Aldous Huxley, Arthur Japin, George Bernard Shaw, Paul Gallico, André Maurois, Claude Esteban, Antonio Machado, Nicholas Evans, Chairil Anwar, Hans Bergel

De Engelse schrijver en criticus Aldous Huxley werd geboren op 26 juli 1894 in Godalming, Surrey. Zie ook mijn blog van 26 juli 2006 en ook mijn blog van 26 juli 2007.

Uit: The Doors of Perception and Heaven and Hell

„It was in 1886 that the German pharmacologist, Louis Lewin, published the first systematic study of the cactus, to which his own name was subsequently given. Anhalonium Lewinii was new to science. To primitive religion and the Indians of Mexico and the American Southwest it was a friend of immemorially long standing. Indeed, it was much more than a friend. In the words of one of the early Spanish visitors to the New World, “they eat a root which they call peyote, and which they venerate as though it were a deity.”

Why they should have venerated it as a deity became apparent when such eminent psychologists as Jaensch, Havelock Ellis and Weir Mitchell began their experiments with mescalin, the active principle of peyote. True, they stopped short at a point well this side of idolatry; but all concurred in assigning to mescalin a position among drugs of unique distinction. Administered in suitable doses, it changes the quality of consciousness more profoundly and yet is less toxic than any other substance in the pharmacologist’s repertory.

Mescalin research has been going on sporadically ever since the days of Lewin and Havelock Ellis. Chemists have not merely isolated the alkaloid; they have learned how to synthesize it, so that the supply no longer depends on the sparse and intermittent crop of a desert cactus. Alienists have dosed themselves with mescalin in the hope thereby of coming to a better, a first-hand, understanding of their patients’ mental processes.“

AldousHuxley

Aldous Huxley (26 juli 1894 – 22 november 1963)

 

De Nederlandse schrijver Arthur Japin werd geboren in Haarlem op 26 juli 1956. Japin wilde in zijn kindertijd zo nu en dan iemand anders zijn. Zijn vader (Bert Japin) was onder andere toneelrecensent. De liefde voor het toneel zat er al vroeg in. Zijn vader pleegde zelfmoord toen Japin twaalf jaar was. Het scheppen van een fantasiewereld, de vlucht uit de realiteit, was een middel om te overleven. Japin vertrok na het gymnasium naar Londen, om een opleiding te volgen aan een toneelschool, The School of Dramatic Arts. Terug in Amsterdam studeerde hij twee jaar Nederlandse Taal en Letterkunde en stapte vervolgens over naar de Kleinkunstacademie. In 1982 studeerde hij hier af. Hij speelde rollen voor radio, film en televisie (bijv. enkele bijrollen in de film ‘Flodder’ en de TV-serie ‘Onderweg naar morgen’) en op het toneel bij onder andere Toneelgroep Centrum en de Theaterunie.  In 1987 stopte Japin met acteren en begon te schrijven. In 1996 debuteerde hij met Magonische Verhalen. In 1997 volgde De zwarte met het witte hart. In de tussenliggende periode schreef Japin scenario’s, hoorspelen en toneelstukken, waarmee hij diverse literaire prijzen won. In 2000 werden enkele Magonische Verhalen verfilmd. In maart 2002 verscheen De droom van de leeuw, een grote roman over liefde en verbeelding. In 2003 werd Een schitterend gebrek gepubliceerd, dat het jaar daarop de Libris literatuurprijs ontving.

 

Uit: De overgave

 

“Die ene dag. Mensen vragen altijd alleen maar naar die ene dag. Alsof ik er geen andere heb geleefd. Of ik me die nog herinner, durven ze soms te vragen. Jazeker, ik herinner mij die dag. Ik herinner hem mij zoals andere mensen van mijn leeftijd zich een heel leven herinneren. Geen wonder, ik bén die vierentwintig uur. Alles wat ik nu nog denk en droom en doe, werd daarbinnen bepaald.
Wat ik voor die ochtend ben geweest, verloor iedere waarde; wat er na die nacht nog van mij over was, kon nergens anders nog belang aan hechten. Ik heb altijd gezegd dat met die dag alles begonnen is en alles ophield.
En nu, op de valreep, dient zich een vervolg aan.
Had ik gezegd dat ik die kerel niet wil zien, dat ik het verdom oude wonden open te rijten en hem dus niet zal ontvangen, dan was alles gebleven zoals het was. Zoals ik het ken. Zoals ik het begrijp. Maar hij is er al. De oude miss Croney kwam het me vertellen, helemaal over haar toeren. Gisteravond is hij in de stad gearriveerd, net na zonsondergang, en hij heeft vannacht boven The Whistle gelogeerd met twee van zijn vrouwen. Hij draagt een driedelig zwart pak, een gouden horlogeketting en een dasspeld in de vorm van de ster van Texas. Mijnheer wel. Elegant steunt hij op een slanke wandelstok, maar van onder zijn bolhoed hangt zijn haar in lange zwarte vlechten.
‘Die mond van hem,’ Croney gruwde ervan, ‘zo verbeten, de hoeken tot aan de kaken neergetrokken, zoiets grimmigs heb je nooit gezien.’
‘Dacht je?’ bromde ik.
‘En zijn ogen dan, die blik, o God, die vernietigende blik!’ Ze sloeg haar handen voor haar gezicht, maar ik geloof
niet dat ze zich realiseerde wat ze zei.
Als je haar moet geloven heeft de stad er de hele nacht van gegonsd en heeft niemand een oog dichtgedaan. Vanochtend vroeg heeft zich in de hoofdstraat een groepje verzameld dat met het uur uitdijt, wachtend tot de vreemdeling zich laat zien.“

 

Japin

Arthur Japin (Haarlem, 26 juli 1956)

 

De Ierse toneelschrijver, socialist en theatercriticus George Bernard Shaw werd geboren op 26 juli 1856. Zie ook mijn blog van 26 juli 2006 en ook mijn blog van 26 juli 2007.

 

Uit: An Unsocial Socialist

 

In the dusk of an October evening, a sensible looking woman of forty came out through an oaken door to a broad landing on the first floor of an old English country-house. A braid of her hair had fallen forward as if she had been stooping over book or pen; and she stood for a moment to smooth it, and to gaze contemplatively—not in the least sentimentally—through the tall, narrow window. The sun was setting, but its glories were at the other side of the house; for this window looked eastward, where the landscape of sheepwalks and pasture land was sobering at the approach of darkness.

The lady, like one to whom silence and quiet were luxuries, lingered on the landing for some time. Then she turned towards another door, on which was inscribed, in white letters, Class Room No. 6. Arrested by a whispering above, she paused in the doorway, and looked up the stairs along a broad smooth handrail that swept round in an unbroken curve at each landing, forming an inclined plane from the top to the bottom of the house.

A young voice, apparently mimicking someone, now came from above, saying,

“We will take the Etudes de la Velocite next, if you please, ladies.”

Immediately a girl in a holland dress shot down through space; whirled round the curve with a fearless centrifugal toss of her ankle; and vanished into the darkness beneath. She was followed by a stately girl in green, intently holding her breath as she flew; and also by a large young woman in black, with her lower lip grasped between her teeth, and her fine brown eyes protruding with excitement. Her passage created a miniature tempest which disarranged anew the hair of the lady on the landing, who waited in breathless alarm until two light shocks and a thump announced that the aerial voyagers had landed safely in the hall.

“Oh law!” exclaimed the voice that had spoken before. “Here’s Susan.”

“It’s a mercy your neck ain’t broken,” replied some palpitating female. “I’ll tell of you this time, Miss Wylie; indeed I will. And you, too, Miss Carpenter: I wonder at you not to have more sense at your age and with your size! Miss Wilson can’t help hearing when you come down with a thump like that. You shake the whole house.”

Oh bother!” said Miss Wylie. “The Lady Abbess takes good care to shut out all the noise we make. Let us—”

“Girls,” said the lady above, calling down quietly, but with ominous distinctness.

Silence and utter confusion ensued. Then came a reply, in a tone of honeyed sweetness, from Miss Wylie:

“Did you call us, DEAR Miss Wilson?”

“Yes. Come up here, if you please, all three.”

 

GeorgeBernardShaw

George Bernard Shaw (26 juli 1856 – 2 november 1950)

 

De Amerikaanse schrijver Paul Gallico werd geboren op 26 juli 1897 in New York. Zie ook mijn blog van 26 juli 2007.

Uit: Ein Miau sagt mehr als tausend Worte (The Silent Miaow, 1964)

„Ich kann nicht oft genug sagen, wie wirkungsvoll das stumme Miau Widerstand bricht, vorausgesetzt. du nutzt es nicht ab und sparst es für den rechten Augenblick auf.
Die Technik ist lächerlich einfach. Du schaust dem Opfer an, öffnest den Mund wie zu einem volltönenden Miau — wie du es machen würdest, wenn du aus dem Zimmer gehen willst oder Hunger hast oder dich ärgerst. aber in diesem Fall lässt du keinen Ton entwischen.
Die Wirkung ist einfach erstaunlich. Der Mann oder die Frau sind bis ins innerste Mark erschüttert, und sie geben dir praktisch alles, was du willst. Deshalb sage ich, tu es nicht oft, denn sonst werden sie abgestumpft. und du hast eine wirksame Waffe verspielt.
Selbst ich, die den Menschen ein Leben lang studiert hat, finde keine Erklärung dafür, warum das stumme Miau diese magische Wirkung hat, ja, ich weiß nicht einmal, was genau die Menschen dabei empfinden. Vielleicht bieten wir ihnen ein so sprechendes Bild der Hilflosigkeit, dass ihm das Gott-Syndrom nicht widerstehen kann. Wir haben schon das Glück, dass gewisse Teile unserer gesprochenen Sprache, vor allem das Miau, dem Schreien ihrer eigenen Kinder gleicht, den Lauten, mit denen ihre Jungen ihr Verlangen nach Nahrung, Liebe, Wärme oder sonstigem Fehlendem kundtun. Die Menschen reagieren vollautomatisch und sofort auf Babygeschrei, und deshalb kann ein richtig platziertes, jämmerliches Miau sie ebenso dazu bringen, irgend etwas für uns zu tun.
Offenbar verständigen sich die Menschen untereinander vor allem mit der Stimme; das klappert und plappert unaufhörlich von morgens bis abends, und, so unglaublich es klingt, manche reden sogar im Schlaf weiter.
So glauben sie stets, die Töne, die wir machen, bedeuteten dasselbe wie bei ihnen, und unsere Sprache gleiche der ihren, was natürlich gar nicht falscher sein könnte. Zurück zum stummen Miau. Für sie scheint es eine Last an Unglück und Not wiederzugeben, die so groß ist, dass wir ihr nicht einmal Stimme verleihen können. Es ist ein Unschrei der Verzweiflung und Sehnsucht, der schneller und direkter ins menschliche Herz trifft als das jammervollste Miau, dessen wir fähig sind, und ich glaube, die Menschen stellen es auf die gleiche Stufe wie ihren eigenen Gesichtsausdruck von Liebe, Verzweiflung, Not oder Bitte, mit dem sie gewöhnlich ihr wichtigeren Reden begleiten.
Was mich angeht, ich beschränke den Gebrauch des stummen Miau auf das Betteln am Tisch, wie ich schon angedeutet habe, aber man kann es auch bei anderen Gelegenheiten wirkungsvoll einsetzen, wenn man etwas möchte, das sie einem offenbar nicht zu geben geneigt sind.“

Gallico

Paul Gallico (26 juli 1897 – 15 juli 1976)

 

De Franse schrijver André Maurois (eig. Emile Salomon Wilhelm Herzog) werd geboren op 26 juli 1885 in Elbeuf. Zie ook mijn blog van 26 juli 2007.

 

Uit: Climats

 

« …Aprés le départ d’Odile ma vie fut très malheureuse. La maisonme semblait si triste que j’avais peine à y rester…J’étais agité par de vagues remords, pourtant je n’avais rien de précis à me reprocher. J’avais épousé Odile que j’aimais, alors que ma famille eût souhaité pour moi des mariages plus brillants; je lui avais été fidèle jusqu’à la soirée avec Misa, et ma brève trahison avait été causé par la sienne….Je commençais à entrevoir une vérité pour moi très nouvelle sur les rapports qui doivent exister entre les hommes et les femmes. Je voyais celles-ci, êtres instables, toujours à la recherche d’une forte direction qui fixerait leurs pensées et leurs désirs errants; peut-être ce besoin créait-il pour l’homme le devoir d’être cette infaillible boussole, ce point fixe. Un grand amour ne suffit pas à détacher l’être qu’on aime si l’on nesait en même temps remplir toute la vie de l’autre d’une richesse sans cesse renouvelée…Les femmes s’attachent naturellement aux hommes dont la vie est un mouvement qui les entraînent dans ce mouvement, qui leur donnent une tâche, qui exigent beaucoup d’elles….Au lieu de comprendre ses gouts, je les avais condamnés; j’avais voulu lui imposer les miens…
Notre destinée est déterminée par un geste,par un mot : au début le plus petit effort suffirait pour l’arr^ter, puis un mécanisme géant est mis en mouvement. Maintenant je sentais que les actes les plus héroïques n’auraient pus faire renaïtre chez Odile l’amour qu’elle avait eu jadis pour moi… »

 

Andr_Maurois_by_Philip_Alexius_de_

Anré Maurois (26 juli 1885 – 9 oktober 1967)
Portret door Philip Alexius de László

 

De Franse dichter en essayist Claude Esteban werd geboren op 26 juli 1935 in Parijs. Zie ook mijn blog van 26 juli 2007.

Uit: Au plus près de la voix

 

« Que restait-il, au lendemain d’une guerre, de ses désastres, de ses désillusions, sur quoi bâtir ? Quelle assurance donner à une parole qui se refuserait à la fois au soliloque subliminal des uns et à l’engagement restrictif des autres ? Tout le langage, est-on tenté de répondre, tous les mots qui attendent d’être mis ensemble, mais désassujettis des finalités secondes, des motivations subreptices dont ils s’étaient aggravés. Était-ce derechef un leurre, le rêve récurrent d’une virginité des vocables, d’un sens plus pur, ainsi que l’avait exprimé une fois pour toutes Mallarmé, dans l’acception quasi alchimique du terme ? Les mots de la tribu, assurément, mais redevenus tangibles dans la bouche, rendus à leur matérialité savoureuse, à leur substance, à leurs sucs. Les concepts, les notions claires, n’avaient nourri que nos pensées ; nous avions faim de choses plus charnelles, et que les mots aient un goût d’arbre, de terre remuée, que le vent les traverse, la pluie, l’orage. C’était, on le devine, enfreindre les conventions tacites, bafouer la sourcilleuse législation des linguistes et le savoir de ceux qui allaient bientôt, avec quelque superbe, se nommer sémioticiens.

Car les mots – on n’avait pas manqué, depuis un siècle, d’en avertir les « locuteurs », et au premier chef les écrivains – les mots, tels qu’ils se proposent au commerce verbal, ne sont rien que l’assemblage insécable d’un signifiant et d’un signifié, en vérité, des sortes de vecteurs mentaux qui n’entretiennent de relations qu’avec d’autres signes, et qui, à eux tous, enserrés dans ce réseau de l’intellect, nous permettent de communiquer, et donc de nous entendre les uns avec les autres. Nous savions tout cela – et que ce morceau de réalité que tel mot convoque, feuille, caillou, soleil, occupe la position toute subalterne de référent. N’importe. Il fallait à ces poètes des temps nouveaux pécher contre la grammaire et la norme par une forme très ancienne de cratylisme, c’est-à-dire entremêler l’immédiat et l’intelligible, restituer aux vocables les plus élimés par l’usage du quotidien ce que j’appellerai avec les phénoménologues leur corporalité primitive, et donc leur place au coeur de la complétude et de la massivité du monde. »

 

Esteban

Claude Esteban (26 juli 1935 – 10 april 2006)

 

De Spaanse schrijver en dichter Antonio Machado Ruiz werd op 26 juli 1875 in Sevilla geboren. Zie ook mijn blog van 26 juli 2007.

 

Last night, as I was sleeping,

Last night, as I was sleeping,
I dreamt — marvelous error!—
that a spring was breaking
out in my heart.
I said: Along which secret aqueduct,
Oh water, are you coming to me,
water of a new life
that I have never drunk?

Last night, as I was sleeping,
I dreamt — marvelous error!—
that I had a beehive
here inside my heart.
And the golden bees
were making white combs
and sweet honey
from my old failures.

Last night, as I was sleeping,
I dreamt — marvelous error!—
that a fiery sun was giving
light inside my heart.
It was fiery because I felt
warmth as from a hearth,
and sun because it gave light
and brought tears to my eyes.

Last night, as I slept,
I dreamt — marvelous error!—
that it was God I had
here inside my heart.

 

Siesta
In Memory of Abel Martin

While the fish of fire traces its curve,
near the cypress beneath the supreme blue,
and the blind child flies in the white stone,
and in the elm the ivory couplet
of the green cicada beats and returns,
let’s honor the Lord
— the black stamp of his good hand —
who has dictated the silence in the clamor.

To the god of the distance and the absence,
of the anchor in the sea, the open sea…
He frees us from the world — omnipresence —
opening for us a path to walk on.

With the hidden cup well-filled,
with this ever-filling heart,
let’s honor the Lord who has made the Void
and has sculpted in faith our reason

antonio-machado

Antonio Machado (26 juli 1875 – 22 februari 1939)

 

De Engelse schrijver Nicholas Evans werd geboren op 26 juli 1950 in Bromsgrove. Zie ook mijn blog van 26 juli 2007.

Uit: The Horse Whisperer

 

“There was death at its beginning as there would be death again at its end. Though whether it was some fleeting shadow of this that passed across the girl’s dreams and woke her on that least likely of mornings she would never know. All she knew, when she opened her eyes, was that the world was somehow altered.

The red glow of her alarm showed it was yet a halfhour till the time she had set it to wake her and she lay quite still, not lifting her head, trying to configure the change. It was dark but not as dark as it should be. Across the bedroom, she could clearly make out the dull glint of her riding trophies on cluttered shelves and above them the looming faces of rock stars she had once thought she should care about. She listened. The silence that filled the house was different too, expectant, like the pause between the intake of breath and the uttering of words. Soon there would be the muted roar of the furnace coming alive in the basement and the old farmhouse floorboards would start their ritual creaking complaint. She slipped out from the bedclothes and went to the window.”

evans3

Nicholas Evans (Bromsgrove, 26 juli 1950)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 26 juli 2007.

De Indonesische dichter Chairil Anwar werd geboren op 26 juli 1922 in Medan.


De Duitse schrijver en journalis
t Hans Bergel werd geboren op 26 juli 1925 in Râşnov (Duits:Rosenau), Siebenbürgen ofwel Transsylvanië, Roemenië.

Paul Gallico, Aldous Huxley, André Maurois, Claude Esteban, George Bernard Shaw, Antonio Machado, Hans Bergel, Nicholas Evans, Chairil Anwar

De Amerikaanse schrijver Paul William Gallico werd geboren op 26 juli 1897 in New York. Hij werd journalist en had vanaf 1923 een column over sport in de New York Daily News. Hij werd een van de best betaalde sportjournalisten die zelf ook veel van de sporten waarover hij schreef uitoefende. In de jaren dertig keerde hij zich meer en meer van de sport af en begon hij short stories en romans te schrijven. Velen daarvan werden gepubliceerd in de Saturday Evening Post en werden later verfilmd, voor de bioscoop en voor de televisie.

Uit: The Snow Goose

 

“One November afternoon, three years after Rhayader had come to the Great Marsh, a child

approached the lighthouse studio by means of the sea wall. In her arms she carried a burden.

She was no more than twelve, slender, dirty, nervous and timid as a bird, but beneath the grime

as eerily beautiful as a marsh faery. She was pure Saxon, large-boned, fair, with a head to which her body was yet to grow, and deep-set, violet-colored eyes.

She was desperately frightened of the ugly man she had come to see, for legend had already begun to gather about Rhayader, and the native wild-fowlers hated him for interfering with their sport. But greater than her fear was the need of that which she bore. For locked in her child’s heart was the knowledge, picked up somewhere in the swampland, that this ogre who lived in the lighthouse had magic that could heal injured things.

She had never seen Rhayader before and was close to fleeing in panic at the dark apparition   that appeared at the studio door, drawn by her footsteps—the black head and beard, the sinister hump, and the crooked claw. She stood there staring, poised like a disturbed marsh bird for instant flight. But his voice was deep and kind when he spoke to her.

“What is it, child?”

She stood her ground, and then edged timidly forward. The thing she carried in her arms was a

large white bird, and it was quite still. There were stains of blood on its whiteness and on her kirtle

where she had held it to her. The girl placed it in his arms. “I found it, sir. It’s

hurted. Is it still alive?”

“Yes. Yes, I think so. Come in, child, come in.”

Rhayader went inside, bearing the bird, which he placed upon a table, where it moved feebly. Curiosity overcame fear. The girl followed and found herself in a room warmed by a coal fire, shining with many colored pictures that covered the walls, and full of a strange but pleasant smell.”

 

Gallico

Paul Gallico (26 juli 1897 – 15 juli 1976)

 

De Engelse schrijver en criticus Aldous Huxley werd geboren op 26 juli 1894 in Godalming, Surrey. Zie ook mijn blog van 26 juli 2006.

Uit: Brave new world

 

A SQUAT grey building of only thirty-four stories. Over the main entrance the words, CENTRAL LONDON HATCHERY AND CONDITIONING CENTRE, and, in a shield, the World State’s motto, COMMUNITY, IDENTITY, STABILITY.

The enormous room on the ground floor faced towards the north. Cold for all the summer beyond the panes, for all the tropical heat of the room itself, a harsh thin light glared through the windows, hungrily seeking some draped lay figure, some pallid shape of academic goose-flesh, but finding only the glass and nickel and bleakly shining porcelain of a laboratory. Wintriness responded to w
intriness. The overalls of the workers were white, their hands gloved with a pale corpse-coloured rubber. The light was frozen, dead, a ghost. Only from the yellow barrels of the microscopes did it borrow a certain rich and living substance, lying along the polished tubes like butter, streak after luscious streak in long recession down the work tables.

“And this,” said the Director opening the door, “is the Fertilizing Room.”

Bent over their instruments, three hundred Fertilizers were plunged, as the Director of Hatcheries and Conditioning entered the room, in the scarcely breathing silence, the absent-minded, soliloquizing hum or whistle, of absorbed concentration. A troop of newly arrived students, very young, pink and callow, followed nervously, rather abjectly, at the Director’s heels. Each of them carried a notebook, in which, whenever the great man spoke, he desperately scribbled. Straight from the horse’s mouth. It was a rare privilege. The D. H. C. for Central London always made a point of personally conducting his new students round the various departments.”

 

Huxley

Aldous Huxley (26 juli 1894 – 22 november 1963)

 

De Franse schrijver André Maurois (eig. Emile Salomon Wilhelm Herzog) werd geboren op 26 juli 1885 in Elbeuf. Zijn pseudoniem André Maurois werd in 1947 zijn wettige naam. Tijdens Woi diende hij in het Franse leger en later als verbindingsofficier in het Engelse. Zijn eerste roman Les silences du colonel Bramble was een komische, maar sociaal realistische weergave van zijn ervaringen uit die tijd.Het had meteen succes in Frankrijk en werd ook direct vertaald in het Engels. Maurois werd sowieso vaak in het Engels vertaald omdat zijn werk vaak Engelse onderwerpen had, zoals de levensbeschrijvingen van Benjamin Disraeli, Lord Byron of Shelley.

 

Uit: André Gide

 

“Like Thus Spake Zarathustra, Les Nourritures Terrestres is a gospel in the root sense of the word–glad tidings. Tidings about the meaning of life addressed to a dearly loved disciple whom Gide calls Nathanael. The book is composed of Bible verses, hymns, recits, songs, rounds, held together on the one hand by the presence of Nathanael and on the other by the doctrine Gide seems to be teaching him. I say seems because we shall shortly see that Gide would accept neither the idea of teaching nor that of doctrine.
Besides Nathanael and the author, there is a third character in Les Nourritures, one who reappears in L’Immoraliste and who is in Gide’s life what Merck was in Goethe’s or Mephistopheles in Faust’s. This character, whom Gide calls Menalque, has sometimes been identified with Oscar Wilde, but Gide told me it wasn’t Wilde at all. Menalque is, indeed, no one unless perhaps one aspect of Gide himself, one of the interlocutors in the dialogue of Gide with Gide that comprises his spiritual life.”

 

 

maurois

Anré Maurois (26 juli 1885 – 9 oktober 1967)

 

De Franse dichter en essayist Claude Esteban werd geboren op 26 juli 1935 in Parijs. Hij schreef naast gedichten ook talloze essays over poëzie en taal en publiceerde een aantal vertalingen van schrijvers als Jorge Guillén, Octavio Paz, Borges, García Lorca, Quevedo. Ook schreef hij veel over zowel oude als moderne beeldende kunst. In 1973 was hij de oprichter van het tijdschrift voor poëzie en kunst Argile.

 

 

 

J’écris sous la dictée
du jour.

 

Rien qu’un mot. Le mot
vent

 

et le vent le soulève
dans sa houle.

 

Le mot
graine

 

et la terre s’attache
à sa noirceur.

 

J’écris.

 

J’inscris
dans le dedans des mots
la chose même.

 

 

   ****

 

 

Cœurs divisés, cœurs
dévastés.

 

Là où les autres
n’ont plus faim, plus
soif de vous


qu’une demeure
soit
qui vous rassemble.

 

cœurs inhabiles
pour la vie

 

cœurs immobiles
dans la mort.

 

Cœurs sans murmure.

 

 

esteban

Claude Esteban (26 juli 1935 – 10 april 2006)

 

De Ierse toneelschrijver, socialist en theatercriticus George Bernard Shaw werd geboren op 26 juli 1856. Zie ook mijn blog van 26 juli 2007.

 

Uit: The Perfect Wagnerite: A Commentary on the Niblung’s Ring

 

“Here, then, is the subject of the first scene of The Rhine Gold. As you sit waiting for the curtain to rise, you suddenly catch the booming ground-tone of a mighty river. It becomes plainer, clearer: you get nearer to the surface, and catch the green light and the flights of bubbles. Then the curtain goes up and you see what you heard—the depths of the Rhine, with three strange fairy fishes, half water-maidens, singing and enjoying themselves exuberantly. They are not singing barcarolles or ballads about the Lorely and her fated lovers, but simply trolling any nonsense that comes into their heads in time to the dancing of the water and the rhythm of their swimming. It is the golden age; and the attraction of this spot for the Rhine maidens is a lump of the Rhine gold, which they value, in an entirely uncommercial way, for its bodily beauty and splendor. Just at present it is eclipsed, because the sun is not striking down through the water.

Presently there comes a poor devil of a dwarf stealing along the slippery rocks of the river bed, a creature with energy enough to make him strong of body and fierce of passion, but with a brutish narrowness of intelligence and selfishness of imagination: too stupid to see that his own welfare can only be compassed as part of the welfare of the world, too full of brute force not to grab vigorously at his own gain. Such dwarfs are quite common in London. He comes now with a fruitful impulse in him, in search of what he lacks in himself, beauty, lightness of heart, imagination, music. The Rhine maidens, representing all these to him, fill him with hope and longing; and he never considers that he has nothing to offer that they could possibly desire, being by natural limitation incapable of seeing anything from anyone else’s point of view.”

 

 

shaw_george

George Bernard Shaw (26 juli 1856 – 2 november 1950)

 

De Spaanse schrijver en dichter Antonio Machado Ruiz werd op 26 juli 1875 in Sevilla geboren binnen een familie van bekende intellectuelen. Met zijn één jaar oudere broer deelde hij zijn literaire roeping en prestige. Beiden werden liberaal opgevoed. Toen de familie naar Madrid verhuisde in 1883 kregen ze de kans om school te lopen aan het ‘Institución Libre de Enseñanza’ en les te krijgen van leerkrachten die een onwisbare indruk op hen achterlieten. Het was in die tijd dat zijn passie voor literatuur vaste vorm aannam. De gebroeders Machado lazen systematisch de beste Spaanse klassiekers (dichters en toneelauteurs) en m
oderne literatuur, en vergaten ook grote universele auteurs zoals Shakespeare of Dickens niet.  De uitroeping van de Republiek waarvoor Antonio enthousiast had geijverd bracht hem naar Madrid. Jaren van hoop en wanhoop volgden elkaar op. Machado geloofde edelmoedig in de mogelijkheden van de Republiek maar de staatsgreep van juli 1936 veegde die hoop van tafel. Samen met zijn moeder en zijn broer José werd Antonio geëvacueerd naar Valencia (1936) en naar Barcelona (1938). Uiteindelijk werd hij op 22 januari 1939 gedwongen zich naar de Franse grens te begeven, toen het republikeinse leger zich al aan het terugtrekken was. Zijn moeder en hij kwamen in een erbarmelijke toestand aan. Ze hielden halt in Coilloure in een eenvoudig hotelletje. Daar stierf Antonio, en drie dagen later zijn moeder, op 22 februari 1939.

 

Uit: Cantares y Proverbios

 

Alles gaat voorbij en alles blijft,

maar het is aan ons om te gaan,

verder gaan en wegen banen,

wegen over de zee.

Nooit heb ik roem nagestreefd

en de mensen mijn lied willen inprenten;

ik houd van werelden

die subtiel zijn, gewichtloos en vriendelijk,

als zeepbellen.

Ik houd ervan om te zien hoe

ze geel en rood kleuren, zweven

onder de blauwe hemel, gaan trillen,

plotseling

en uit elkaar spatten.

Nooit heb ik roem nagestreefd.

Reiziger, de weg, dat zijn jouw sporen,

en niets anders.

Reiziger, er ís geen weg,

de weg maak je zelf, door te gaan.

Door te gaan maak je de weg

en als je achterom kijkt,

zie je het pad dat je nooit

meer zult hoeven betreden.

Reiziger, er ís geen weg

alleen een schuimspoor in de zee.

Een tijd geleden hoorde men, op deze plaats,

waar nu een doornbos staat,

de stem van een dichter die riep:

Reiziger, er is geen weg,

de weg maak je zelf, door te gaan

stap voor stap, regel voor regel.

De dichter stierf

ver van zijn huis,

hem bedekt

het stof van een naburig land.

Toen men van die plek wegliep,

hoorde men hem huilen:

Reiziger er ís geen weg,

de weg maak je zelf, door te gaan,

stap voor stap, regel voor regel.

Als de vink niet kan zingen,

als de dichter een pelgrim is

als bidden ons niets oplevert:

reiziger, er ís geen weg,

de weg maak je zelf, door te gaan

stap voor stap, regel na regel.

Waarom de sporen van het toeval

wegen noemen?

Ieder die voortgaat, wandelt,

als Jezus, over de zee.

 

Vertaald door Tjeerd de Boer en Kathleen Ferrie

machado

Antonio Machado (26 juli 1875 – 22 februari 1939)
Portret door Joaquín Sorolla Bastida, 1917

 

De Duitse schrijver en journalist Hans Bergel werd geboren op 26 juli 1925 in Râşnov (Duits:Rosenau), Siebenbürgen ofwel Transsylvanië, Roemenië. Eind jaren vijftig werd hij in het zogenoemde Kronstädter Schriftstellerprozess, een stalinistisch schijnproces tegen een aantal jonge intellectuelen tot vijftien jaar gevangenisstraf veroordeeld. Pas in 1968 kon hij Roemenië verlaten, dankzij de tussenkomst van de schrijver Günter Grass en de toenmalige Duitse minister van Buitenlandse Zaken Willy Brandt. Bergel schrijft romans, verhalen en essays.

 

Uit: Wenn die Adler kommen

 

“Wie sich das anhört”, sagte Großvater, der vor zwei Tagen aus Amsterdam zurückgekehrt war, “Die Welt kennen.” Er öffnete die Silberdose und entnahm ihr eine der selbstgedrehten halben Zigaretten, er lachte mit den Augen und sagte: “Lieber Marius, dann müsst ihr auch die Franzosen und Belgier zum Teufel jagen, die als tüchtige Ingenieure auf den Ölfeldern bei Ploiesti arbeiten, die Schweden und die Deutschen, die uns die besten Straßen hierzulande, die böhmischen Bergleute, die im Erzgebirge die Minen bauen. Welchen Vorteil hätten die Menschen in diesem Land davon? Nein, die WElt, von der du sprichst, bewegt sich nicht auf die nationalen Alleingänge zu. Die Völker sind zum Einvernehmen miteinander gezwungen. Wirtschaft, Handel und Wissenschaft weisen ihnen den Weg dazu… Wehe dem in Zukunft, der dies übersieht!” Er schob die halbe Zigarette ins Mundstück aus Lindenholz und nahm es zwischen die Zähne, sah Titus an und sagte: “Ich halte euere Ansichten für kurzsichtig und gefährlich. Und wer weiß, frage ich mich, wer weiß, wann ihr dann auch uns verjagt, die wir seit achthundert Jahren hier sitzen…”

 

 

HansBergel

Hans Bergel (Râşnov, 26 juli 1925)

 

De Engelse schrijver Nicholas Evans werd geboren op 26 juli 1950 in Bromsgrove. Hij groeide op in Stratford-on-Avon, de geboorteplaats van Shakespeare. Hij studeerde rechten in Oxford maar koos voor een baan als journalist bij een krant. Vervolgens stapte hij over naar London Weekend Television en maakte onder meer documentaires over schrijvers en schilders. In 1984 vestigde hij zich als zelfstandig producent. In die hoedanigheid schreef hij scripts en produceerde hij films, zowel voor het kleine als voor het grote scherm. Toen in 1994 een filmproject, waaraan hij twee jaar had gewerkt, van de ene op de andere dag werd afgeblazen, zat hij niet alleen financieel met een flinke strop, maar had hij plotseling ook alle tijd om het boek te schrijven, waarmee hij al een tijd in gedachten rondliep, een boek over zogenaamde paardenfluisteraars. Tijdens een verblijf in Dartmoor had hij voor het eerst gehoord over deze mensen, die er met hun stem en gebaren in slagen paarden te genezen die geheel onbenaderbaar zijn geworden. Nadat hij had besloten daadwerkelijk een roman over een paardenfluisteraar te schrijven, las hij alles wat hij over het fenomeen te pakken kon krijgen. En ook reisde hij door de Amerikaanse staten Montana, New Mexico en Californië. The Horse Whisperer verscheen in 1995.

 

Uit: The Loop

“The scent of slaughter, some believe, can linger in a place for years. They say it lodges in the soil and is slowly sucked through coiling roots so that in time all that grows there, from the smallest lichen to the tallest tree, bears testimony.
Perhaps, as he moved silently down through the forest on that late afternoon, his s
ummer-sleek back brushing lower limbs of pine and fir, the wolf sensed it. And perhaps this vestige of a rumor in his nostrils, that here a hundred years ago so many of his kind were killed, should have made him turn away.
Yet on and down he went.
He had set out the previous evening, leaving the others in the high country where even now, in July, there lingered spring flowers and patches of tired snow in gullies shy of the sun. He had headed north along a high ridge then turned east, following one of the winding rocky canyons that funneled the snowmelt down from the divide to the valleys and plains below.”

 

 

NicholasEvans

Nicholas Evans (Bromsgrove, 26 juli 1950)

 

De Indonesische dichter Chairil Anwar werd geboren op 26 juli 1922 in Medan. Hij stierf al op de jonge leeftijd van zevenentwintig jaar aan syfilis. Zijn bekendste gedicht is Aku (Engels: Me) dat voortkwam uit de pijn die hij voelde omdat hij zijn vader moest verlaten. Deze had zijn moeder bedrogen. Maar veel Indonesische mensen lazen er een oproep in om naar de wapens te grijpen en gebruikten het bij demonstraties.

At The Mosque

I shouted at Him
Until He came

We met face to face.

 

Afterwards He burned in my breast.
All my strength struggles to extinguish Him

 

My body, which won’t be driven, is naked with sweat

 

This room
Is the arena where we fight

 

Destroying each other
One hurling insults, the other gone mad.

 

 

Me

When my time comes
No one’s going to cry for me,
And you won’t, either

 

The hell with all those tears!

 

I’m a wild beast
Driven out of the herd

 

Bullets may pierce my skin
But I’ll keep coming,

 

Carrying forward my wounds and my pain
Attacking
Attacking
Until suffering disappears

 

And I won’t give a damn

I want to live another thousand years

 

 

 

Anwar

Chairil Anwar (26 juli 1922 – 28 april 1949)