Richard Russo, Steffen Popp

De Amerikaanse schrijver Richard Russo werd geboren op 15 juli 1949 in Johnstown, New York. Zie ook alle tags voor Richard Russo op dit blog.

Uit: Ergens anders (Vertaald door Kees Mollema)

“Toen een vriendin van mij een paar jaar geleden op de New York State Thruway een bord passeerde waarop CENTRUM VAN DE LEERVERWERKENDE INDUSTRIE stond te lezen, meende ze leedverwerkende te zien staan en dacht ze: dat is vast waar Russo vandaan komt. Ze had gelijk. Ik kom uit Gloversville, een paar kilometer verder naar het noorden, in de uitlopers van de Adirondacks; een plaatsje waarover je gemakkelijk grappen kunt maken, tenzij je er woont, zoals sommige familieleden van mij. Het stadje is niet altijd onderwerp voor grappen geweest. In de gloriejaren werden negen van de tien paar chique handschoenen die in de Verenigde Staten werden verkocht daar gemaakt. Aan het einde van de negentiende eeuw waren ambachtslieden uit heel Europa erheen getrokken en tientallen jaren produceerden ze handschoenen die tot de beste van de wereld werden gerekend. In die tijd bestond er een gilde van handschoensnijders en je moest, net als mijn grootvader van moederskant, eerst twee of drie jaar als leerling werken. De belangrijkste gereedschappen van een volleerde handschoensnijder zijn zijn ogen, zijn ervaring met dierenhuiden en zijn verbeelding. Het was mijn grootvader die me mijn eerste lessen in de kunst gaf — al betwijfel ik of hij dat zelf zo zou hebben verwoord — door uit te leggen hoe je uit een onvolmaakte huid iets kunt maken wat werkelijk goed en mooi is. Nadat de huiden zijn gelooid, maar nog vóór ze bij de snijder belanden, worden ze gerold, geborsteld en afgewerkt tot ze glad en uniform zijn, maar natuurlijke huiden bevatten onvermijdelijk onvolkomenheden. De echte vakman, zo legde hij me uit, werkt om die onvolkomenheden heen en bedenkt hoe hij ze weg kan werken in de natuurlijke plooien of naden van een handschoen. Elke huid stelde je voor problemen die een creatieve oplossing vereisten. Een handschoensnijder moest niet alleen zo veel   mogelijk handschoenen uit een huid kunnen halen, maar tegelijkertijd het aantal onvolkomenheden zien te minimaliseren. In Fulton County werd al leer gelooid, waarbij de bast van de Canadese den werd gebruikt, voordat de Verenigde Staten zich van Engeland afscheidden. Gloversville en het nabijgelegen Johnstown produceerden niet alleen handschoenen, maar allerlei lederwaren: schoenen, jassen, handtassen en meubilair. Toen mijn grootvader van vaderskant, die uit het Italiaanse Salerno kwam, hoorde hoeveel ambachtslieden naar deze plek waren gegaan, trok hij naar het noorden, in de hoop er de kost te kunnen verdienen met de verkoop van handgemaakte schoenen. In New York nam hij de trein naar Albany, ging toen naar het westen tot aan het gehucht Fonda aan het Barge Canal, vanwaaruit hij de goederenspoorlijn volgde naar Johnstown in het noorden, waar ik enkele decennia later werd geboren.”

 

Richard Russo (Johnstown, 15 juli 1949)

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog en ook mijn blog van 18 juli 2010.

 

Gibraltar

daarheen (Goethe)


Ken je, liefste, de haat,
bomen, de Spaanse muur,
ken je de eilanden, de kruisvaarders
in hun eenmanstorpedo’s –

liefste, vergeef me, ik wilde naar Golgotha
maar in de linnenkast
lag alleen een gele revolver (dus ik ging niet).

Ken je de zee, sporen van vrijpostigheid
in schuim, liefste, in schuim
ken je dat land, zijn verwrongen arm
ligt zwaar in de rondte, onder de hongerige lucht
doelloze wind
sporen van wol, daarin warmte en stof.

Hoe graag zou ik met je vertrekken
met jou, liefste, willen wonen onder citroenen:
als niet Gibraltars elementen
heftig door mijn tragische aderen  
vloeiden, en die van iedere spoorloze kaap
manische ogen, zonder oogleden –

mijn hart is een gravin omringd door verplegers
aan de rand van de stad, liefste
                        blèren de huurpiano’s!

 

Vertaald door Alfred Schaffer en Gregor Seferens

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e juli ook mijn blog van 15 juli 2020 en eveneens mijn blog van 15 juli 2019 en ook mijn blog van 15 juli 2017 deel 2.

Yukiko Motoya, Steffen Popp

De Japanse schrijfster Yukiko Motoya werd geboren op 14 juli 1979 in Hakusan, Ishikawa. Zie ook alle tags voor Yukiko Motoya op dit blog.

Uit: The Lonesome Bodybuilder (Vertaald door Asa Yoneda)

“Would feel at home in the crafts club. Would find a job locally. But what really would have happened if I’d gotten on the roller coaster that day? I have the feeling I would have met a version of myself I don’t know now. Lived a completely different life.
The gong sounded, and the men stood up. I’d assumed that throwing out punches was all there was to it, but the boxers guarded against every blow, observing each other’s movements with eagle eyes. That must be what they call dynamic vision. If only I had some dynamic vision too, I might not have missed out on so many things. The match was over, and they sounded the biggest gong yet.
The very next day, I started training to become a bodybuilder. I thought at first that I could aim to be a pro boxer, but I realized that I didn’t have a trace of fighting spirit in me. No desire to beat anyone up. It was the bodies of the two boxers I’d seen on TV the previous night that seemed to be seared into my brain, even while I was at my job, working the register at a natural health and beauty shop.
They turned in all directions, showing off their bodies to me. Even while I described various products to customers. This is a moisturizing cream with pomegranate traditionally used in herbal medicine. How do firm limbs feel? This hair oil is made from rare organic concentrated plant extracts. What is it like when a strong body throbs?
Was I looking for an affair? Of course not. I loved my husband. He could be bumbling and juvenile, but he was just working too hard, that was all. I only needed to hang on until he was done with this busy period, and then he’d start initiating again. It wasn’t that I wanted to touch any other man. I just wanted to luxuriate in some taut muscle. I hadn’t felt so giddy in a long time. I’d swing by the pharmacy on my way home from work and get some protein powder.
I liked the taste of the protein powder when I tried it, and decided to join a gym. I felt a little worried about fitting it into the household budget, but I found a small, independent fitness club two train stops away, whose website advertised “100 Free Sessions Until You See the Results You Want!” Having never done any serious exercise before, I had no idea what kind of progress I’d be able to make in a hundred sessions.
On the first day of my private sessions, I confided to the trainer — a boy in his early twenties — that I wanted to become a bodybuilder. He stopped writing on his clipboard and looked at me with surprise.
“Bodybuilding? Not weight loss.”
“Yes. Your website said you have a training program.”
“We do, but this is pretty unusual. Women in their thirties usually come looking to lose weight, so I assumed . . .”
“Is it very difficult?”
“Not really. But with bodybuilding, you won’t get anywhere with weight training alone. Nutrition is key. Could you handle consuming, say, four thousand calories a day? That’s double the daily amount for an average adult male.”

 

Yukiko Motoya (Hakusan, 14 juli 1979)

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog en ook mijn blog van 18 juli 2010.

 

Elegie voor K.

Moe is mijn oog, moe moe
als de Alpen. Een betoverd traject
van jaren is mijn gezicht
velden, waarin ik sliep –

gele lampionnen, een duister kinderpartijtje
alles is buiten mij, een stuwmeer
waarin de ondergelopen dorpen oplichten ’s nachts

De aarde geeft kleuren
de huid geeft eenheid
op de plantages wapenen de fruitbomen zich dapper
tegen het heelal –

rondom schurken de weiden
                                       tegen mijn voeten
de rivier
aan mijn kant, heimelijk trekt hem
een verre zee.

 

Vertaald door Alfred Schaffer en Gregor Seferens

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e juli ook mijn blog van 14 juli 2020 en eveneens mijn blog van 14 juli 2019 deel een en ook deel 2.

Zonnige toekomst (Driek van Wissen), Steffen Popp, Dolce far niente

 

Dolce far niente

 

Heat Wave door Chris Breier, 2016

 

Zonnige toekomst

Doordat de zon zo onbarmhartig scheen
Was hier op onze opgewarmde aarde
Veel extra sterfte onder de bejaarden;
Wij raken aardig door de oudjes heen.

Dus blijven onze zomers zo extreem
Dan is straks de vergrijzing geen probleem.

 

Driek van Wissen (12 juli 1943 – 21 mei 2010)
De Prinsentuin in Groningen, de geboorteplaats van Driek van Wissen

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog en ook mijn blog van 18 juli 2010.

 

De zee bewoont mij, zoals licht een stad

De open balkons lichtten op, eilanden aan de ringweg
de lucht lag in het rond, een pont, waarschijnlijk sliep ze

ik vleide mijn hoofd in haar romp
trof een stroming, het regime van rivieren
onder de bruggen en in de tunnels
de instrumenten
lichtketenen, die zich bewogen.

Aan de haven
was ik alleen met het water, dat daar aan land gaat
havenkranen bevestigden het continent
aan zijn randen, op de achtergrond zwoegden
de zeeën

 

Vertaald door Alfred Schaffer en Gregor Seferens

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e juli ook mijn blog van 18 juli 2020 en eveneens mijn blog van 18 juli 2019.

Tsead Bruinja, Steffen Popp

De Nederlandse dichter Tsead Bruinja werd geboren in Rinsumageest op 17 juli 1974. Zie ook alle tags voor Tsead Bruinja op dit blog.

 

U treft mij op een moment

ik wilde net gaan zitten aan de ongelakte tafel
in de woonkamer van mijn appartement in amsterdam-west
het is de donderdagmiddag vlak voor de deadline van dit gedicht
de kozijnen in de erker druppelen na van de aanhoudende regen
de waarde van mijn woning keldert omlaag
maar mijn buurman houdt het droog
handdoeken vangen de ellende op

tussen de wolken door valt zonlicht
op de rossige haartjes van mijn bovenarm
thee schommelt in het glas heen en weer
mijn pen krast inmiddels driest in het papier

ver weg bijna aan het eind van zijn leven
speelt andrés segovia op mijn stereo albeniz
ik kan niet horen of hij last heeft van spataderen
of er lange grijze haren uit zijn oren groeien
of dat hij bij het spelen rare bekken trekt
zoals heavy metalgitaristen doen bij een solo

een spotlight gericht op de tong uit hun mond
op een uitgeprint A4’tje naast mijn notitieboek lees ik
dat ik iets specifieks ga zeggen over een tentoonstelling
iets over een onderlaag die onbedekt wordt gelaten soms
maar ik schrijf even niet

ik kijk naar een verwelkte witte roos
die weken geleden na een optreden
in een wijnfles werd gezet door mijn geliefde
alle blaadjes zitten er nog aan

bruine randen hebben ze gekregen
het is een cliché dat weet ik maar het is zo
en met de liefde gaat het goed
dus beticht mij niet
van goedkope symboliek

dan moet er nog een doorkijkje komen naar een bijbels tafereel
in deze tekst waar ik nu toch al zoveel wit mee heb bedekt
misschien iets over koning salomo of het gelaat van mozes
dat glansde toen hij de berg afkwam

maar dan denkt u dat ik mij vereenzelvig
met iemand die god heeft gezien en toch ook weer niet
en dat zet u weer op een afstand

terwijl ik wil dat u voelt dat u er bij bent
bij mijn milde paniek in de lekkende woonkamer
de rossige haartjes op mijn onderarm
ver weg vanuit de juiste hoek belicht

 

een koor zingt

een koor zingt
en het erbarmen maakt de lucht om ons heen
zo dik als stroop

dan stopt de plaat
alle ingewanden
vallen uit het lied

waar wij naar kijken
alsof onze eerste kribbe
een gitaarkoffer was

 

Een kwal licht op in zee

voor Tonnus Oosterhoff

een kwal licht op in zee
roep niet

een stoel staat leeg in de kamer
kan niet tegelijk op de stoel en de bank

we gaan naar de brug naar
geleidelijk een nieuwe toonsoort

kom je de zon roept
ja ik ga mee

‘hello texas’

de bureaustoel roept ook
armleuning trekt ze
een bedelkleed aan

het licht helpt met een stralend
gezicht witgoud bladerhuis
naar de ondergang

binnenzon is ook goed
het kussen zacht genoeg
voor dijend zitvlees

veert het
ja alles veert

dag
dag

 

Tsead Bruinja (Rinsumageest, 17 juli 1974)

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog en ook mijn blog van 18 juli 2010.

 

Silvae (uitgedund)

Hars loopt uit de bomen, zoals altijd
staan de bossen, groen en van hout
voor mijn raam, en overal op aarde
waar geen veld is, geen tuin
                              geen huis als het mijne.

Soms een dier, aan de onderkant van het blad
een reebruine schietschijf met weinig
rake schoten uit het vorige jaar –
                                       twee oeroude paarden
slepen ontworteld hout, tegen de schemering
komen de jagers, men ziet hun gele
                                           sportschoenen oplichten.

 

Vertaald door Alfred Schaffer en Gregor Seferens

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e juli ook mijn blog van 17 juli 2021 en ook mijn blog van 17 juli 2020 en eveneens mijn blog van 17 juli 2019 en ook mijn blog van 17 juli 2017 en eveneens mijn blog van 17 juli 2016 deel 2.

Martin R. Dean, Steffen Popp

De Zwitserse schrijver Martin R. Dean werd geboren op 17 juli 1955 in Menziken Aargau. Zie ook alle tags voor Martin R. Dean op dit blog.

Uit: Was ferne Verwandte aus einem machen

„Die Suche nach Angehörigen beschäftigt mich seit langem, da meine Verwandtschaft nicht nur in der Schweiz, sondern auch auf der Karibikinsel Trinidad lebt, von der mein Stiefvater wie auch mein leiblicher Vater stammen.
Immer wieder reiste ich auf die Insel und spielte als Jugendlicher gar mit dem Gedanken, eines Tages in die Tropen auszuwandern. Ich entwarf eine Alternativbiografie und stellte mir vor, was aus mir
würde, wenn ich mein Leben auf der Insel verbrächte. Mit den Jahren hat sich diese trügerische Heimatverheissung zum Gespenst eines Doppellebens verflüchtigt, wie es Millionen von Menschen, ausgewanderte wie geflüchtete, mit multiplen Identitäten herumtragen.
Meine Vorfahren
Erst vor einigen Jahren lernte ich indessen die Familie meines leiblichen Vaters kennen. Nun war diese neue Verwandtschaft das Ziel meiner Reisen. Mit einem Schlag dreissig, vierzig unbekannte Verwandte zu haben, war eine verwirrende und aufwühlende Tatsache. Plötzlich tauchte ich auf dem Ast eines weitverzweigten, tief in die koloniale Vergangenheit der Insel reichenden Stammbaums
auf. Identität, das wurde mir klar, umfasst nicht nur ein Bündel von Zuschreibungen. Sie entsteht auch durch verwandtschaftliche Bande. Ich war nicht mehr nur Betrachter, sondern Zugehöriger.
Als ich in diesem Jahr meine neue Verwandtschaft abermals besuchte, ging ich zuvor ins National Museum in Port of Spain. Dort stiess ich auf Bilder und Flaggen farbiger Regimenter, welche die
Briten 1939 mit Soldaten aus Trinidad und Tobago in den Zweiten Weltkrieg schickten. Die afrikanischen und indischen Bataillone rekrutierten sich aus den Nachkommen der über Jahrhunderte eingeschleppten Sklaven, die nach 1845 von indischen Kontraktarbeitern abgelöst worden waren. Auch meine indische Verwandtschaft stammte von diesen Einwanderern ab. Schockiert las ich von den Lebensumständen, denen die Kontraktarbeiter unterworfen waren.“

 

Martin R. Dean (Menziken, 17 juli 1955)

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog en ook mijn blog van 18 juli 2010.

 

Winter, Jeruzalem

Ik bid, ik bid, alleen
tussen de kamerplanten eet ik chips, gezouten manna

stad, leeg gebergte, de maan mikt
met de kalmte van een metselaar
op de greppels…

Doffe sterren, braille
in de gele huisverlichting, beneden staan de beulen voor de deur
stelletje nullen, sneeuwogig
mislukte demonen met sportfluitjes –

maar de wereld ademt voort
voor mijn raam, geen vloek
drijft haar uit haar geheim
geen worm die aan haar knaagt, geen geloei van een heilige
koe
kan haar vertederen! –

zo ver het veld strekt, onder sneeuwhekken
zinkt ze terug in een granieten slaap
ook de zee zinkt, ook zinken
de grote zeedieren, en alle engelen
zinken terug
in hun scheppingsgewrichten –

voor me, in een sneeuwglas
stort alles in, schudden de sterren zich los
maar niets matigt de dingen
in hun gewicht, niets drijft de demonen uit
deze sukkels –

beneden staan ze onafgebroken voor de deur
vrolijke sneeuwdrijvers
leunend op hun scheppen, ze spelen triktrak
en hun hoeden beneden in de diepte
wiebelen als discussen

 

Vertaald door Alfred Schaffer en Gregor Seferens

 

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e juli ook mijn blog van 17 juli 2020 en eveneens mijn blog van 17 juli 2019 en ook mijn blog van 17 juli 2017 en eveneens mijn blog van 17 juli 2016 deel 2.

Tony Kushner, Steffen Popp

De Amerikaanse schrijver Tony Kushner werd geboren op 16 juli 1956 in New York. Zie ook alle tags voor Tony Kushner op dit blog.

Uit: Angels in America

“JOE: You shouldn’t have come.
HANNAH: You already made that clear as day.
JOE: I’m sorry. I . . . I . . . don’t understand why you’re here.
HANNAH: For more than two weeks. You can’t even return a simple phone call.
JOE: I just don’t . . . have anything to say. I have nothing to say.
HANNAH: You could tell me so I could tell her where you are. You’ve been living on some rainy rooftop for all we knew. It’s cruel.
JOE: Not intended to be.
HANNAH: You’re sure about that.
JOE: I’m taking her home.
HANNAH: You think that’s best for her, you think that she should—
JOE: I know what I’m doing.
HANNAH: I don’t think you have a clue. You can afford not to. You’re a man, you botch up, it’s not a big deal, but she’s been—
JOE: Just being a man doesn’t mean . . . anything. It’s still a big deal, Ma. Botching up.
(Tough, cold, angry, holding it in)
And nothing works. Not all my . . . oh, you know, my effortful clinging to the good, to what’s right, not pursuing . . . freedom, or happiness. Nothing, nothing works anymore, nothing I try .
(Still facing away, she nods yes.)
JOE: Is there radon gas in the—
HANNAH: Just go. (Little pause.)
JOE: I’ll pay to change your ticket.
(Joe exits. Hannah sits. She’s alone for several moments. There’s a peal of thunder. Prior enters, wet, in his prophet garb, dark glasses on, despite the dark day outside. He’s breathless, manic.)
PRIOR: That man who was just here. HANNAH Not looking at him): We’re closed. Go away.
PRIOR: He’s your son.
(Hannah looks at Prior. Little pause. Prior turns to leave.)
HANNAH: Do you know him. That man? How … How do you know him, that he’s my—
PRIOR: My ex-boyfriend, he knows him. I, I shadowed him, all the way up from— I wanted to, to … warn him about later, when his hair goes and there’s hips and jowls and all that … human stuff, that poor slob there’s just gonna wind up miserable, fat, frightened and alone because Louis, he can’t handle bodies.
(Little pause.)”

 

Tony Kushner (New York, 16 juli 1956)
Scene uit een opvoering van “Angels in America” op Broadway, 2018

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog.

 

 Aan de doden van het surrealisme

   Wie met de dingen botst,
        zal die dezelfde die ze verenigt?
        Dat zal het zijn, wat mij bedroeft.
        Hugo Ball

I

Buiten is het stil, geen Shell-tank
binnen dit frequentiegebied
geen atoom breekt af
of valt in de schacht, geen ontmoedigd orgaan
test het verraad, en voor mij
                        de lelie in het dromende glas –

ook dit gewas van mijn verlangen
snuit zijn essence alleen semiotisch
geluidloos in de verschrikkelijke nacht!

Buiten is het stil, het verlaten parkeerterrein
straalomdraaiing van het geluk en een nietige
                                    academie
ver weg dreigt Azië,
Poseidons hoorn met goederentreinen …

Zo doorstaat de wereld de winter!
De uien liggen op tafel
er cirkelen wonderlijke apparaten –

maar de sneeuw is niet langer gotisch
erts zonder wensen, een lichtblauwe
                                    maatgevende violist
nee, ze is grauw
en flets, de vuilnisbelt van de lente
ach –

en alleen de onderste sneeuwengelen
kleven nog aan de benzinestations
vermomd en marxistisch
in hun winddichte parka’s.


II

Buiten is het stil, berg en dal slapen
roerloos de stad, de kwelling van sloopbedrijven

hun trage vuur vereenvoudigt de ruimte
de hartaandoeningen van trainers
                                    balkonplanten

en in de zeeën de walvis
en in het vriesvak de paling
delicatessen, aan de rand van mijn zwakte
legt ook de liefde zich te rusten, een getto van rozen –

de grote betonblokken buigen het licht
waar mijn hand ligt
                  een juk voor nachtvlinders
en de gedichten lopen over de sneeuw
met kleine stapjes …

De dode surrealisten
schoppen herrie bij de grondvesten van het bos
kauwen de rode klavers deze nacht binnen
hun droge zeekoffers, hun sneeuwklimaat –

achter de ellende van bomen
licht het geboorteland op
de elementen verzinnen zichzelf, mijn geliefden
ruziën en vallen uiteen

op staat de maan van zijn zetel
daar zijn gele mond
daar zijn benen, slepend.

 

Vertaald door Alfred Schaffer en Gregor Seferens

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 16e juli ook mijn blog van 16 juli 2020 en eveneens mijn blog van 16 juli 20919 en ook mijn blog van 16 juli 2017 deel 2.

Simon Vinkenoog, Steffen Popp

De Nederlandse dichter en schrijver Simon Vinkenoog werd op 18 juli 1928 in Amsterdam geboren. Zie ook alle tags voor Simon Vinkenoog op dit blog.

Einde

wat ik aan wind en regen vraag
zal altijd zonder antwoord blijven
en wat de nacht voor mij verborgen houdt
is weerlicht voor de blinden
in mijn ogen
wartaal voor de stomme in mijn stem
straatgeluiden voor de beethoven
in mijn oren
een late straatlantaarn voor de dronkaard
in mij die naar houvast zoekt

anemonen voor de man zonder reukorganen
vrouw als tastplaats
voor de kinderloze zonder zinnen

(voor de tandeloze meeuwen in mijn tong
een valkuil lichtschip regenwolken)

ik drijf altijd naar mijzelf terug
ik kom altijd in mijzelf naar boven
ik vecht altijd met mijn ogen open

plat met de handen gespreid vallend
schaafwonden aan de ellebogen

 

Vis

Ik heb je ogen
in het zand gevonden
tussen de schelpen van Miro

ik ben de droom
van het blinde kind
waarvan het licht
te vroeg is gestorven

om kleuren
te kunnen herkennen
als kleuren

tastend dans ik
om de zwaarte van mijn lichaam
niet te voelen

rond aan de lange lijn

uitgeslagen
om in het vergeten
beschutting te zoeken

aas voor de meeuwen
die als wekkers
om mijn oren krijsen

 

Koopman

Ik vent een vracht
vol woorden voor mij uit
door lege zonbedoelde straten

ik heb een schorre stem:

wie koopt van de koude grond?
wie denkt aan een arme blinde?

het is niet zoveel waard
roep ik over de huizen
het kost maar zoveel meer

dan bij ieder ander

ik roep en roep
van vergeefs
de liefde

 

Simon Vinkenoog (18 juli 1928 – 12 juli 2009)

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog.

 

Betontreden, zeeën

Beweging (lucht), zeekleur (groen), een egel (de kunst van een prairiewolf
hem op de rug te draaien) – jouw hart, de nabije haven
breidt zich uit aan de zijden van zijn slaap. Voer in zakken, munitiekisten
de gespleten hoef van een ezel in brak water –

de zee toont je oevers (de grenzen), je slaapt in je rijk
er zijn geheime tekens, torens (uitkijkend over zee), luchtafweer
ingenieurs met vliegenierskap – aan de stranden tel je ze, het zijn gewrichten
en ze verbinden je (als een handschrift) met alle dingen.

 

Gibraltar

daarheen (Goethe)


Ken je, liefste, de haat,
bomen, de Spaanse muur,
ken je de eilanden, de kruisvaarders
in hun eenmanstorpedo’s –

liefste, vergeef me, ik wilde naar Golgotha
maar in de linnenkast
lag alleen een gele revolver (dus ik ging niet).

Ken je de zee, sporen van vrijpostigheid
in schuim, liefste, in schuim
ken je dat land, zijn verwrongen arm
ligt zwaar in de rondte, onder de hongerige lucht
doelloze wind
sporen van wol, daarin warmte en stof.

Hoe graag zou ik met je vertrekken
met jou, liefste, willen wonen onder citroenen:
als niet Gibraltars elementen
heftig door mijn tragische aderen  
vloeiden, en die van iedere spoorloze kaap
manische ogen, zonder oogleden –

mijn hart is een gravin omringd door verplegers
aan de rand van de stad, liefste
                        blèren de huurpiano’s!

 

Vertaald door Alfred Schaffer / Gregor Seferens

 

O olifanten Pan in de porseleinkast van de muzen

O olifanten Pan in de porseleinkast van de muzen
achter de sluiers zoek je naar gezang, oefen je
in gedachten: “We zijn
een gesprek”, zeg je, “we zijn
olifanten ”

en je bent helemaal alleen met deze zinnen
eenzamer dan dialogen, dikhuiden
eenzamer dan de elektrische apparaten van het universum

spaarlampen, warmtepompen
verwaarloosd en hongerig naar liefde duiken ze
aarzelend op uit de oneindige duisternis

tegen je ruimtecapsule, tegen de verborgen tralies
tegen je deskundige handen en knieën
je slapende voeten, je denkbeeldige vleugels
wrijven ze hun huiden uit chroom en plastic…

De aangeleerde hulpeloosheid van objecten
onmogelijkheid van een aanraking

het lied, onder zijn slaapmuts uit sterren
beweegt het de eenzame boiler, de dwalende
ventilator
je dwalende oog
ook

in een nestgemeenschap zonder stroom
zonder gedachten
alleen zwaartekrachtlichamen, hun bijna
staatsvormende paniek voor de winter.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e juli ook mijn blog van 18 juli 2019.