ses gouts, je les avais condamnés; j’avais voulu lui imposer les miens…
Notre destinée est déterminée par un geste,par un mot : au début le plus petit effort suffirait pour l’arr^ter, puis un mécanisme géant est mis en mouvement. Maintenant je sentais que les actes les plus héroïques n’auraient pus faire renaïtre chez Odile l’amour qu’elle avait eu jadis pour moi… »
Anré Maurois (26 juli 1885 – 9 oktober 1967)
Portret door Philip Alexius de László
De Franse dichter en essayist Claude Esteban werd geboren op 26 juli 1935 in Parijs. Zie ook mijn blog van 26 juli 2007.
Uit: Au plus près de la voix
« Que restait-il, au lendemain d’une guerre, de ses désastres, de ses désillusions, sur quoi bâtir ? Quelle assurance donner à une parole qui se refuserait à la fois au soliloque subliminal des uns et à l’engagement restrictif des autres ? Tout le langage, est-on tenté de répondre, tous les mots qui attendent d’être mis ensemble, mais désassujettis des finalités secondes, des motivations subreptices dont ils s’étaient aggravés. Était-ce derechef un leurre, le rêve récurrent d’une virginité des vocables, d’un sens plus pur, ainsi que l’avait exprimé une fois pour toutes Mallarmé, dans l’acception quasi alchimique du terme ? Les mots de la tribu, assurément, mais redevenus tangibles dans la bouche, rendus à leur matérialité savoureuse, à leur substance, à leurs sucs. Les concepts, les notions claires, n’avaient nourri que nos pensées ; nous avions faim de choses plus charnelles, et que les mots aient un goût d’arbre, de terre remuée, que le vent les traverse, la pluie, l’orage. C’était, on le devine, enfreindre les conventions tacites, bafouer la sourcilleuse législation des linguistes et le savoir de ceux qui allaient bientôt, avec quelque superbe, se nommer sémioticiens.
Car les mots – on n’avait pas manqué, depuis un siècle, d’en avertir les « locuteurs », et au premier chef les écrivains – les mots, tels qu’ils se proposent au commerce verbal, ne sont rien que l’assemblage insécable d’un signifiant et d’un signifié, en vérité, des sortes de vecteurs mentaux qui n’entretiennent de relations qu’avec d’autres signes, et qui, à eux tous, enserrés dans ce réseau de l’intellect, nous permettent de communiquer, et donc de nous entendre les uns avec les autres. Nous savions tout cela – et que ce morceau de réalité que tel mot convoque, feuille, caillou, soleil, occupe la position toute subalterne de référent. N’importe. Il fallait à ces poètes des temps nouveaux pécher contre la grammaire et la norme par une forme très ancienne de cratylisme, c’est-à-dire entremêler l’immédiat et l’intelligible, restituer aux vocables les plus élimés par l’usage du quotidien ce que j’appellerai avec les phénoménologues leur corporalité primitive, et donc leur place au coeur de la complétude et de la massivité du monde. »
Claude Esteban (26 juli 1935 – 10 april 2006)
De Spaanse schrijver en dichter Antonio Machado Ruiz werd op 26 juli 1875 in Sevilla geboren. Zie ook mijn blog van 26 juli 2007.
Last night, as I was sleeping,
Last night, as I was sleeping,
I dreamt — marvelous error!—
that a spring was breaking
out in my heart.
I said: Along which secret aqueduct,
Oh water, are you coming to me,
water of a new life
that I have never drunk?
Last night, as I was sleeping,
I dreamt — marvelous error!—
that I had a beehive
here inside my heart.
And the golden bees
were making white combs
and sweet honey
from my old failures.
Last night, as I was sleeping,
I dreamt — marvelous error!—
that a fiery sun was giving
light inside my heart.
It was fiery because I felt
warmth as from a hearth,
and sun because it gave light
and brought tears to my eyes.
Last night, as I slept,
I dreamt — marvelous error!—
that it was God I had
here inside my heart.
Siesta
In Memory of Abel Martin
While the fish of fire traces its curve,
near the cypress beneath the supreme blue,
and the blind child flies in the white stone,
and in the elm the ivory couplet
of the green cicada beats and returns,
let’s honor the Lord
— the black stamp of his good hand —
who has dictated the silence in the clamor.
To the god of the distance and the absence,
of the anchor in the sea, the open sea…
He frees us from the world — omnipresence —
opening for us a path to walk on.
With the hidden cup well-filled,
with this ever-filling heart,
let’s honor the Lord who has made the Void
and has sculpted in faith our reason
Antonio Machado (26 juli 1875 – 22 februari 1939)
De Engelse schrijver Nicholas Evans werd geboren op 26 juli 1950 in Bromsgrove. Zie ook mijn blog van 26 juli 2007.
Uit: The Horse Whisperer
“There was death at its beginning as there would be death again at its end. Though whether it was some fleeting shadow of this that passed across the girl’s dreams and woke her on that least likely of mornings she would never know. All she knew, when she opened her eyes, was that the world was somehow altered.
The red glow of her alarm showed it was yet a halfhour till the time she had set it to wake her and she lay quite still, not lifting her head, trying to configure the change. It was dark but not as dark as it should be. Across the bedroom, she could clearly make out the dull glint of her riding trophies on cluttered shelves and above them the looming faces of rock stars she had once thought she should care about. She listened. The silence that filled the house was different too, expectant, like the pause between the intake of breath and the uttering of words. Soon there would be the muted roar of the furnace coming alive in the basement and the old farmhouse floorboards would start their ritual creaking complaint. She slipped out from the bedclothes and went to the window.”
Nicholas Evans (Bromsgrove, 26 juli 1950)
Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 26 juli 2007.
De Indonesische dichter Chairil Anwar werd geboren op 26 juli 1922 in Medan.
De Duitse schrijver en journalist Hans Bergel werd geboren op 26 juli 1925 in Râşnov (Duits:Rosenau), Siebenbürgen ofwel Transsylvanië, Roemenië.