Pé Hawinkels, Miguel de Unamuno, Elizabeth Gaskell, Miguel de Cervantes, Lanza del Vasto, Akram Assem, Ingrid Noll, Colin Dexter

De Nederlandse schrijver, vertaler en dichter  Pé Hawinkels werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. Zie ook mijn blog van 29 september 2006 en ook mijn blog van 29 september 2007.

 

 

Naar bed
Naar John Donne (1572-1631)

 

Kom, Vrouwe, geen seconde rust voor mij,

Totdat ik – lig, nou ja, maar werk daarbij.

Ziet men de vijand, – ook wie nimmer kruit

Geroken heeft, houdt ’t wachten dan niet uit.

Die gordel af, die straalt als ’s hemels kring,

Maar om een wereld sluit van schoner schittering.

Speld van uw borst die plaat, die met pailletten

Der dwazen blik de toegang moet beletten.

Rijg los, ’t uur, dat zo welluidend slaat,

Zegt mij: ’t is tijd, dat gij naar bed toe gaat.

Uìt dat corset, dat ‘k zijn geluk benijd

U na te zijn, te stààn, en dat altijd.

Uw jurk onthult een pracht als bloemenweiden,

Waar heuv’lenschaduw steels vandaan komt glijden.

Dat nare kroontje kan nu af; toon nu

De diadeem van haar, die groeit op U.

Die schoenen uit; betreed dan veilig

Dit bed, der liefde tempel zacht & heilig.

Als men een Engel van de hemel ziet,

Is Die in ’t wit, als gij, die ’n hemel biedt

Als Mohammed’s paradijs; gaan geesten beide

Soorten in ’t wit, toch kan men onderscheiden

Een goede Engel van een boze geest:

Dees’ zet ons haar rechtop, en die ons vlees.

 

Laat vrij mijn handen dolen, laat ze gaan,

Van voor, van achter, tussen, boven-, onderaan.

Amerika! Mijn nieuw-gevonden-land,

Mijn Rijk, ’t best met één man slechts bemand,

Mijn Mijn van Edelstenen, Keizerrijk,

Oh, hoe gezegend dees’ ontdekkingsreis!

De vrijheid vind ik pas in deze banden;

Zo zal mijn zegel zijn, waar nu m’n handen.

Spiernaakt! Eerst zò kan men de vreugden leren,

De ziel van ’t lichaam, ’t lichaam van de kleren

Bevrijd. Juwelen zijn slechts, zo te zeggen,

Atlanta’s appels, om mànnen voor te leggen:

Wiens oog voor vrouwensieraad schittert, wel,

’t Hunne wil de dwaas misschien, niet hèn.

Zoals een leuke boekomslag voor leken,

Zo moet de opschik van een vrouw bekeken;

Zelf zijn zij boeken van mystiek; géén dan wij

(Wie hun onbesprokenheid genadig zij)

Moet die ontsluierd zien. Welaan, toon nou

Aan mij, vrijuit als aan een vroede vrouw,

U zelve. Vort nou, ook dit linnen weg,

Op onschuld staat geen straf, wat ik U zeg.

Hier, kijk: ìk ben al naakt; nu dan,

Wat moet U meer bedekken dan een man…

 

hawinkels

Pé Hawinkels (29 september 1942 – 16 augustus 1977)

 

 

De Spaanse dichter en filosoof Miguel de Unamuno y Jugo werd geboren op 29 september 1864 in Bilbao. Zie ook ook mijn blog van 29 september 2006.

 

 

The Snowfall Is So Silent

 

The snowfall is so silent,
so slow,
bit by bit, with delicacy
it settles down on the earth
and covers over the fields.
The silent snow comes down
white and weightless;
snowfall makes no noise,
falls as forgetting falls,
flake after flake.
It covers the fields gently
while frost attacks them
with its sudden flashes of white;
covers everything with its pure
and silent covering;
not one thing on the ground
anywhere escapes it.
And wherever it falls it stays,
content and gay,
for snow does not slip off
as rain does,
but it stays and sinks in.
The flakes are skyflowers,
pale lilies from the clouds,
that wither on earth.
They come down blossoming
but then so quickly
they are gone;
they bloom only on the peak,
above the mountains,
and make the earth feel heavier
when they die inside.
Snow, delicate snow,
that falls with such lightness
on the head,
on the feelings,
come and cover over the sadness
that lies always in my reason.

 

MigueldeUnamuno

Miguel de Unamuno (29 september 1864 – 31 december 1936)

 

 

De Britse schrijfster Elizabeth Gaskell werd geboren op 29 september 1810 in Londen. Zie ook ook mijn blog van 29 september 2006.

 

Uit: North and South

 

„But are all these quite necessary troubles?’ asked Margaret, looking up straight at him for an answer. A sense of indescribable weariness of all the arrangements for a pretty effect, in which Edith had been busied as supreme authority for the last six weeks, oppressed her just now; and she really wanted some one to help her to a few pleasant, quiet ideas connected with a marriage.

‘Oh, of course,’ he replied with a change to gravity in his tone. ‘There are forms and ceremonies to be gone through, not so much to satisfy oneself, as to stop the world’s mouth, without which stoppage there would be very little satisfaction in life. But how would you have a wedding arranged?’

‘Oh, I have never thought much about it; only I should like it to be a very fine summer morning; and I should like to walk to church through the shade of trees; and not to have so many bridesmaids, and to have no wedding-breakfast.“

 

Elizabeth_Gaskell_1832

Elizabeth Gaskell (29 september 1810 – 12 november 1865)

 

 

De Spaanse dichter en schrijver Miguel de Cervantes werd geboren op 29 september 1547 in Madrid. Zie ook ook mijn blog van 29 september 2006.

 

Uit : Don Quichot

 

“Mijnheer Don Quichot, waar gaat u naar toe? Wat duivels rijden u, dat ze u inblazen ons katholiek geloof te lijf te gaan? Zo waar ik een zondaar ben, dat is toch een boetprocessie, en de dame die op het voetstuk meegevoerd wordt is het gebenedijde beeld van de onbevlekte Maagd; mijnheer, let u toch op wat u doet, want ditmaal kan men toch zeggen dat u niet doet wat u kunt.”

Maar Sancho sloofde zich tevergeefs uit; want zijn heer had het zo vast in het hoofd om de zaak met de gehemde mannen uit te vechten en de dame in de rouw te bevrijden, dat hij geen woord meer hoorde; en had hij het gehoord, dan zou hij nog niet zijn teruggekeerd, al had de koning in eigen persoon het hem bevolen. Hij kwam ten slotte bij de processie aan, hield Rossinant in, die al lust had om het wat kalmer aan te doen, en met ontroerde en hese stem sprak hij: “Staat, gij allen die wellicht omdat gij niet veel goeds in uw schild voert, het gelaat bedekt; staat stil en luistert naar hetgeen ik u zeggen zal.”

De eersten die stilstonden waren de mannen die het beeld droegen; en een van de vier geestelijken die de litaniën zongen, antwoorde toen hij de vreemde tronie van Don Quichotte zag, de scharminkeligheid van Rossinant en andere bespottelijkheden die hem bij Don Quichot in het oog vielen en troffen, zeggende: “Heer broeders, zo gij ons iets te zeggen hebt, zeg het dan snel, want deze broeders gaan hun weg onder kastijding des vlezes; en wij kunnen en mogen hier niet stilstaan om wat ook aan te horen, tenzij het zo kort is dat het in twee woorden gezegd kan worden.”

“In een woord zal ik het u zeggen,” hernam Don Quichot, “en het is dit: dat gij onverwijld de vrijheid zult hergeven aan deze schone vrouw, wier tranen en droef gelaat de klare bewijzen zijn dat gij haar een schandelijk onrecht hebt aangedaan; maar ik die ter wereld gezonden ben om dergelijke beledigingen te wreken, ik zal niet toestaan dat gij ook maar een stap verder gaat, eer gij haar de zo begeerde vrijheid schenkt waarop zij recht heeft.”

Cervantes

Miguel de Cervantes (29 september 1547 – 23 april 1616)

 

 

De Italiaanse filosoof, poëet, artiest, en geweldloos activist Lanza del Vasto werd geboren als Giuseppe Giovanni Luigi Enrico Lanza di Trabia in San Vito dei Normanni op 29 september 1901. Als westerse volgeling van Mohandas K. Gandhi, die hij leerde kennen via het werk van Romain Rolland en die hij in India opzocht in 1936, werkte hij aan inter-religieuze dialoog, spirituele vernieuwing, ecologisch activisme en geweldloze actie.

Hij bleef enkele maanden met de Mahatma die hem de naam “Shantidas” (dienaar van de vrede) gaf, en vertrok in juni 1937 op pelgrimstocht naar de bronnen van de Ganges in de Himalaya. Daar had hij een visioen dat hem opdroeg ‘keer terug en sticht’.

Hij publiceerde verschillende poëtische werken en, in 1943, het verhaal van zijn reis naar India en ‘le Pèlerinage aux sources’ (pelgrimstocht naar de bronnen), dat een enorm succes werd.. Hij stichtte de eerste van de gemeenschappen van de Ark in 1948, in het begin met heel wat tegenkanting en moeilijkheden.

In 1962 vestigde de gemeenschap zich in de Haut-Languedoc, in La Borie Noble, nabij Lodève, op een domein met een vervallen klokkentoren. Het is een werkende lekenorde, van mannen en vrouwen die de principes van de geweldloosheid in de praktijk brengen.

 

Hou je recht

 

Als je het gemakkelijk hebt of moeilijk,

In armoede of overvloed, ziekte of gezondheid.

Hou je recht en glimlach.

Te midden van hen die voortsnellen,

die zich druk maken in de leegte

of elkaar bestrijden

Hou je recht en glimlach.

Te midden van hen die met de ellebogen werken,

die de handen uitsteken om te grijpen,

Ofwel die kruipen en schipperen,

Hou je recht en glimlach.

Te midden van hen die redetwisten,

En die elkaar uitschelden,

Die de vuisten ballen, die de wapens opnemen,

Hou je recht en glimlach.

In tijden van woede en van vlucht,

Wanneer alles instort en afbrandt,

Jij alleen overeind te midden van de paniek.

Hou je recht en glimlach.

Tegenover de onbuigzame rechtvaardigen,

De rechters met bloedige deugden,

De voornamen, die zich uitsloven,

Hou je recht en glimlach.

Zingt men je lof,

Spuwt men je in het gelaat,

Hou je recht en glimlach.

Thuis tussen je naasten,

Hou je recht en glimlach.

Tegenover je geliefde,

Hou je recht en glimlach.

In spel en dans,

Hou je recht en glimlach.

Tijdens het waken en het vasten,

Hou je recht en glimlach.

Alleen in de hoge stilte,

Hou je recht en glimlach.

Bij het begin van de grote tocht,

Zelfs als je ogen schreien,

Hou je recht en glimlach.

 

vasta

Lanza del Vasto (29 september 1901 – 5 januari 1981) 

 

De Afghaanse schrijver en historicus Akram Assem werd geboren op 29 september 1965 in Kabul. Hij studeerde en promoveerde aan de Sorbonne in Parijs. Tijdens de bezetting van Afghanistan door de Sovjet Unier streed Akram op diverse plaatsen voor de bevrijding van zijn land. In mei 1993, gaf hij, teleurgesteld  wegens de voortdurende machtsstrijd tussen de voormalige verzetsgroepen, zijn diplomatieke post in Parijs op. Sinds 1996 woont hij met zijn gezin In Springfield, Virginia in de VS.

 

Uit: Is the US Respecting Afghanistan’s Sovereignty?

 

“Historically, Afghanistan has been victim of its geography, attracting all kinds of invaders, from Alexander of Macedonia and Genghis Khan to the British and the Czarist then Soviet empires. To focus on the recent past, it has been almost twenty-three years since Afghans have had quasi no say on major decisions affecting their rights as a nation, as a people. Did the Afghans ask the Soviets to invade their country? Did the Afghans ask to be caught in the game between Eastern and Western blocks? During their resistance against the
Soviet aggression, did the Afghans ask the Americans to give the bulk of all military and financial assistance to the most extremist groups among the Afghan Mujahedeen, as it was the case to the benefit of Mr.Gulbuddin Hekmatyar’s Hizb-e-Islami? Did the Afghans ask the CIA, the ISI and the Saudi intelligence to play Dr. Frankenstein and create the Taliban in 1994? Did the Afghans ask the Americans in 1996 to direct the regime of General Omar Al-Bashir of Sudan to expel Ben Laden and his suite to Afghanistan?


Why do the Afghans have to pay for the mistakes made by the CIA? Is Afghanistan only an experimentation ground for some undercover pseudo-expert agents willing to exercise their strategy-building abilities in a land that appears to them as exotic and to a certain extent fascinating but ultimately not vital for the overall strategy of the United States? But, as we all have witnessed, mistakes made abroad have had tragic consequences on the American soil, too. I would welcome the idea of a congressional inquiry digging into the files related to the Afghan policy of the United States, especially looking into those belonging to the CIA, to bring into light and weigh the consequences of their repeated miscalculations and inability – or may be unwillingness – to understand Afghanistan and make the right decisions.

 

akram

Akram Assem (Kabul, 29 september 1965)

 

De Duitse (detective)schrijfster Ingrid Noll werd geboren op 29 september 1935 in Shanghai. In 1949 trok zij naar Duitsland en bezocht daar tot 1954 een katholieke meisjesschool in Bad Godesberg. Daarna studeerde zij in Bonn germanistiek en kunstgeschiedenis. Pas in 1990 verscheen haar debuut Der Hahn ist tot. Haar boeken worden nu in meer dan twintig talen vertaald en wel eens vergeleken met die van Patricia Highsmith.

 

Kuckuckskind

 

„Früher hatten mir das Singen im Chor und die wö­chentlichen Proben sehr viel bedeutet. Es war eine nette Gemeinschaft, die sich da einmal in der Woche zusammenfand, ausserdem konnte ich mein musika­lisches Wissen erweitern und einen Abend lang alle Probleme vergessen. Die Konzentration, die für zwei Stunden nötig war, machte mich nie müde, sondern gab mir Kraft. Beschwingt und in bester Laune kam ich dann nach Hause zurück.

Bis zu jenem schwarzen Montag, als die Probe ausfiel, ohne dass man uns vorher benachrichti­gen konnte. Wir standen schon im Vereinsraum vor dem Flügel herum und schwatzten, als die Frau des Chorleiters hereinstürzte und uns mitteilte, ihr Mann habe einen Unfall gehabt. Die meisten von uns zogen in eine Kneipe weiter. Vielleicht hätte ich ihnen
besser folgen sollen, doch ich beschloss, den frei gewordenen Abend daheim zu verbringen. Ger­not würde sich bestimmt freuen.

Als ich mein Fahrrad abgestellt hatte und unsere Haustür aufschloss, tönte mir Musik entgegen. Ich lauschte verwundert: Je t’aime – moi non plus…

Diese alte Aufnahme von Serge Gainsbourg und Jane Birkin hatte ich mir während eines Studienauf­enthaltes in Frankreich zugelegt. Seltsam, dachte ich und setzte erst einmal Teewasser auf, denn ich fror ein wenig. Draussen war es herbstlich kühl ge­worden, und ich hatte nur eine Strickjacke überge­zogen. Ob Gernot litt, wenn er jeden Montagabend allein war? Tröstete er sich mit erotischen Chan­sons? Wir hatten schon lange keinen Sex mehr ge­habt.

Anscheinend hatte er mein Kommen nicht be­merkt. Ein leiser Argwohn bewog mich, die Schuhe auszuziehen, über den Flur zu schleichen und durch einen Türspalt ins schummrig beleuchtete Wohn­zimmer zu spähen.

Zuerst konnte ich nicht richtig erkennen, was sich da auf unserem Sofa abspielte. Aber es waren un­übersehbar zwei Personen, die dort stöhnten“.

ingrid_noll

Ingrid Noll (Shanghai, 29 september 1935)

 

De Britse schrijver Colin Dexter werd geboren op 29 september 1935 in Stamford, Lincolnshire. Aanvankelijk wilde hij leraar worden. Hij studeerde klassieken in Cambridge. Tijdens een verregende vakantie in Wales in 1972 begon hij schreef hij twee middelmatige detective verhalen. Hij vond dat hij het beter moest kunnen en in 1975 schreef hij zijn eerste roman over inspecteur Morse, Last Bus to Woodstock.

 

Uit: The Remorseful Day

 

“You holy Art, when all my hope is shaken,

And through life’s raging tempest I am drawn,

You make my heart with warmest love to waken,

As if into a better world reborn.

(From An Die Musik, translated by Basil Swift)

Apart (of course) from Wagner, apart from Mozart’s compositions for the clarinet, Schubert was one of the select composers who could occasionally transport him to the frontier of tears. And it was Schubert’s turn in the early evening of Wednesday, July 15, 1998, when–The Archers over–a bedroom-slippered Chief Inspector Morse was to be found in his North Oxford bachelor flat, sitting at his ease in Zion and listening to a Lieder recital on Radio 3, an amply filled tumbler of pale Glenfiddich beside him. And why not? He was on a few days’ furlough that had so far proved quite unexpectedly pleasurable.

Morse had never enrolled in the itchy-footed regiment of truly adventurous souls, feeling (as he did) little temptation to explore the remoter corners even of his native land, and this principally because he
could now imagine few if any places closer to his heart than Oxford—the city which, though not his natural mother, had for so many years performed the duties of a loving foster parent. As for foreign travel, long faded were his boyhood dreams that roamed the sands round Samarkand; and a lifelong pterophobia still precluded any airline bookings to Bayreuth, Salzburg, Vienna–the trio of cities he sometimes thought he ought to see.

Vienna . . .

The city Schubert had so rarely left; the city in which he’d gained so little recognition; where he’ddied of typhoid fever–only thirty-one.

 

Dexter

Colin Dexter (Stamford, 29 september 1935)

Pé Hawinkels, Miguel de Unamuno, Elizabeth Gaskell, Miguel de Cervantes

De Nederlandse schrijver, vertaler en dichter  Pé Hawinkels werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. Zie ook mijn blog van 29 september 2006.

 

Het leven op aarde
Naar ‘Het hooien’ van Pieter Brueghel

 

Nu zal het spoedig avond zijn.

 

In de bomen als een goede stroom

uit de hoorn der bergen verzamelen op vilten zolen

zich de bendes van de nacht al; zo meteen

zullen zij, doelmatig en geruisloos als abstracte katten

uitzwermen en de duisternis uitzetten, zoals een plant

dat doet; maar nu

heerst stilte.

 

De zon heeft al vaarwel gezegd; de horizon

draagt nog de stille bleekheid om zijn dood,

maar in de landen, al de lagen,

waarin die zich voor het oog groeperen,

is een korte poos

van rust.

De mensen gaan vermoeid naar huis,

of werken nog wat door, met wat de aarde

en de dag hun opgeleverd hebben,

maar de hemel werk nu eenmaal samen met de nacht:

boven hun doen, ’t lijkt op spel, boven hun gang

op weg naar huis, hangt zwaar ’t ooglid,

donkerblauw, te talmen.

 

Meisjes draaien als altijd voorbij,

hun lach rilt en stoot zichzelf vooruit

naar dat onmetelijk zwijgen,

dat vogels in zich opneemt net zo goed als burchten,

molens en handelssteden, rivieren waar een schip in snijdt,

en nogmaals bomen, wier gebladerte niet eens

beeft in ’t bijzijn van de grote nacht.

 

Hoe goed nu dat men toebereidselen treft om weg,

om naar het dorp van de vergetelheid te gaan; schatrijk

blaast de weide zijn veelvoud aan wangen op,

dronken graait de boer ’t corrupte hooi naar zich toe.

 

Nu zal het weldra avond zijn.

 

Groots, onverbiddelijk zal ’t enorme oog

van het heelal zich sluiten, en daarmee

 

zal al ’t verbazen, heel de menigvuldigheid, o,

het rood van uw kleren, uw vruchten, uw rinkelend lachen

en uw donkere bemoeienis met zwijnen, met god en met

de vertwijfelde, vriendelijke noodsprongen van

de klaproos hier en de braamstruik daar,

het afleggen tegen, bezwijken aan

het alleswegvagend niets dat nu

zijn uur wacht in de hoogte.

 

En wie of wat zal straks

als de dood egaal zijn lijf

laat zakken op deze weelde, de tot waanzin drijvende

pracht, iets baten? Wie?

De boer soms, die innig als een vlieg in zijn pootjes,

zijn zeis wet? De ruiters, die razen

over verre welvingen gras, de man die alleeen

de nacht in de ogen ziet, als een held of als een konijn?

De daad onder daken, in de schoot vol onraad

en een geringer bezwijken?

 

De bomen beven niet in ’t minst; vogels zweven heel kalm

en zonder kopzorg onder boven; mannen keren vrij van angst

en gaan het land in waar hen de nacht verrassen zal;

de einder is lichtblauw, en de vrouw

die van de wereld weg lacht

heeft een ongezien gezicht.

 

Hawinkels

Pé Hawinkels (29 september 1942 – 16 augustus 1977)

 

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 29 september 2006.

 

De Spaanse dichter en filosoof Miguel de Unamuno y Jugo werd geboren op 29 september 1864 in Bilbao.

 

De Britse schrijfster Elizabeth Gaskell werd geboren op 29 september 1810 in Londen.

 

De Spaanse dichter en schrijver Miguel de Cervantes werd geboren op 29 september 1547 in Madrid.

Hawinkels, Smirnenski, Unamuno, Gaskell, Cervantes

Pé Hawinkels was schrijver, vertaler, recensent, songwriter en bovenal de Nederlandse dichter van de jaren zestig. Hij gold als een James Dean van zijn tijd – zeker in zijn Nijmeegse studiejaren. Hij werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. Als vertaler ontplooide hij een grote activiteit en leverde vertalingen zowel van Duitse romantici als E.T.A. Hoffman als van Euripides en Shakespeare. In samenwerking met Pius Drijvers ontstonden versies van bijbelboeken als Job en Prediker. Hawinkels streven de werken van deze schrijvers weer te geven in een levend, eigentijds idioom vond in het algemeen veel waardering, maar daarnaast ontmoette zijn werkwijze ook wel kritiek, zoals bijvoorbeeld bleek in het debat rond zijn vertaling van De toverberg van Thomas Mann. Als medewerker en redacteur was hij verbonden aan het tijdschrift Raam. In leven en werk worstelend met vorm versus inhoud, “doordrongen van de onvolmaaktheid van het leven en toch op de bres voor de idealen van de kunst, van liefde en vrijheid”. Hij leefde hard, wisselde dagenlange en met drank besproeide schrijfsessies af met periodes van volkomen lethargie. In 1977, nauwelijks vijfendertig jaar oud, werd hij thuis dood aangetroffen. Na acht dagen, wel te verstaan.

 

Historia naturalis

 

Wanneer thans de herten, dragers van zeer

speciale okers, beschimmeld voorts met de allernieuwste

snufjes op ’t gebied van goud en zonlicht,

nuchter onder het dressoir uit het bos

getreden komen, treffen zij

een mooie wereld aan.

 

Hier is

de uitgewassen vitrage te drogen gelegd

op doornen haag, die ’t lijdensverhaal

begrijpelijk mocht maken, toen; hier

stappen de mysterieuze jongelui een ogenblikje

van hun Harley Davidson en speuren

ritmisch naar iets op de grond,

en in de verte, waar matineuze chinezen

stoïcijns haaievinnensoep naar binnen lepelen,

komt mijn grote vriend spiernaakt aan:

en, tot niet zuinige verbazing van de

langs zijn levensweg als altijd opgestelde

suikerbeesten en uitgezogen, opgeverfde eierdoppen,

vertoont zijn buik frappante punten

van overeenkomst met ’t harnas van

Caius Iulius Caesar Octavianus in

de slag bij Philippi.

En voor de zachte ogen buigt zich stil

de Circassische schone over naar de zwaar-

bewapende, zoëven vol genot gestorven kuddekoning

& godsvorst, wiens lippen kostbaar waren als nerts

en die nog steeds haren heeft als een kat, –

zij is gelukkig, zij droomt niet, want van dromen

stroomt een genade uit die gevaarlijker is dan

de domme sagenglans van de nachtlucht.

Omhoog de aandacht! Daarboven

trekken de socialistische planeten doodgemoedereerd

hun baantjes tegen ’t opake fond dat ’t voorstelbare

afsluit; en zo, doorgeredeneerd, zakt ’t zachtste

aller ogen als een aangeschoten parachutist tot bij

een handzaam blikveld, waarbinnen

het roodborstje en de kiezelsteen collegiaal en ìnblij

paardje rijden op hun eigen determinerende factoren.

 

Dat is een mooi gezicht, – en de kroonherten

leggen tevreden de kop in het gras

dat slaapt, en zuchten.

 

hawinkels

Pé Hawinkels (29 september 1942 – 16 augustus 1977)

 

De Bulgaarse dichter en schrijver Hristo Smirnenski werd geboren op 29 september 1898 in Koukoush. Zijn literaire debuut kwam in 1915 in het satirische tijdschrift K’vo da e” (Alles kan). Hij werkte hard en schijnbaar onvermoeibaar, maar deze gedrevenheid ondermijnde zijn gezondheid. Hij stierf al op 24 jarige leeftijd aan tuberculose. In de acht jaar van zijn literaire leven had hij duizenden gedichten en prozastukken onder meer dan 70 pseudoniemen geschreven.

Street-Walker

You have born in the lap of privation,
Your childhood was useless strife,
Today you dance, your eyes full of tears,
To the tuneless violin of life.

Your implacable stepmother, Night,
Is an evil creature of evil fame;
She tore the narcissus from your breast,
And dragged you down the path of shame.

You celebrate the festival of sin
Beneath the street-lamp’s dusky light;
No one can hear the pain in your laugh
When you laugh in the quiet night.

Drunk with illusions and deceptive hope,
With a withered hyacinth on your breast,
You return to your dingy little room to dine
With hunger, your one and only guest.

There hangs on the wall the photo of a child
With pretty and innocent face;
The wistful look it has is now the only trace
Which suffering has not effaced.

The days and nights drag on unchanged…
When ugly and relentless Death
Arrives in the chilly autumn of your life
To wring from you your final breath.

It will discover with a shock,
That powerful Life has got ahead,
Leaving nothing to destructive Death,
That you have long been dead…

 

Smirnenski1948post

Hristo Smirnenski (29 september 1898 – 18 juni 1923)

 

Miguel de Unamuno y Jugo was een dichter-denker die een omvangrijk en gevarieerd literair en filosofisch oeuvre bij elkaar schreef. Hij was een levendige zielsverwant van, zoals hij het uitdrukte, «mannen van vlees en bloed» als Pascal, Heinrich von Kleist, Giacomo Leopardi en Kierkegaard om slechts een paar namen te noemen. Al op 27-jarige leeftijd werd de zeer belezen jongeman hoogleraar in het Grieks aan de universiteit van Salamanca, waarvan hij later rector werd.
Hij was geboren op 29 september 1864 in Bilbao, Baskenland, en beschikte naar eigen zeggen over «een Baskische geest, en daardoor dubbel–Spaanse geest». Unamuno’s filosofie of gedachtewereld draait om de onsterfelijkheid van de ziel. Het heeft er veel van weg dat de kiem daarvan ligt in een jeugdherinnering — hij komt er twee keer op terug in zijn hoofdwerk Del sentimento trágico de la vida en los hombres y en los pueblos (‘Het tragische levensgevoel van de mensen en volkeren’), een klassieker die in tal van talen is vertaald.

It is Night, in My Study

 

 It is night, in my study.

The deepest solitude; I hear the steady

shudder in my breast

–for it feels all alone,

and blanched by my mind–

and I hear my blood

with even murmur

fill up the silence.

You might say the thin stream

falls in the waterclock and fills the bottom.

Here, in the night, all alone, this is my study;

the books don’t speak;

my oil lamp

bathes these pages in a light of peace,

light of a chapel.

The books don’t speak;

of the poets, the meditators, the learned,

the spirits drowse;

and it is as if around me circled

cautious death.

I turn at times to see if it waits,

I search the dark,

I try to discern among the shadows

its thin shadow,

I think of heart failure,

think about my strong age; since my fortieth year

two more have passed.

Toward a looming temptation

here, in the solitude, the silence turns me–

the silence and the shadows.

And I tell myself: “Perhaps when soon

they come to tell me

that supper awaits,

they will discover a body here

pallid and cold

–the thing that I was, this one who waits–

just like those books quiet and rigid,

the blood already stopped,

jelling in the veins,

the chest silent

under the gentle light of the soothing oil,

a funeral lamp.

I tremble to end these lines

that they do not seem

an unusual testament,

but rather a mysterious message

from the shade beyond,

lines dictated by the anxiety

of eternal life.

I finished them and yet I live on.

 

Vertaald door Lillian Jean Stafford and William Stafford

 

MIGUElUnamuno

Miguel de Unamuno (29 september 1864 – 31 december 1936)

 

 

De Britse schrijfster Elizabeth Gaskell werd geboren op 29 september 1810 in Londen. Haaqr eerste roman Mary Barton verscheen in 1848. Het was een van de eerste „industrie-romans“ waarin het leed van het proletariaat aan de orde gesteld werd. Door deze roman kwam zij in contact met Charles Dickens en in diens tijdschrift Household Words bleef zij publiceren. Grotere bekendheid verwierf zij door haar romans Cranford  uit 1853 en vooral door North and South uit 1855, die echter minder melodramtisch uitviel dan haar vroegere werk. Elizabeth Gaskell was goed bevriend met Charlotte Brontë. Na haar dood werd Gaskeel haar eerste biografe.

Uit: The Life of Charlotte Brontë (hoofdstuk V)

“This is perhaps a fitting time to give some personal description of Miss Brontë. In 1831, she was a quiet, thoughtful girl, of nearly fifteen years of age, very small in figure – “stunted” was the word she applied to herself, – but as her limbs and head were in just proportion to the slight, fragile body, no word in ever so slight a degree suggestive of deformity could properly be applied to her; with soft, thick, brown hair, and peculiar eyes, of which I find it difficult to give a description, as they appeared to me in her later life. They were large, and well shaped; their colour a reddish brown; but if the iris was closely examined, it appeared to be composed of a great variety of tints. The usual expression was of quiet, listening intelligence; but now and then, on some just occasion for vivid interest or wholesome indignation, a light would shine out, as if some spiritual lamp had been kindled, which glowed behind those expressive orbs. I never saw the like in any other human creature. As for the rest of her features, they were plain, large, and ill set; but, unless you began to catalogue them, you were hardly aware of the fact, for the eyes and power of the countenance overbalanced every physical defect; the crooked mouth and the large nose were forgotten, and the whole face arrested the attention, and presently attracted all those whom she herself would have cared to attract. Her hands and feet were the smallest I ever saw; when one of the former was placed in mine, it was like the soft touch of a bird in the middle of my palm. The delicate long fingers had a peculiar fineness of sensation, which was one reason why all her handiwork, of whatever kind – writing, sewing, knitting – was so clear in its minuteness. She was remarkably neat in her whole personal attire; but she was dainty as to the fit of her shoes and gloves.”

 

GASKELL

Elizabeth Gaskell (29 september 1810 – 12 november 1865)

 

Miguel de Cervantes werd geboren op 29 september 1547 in Madrid. Hij schreef een twintigtal toneelwerken, maar is vooral bekend geworden door zijn boek Don Quichot van La Mancha (El ingenioso hidalgo Don Quixote de la Mancha).

 

Uit: DON QUICHOT (Voorwoord)

Vertaald door John Ormsby

 

“IDLE READER: thou mayest believe me without any oath that I would this book, as it is the child of my brain, were the fairest, gayest, and cleverest that could be imagined. But I could not counteract
Nature’s law that everything shall beget its like; and what, then, could this sterile, illtilled wit of mine beget but the story of a dry, shrivelled, whimsical offspring, full of thoughts of all sorts and such as never came into any other imagination- just what might be begotten in a prison, where every misery is lodged and every doleful sound makes its dwelling? Tranquillity, a cheerful retreat, pleasant fields, bright skies, murmuring brooks, peace of mind, these are the things that go far to make even the most barren muses fertile, and bring into the world births that fill it with wonder and delight. Sometimes when a father has an ugly, loutish son, the love he bears him so blindfolds his eyes that he does not see his defects, or, rather, takes them for gifts and charms of mind and body, and talks of them to his friends as wit and grace.”

CERVANTES

Miguel de Cervantes (29 september 1547 – 23 april 1616)