Dolce far niente (Amsterdam)

Dolce far niente (Amsterdam)

 

Tegenstroom

Nu polders van droogte open scheuren
Pompt het Zeeburg-gemaal water
Water uit het IJmeer in de Amstel
Zo keert tegenstroom de waterloop

Ik beproef mijn dichtersziel en luister
Luister hoe de rivier nu adem haalt
Ik zie golven zuidwaarts drijven
Dat is de wind die uit het Noorden komt

Wat moet er worden van een stad
Die terugstuwt wat zij ontvangt
Die haar mondingschap verliest
Om ’t dorstig achterland te laven

 

Amstel, vanaf de Nieuwe Amstelbrug

 

 

Ademhalen hoor ik niet. Ik ga te rade
Bij de veerman, spreek hem op zijn boot
Bij Driemond en Carré staan de sluizen open
Het water stroomt als het moet stromen

Zegt hij en roeiers zeggen het hem na
Tegenstroom kunnen wij niet ontwaren
Het is de wind meneer, de wind die ons
Tegen zit, stroom kan ons niet deren

Bij de Omval ligt het water blak
Ik dacht het al, voor de Amstel
Is een dichtersziel niet nodig
Haar waarheid ligt aan het oppervlak.

 

Gerard Smit (Biografische gegevens ontbreken)

 

Zie voor de schrijvers van de 9e augustus ook mijn blog van 9 augustus 2011 deel 1 en eveneens deel 2.