International Booker Prize 2024 voor Jenny Erpenbeck

International Booker Prize voor Jenny Erpenbeck

De Duitse schrijfster en filmregisseur Jenny Erpenbeck heeft gisteren de International Booker Prize gekregen voor haar roman “Kairos”. De roman vertelt een destructief liefdesverhaal in de laatste dagen van de DDR. Ook haar vertaler Michael Hofmann ontving de onderscheiding.  Erpenbeck is de eerste Duitse vrouw die de prijs wint en Hofmann is de eerste mannelijke vertaler die de prijs ontvangt. Het prijzengeld van 50.000 pond (zo’n 58.000 euro) wordt gelijkelijk verdeeld tussen Erpenbeck en Hofmann. Zie ook alle tags voor Jenny Erpenbeck op dit blog.

Uit: Kairos

„Kairos, der Gott des glücklichen Augenblicks, habe, so heißt es, vorn über der Stirn eine Locke, einzig an der kann man ihn halten. Ist aber der Gott erst einmal auf seinen gefl ügelten Füßen
vorübergeglitten, präsentiert er einem die kahle Hinterseite des Schädels, blank ist die und nichts daran ist mit Händen zu greifen.
War der Augenblick ein glücklicher, in dem sie damals, als neunzehnjähriges Mädchen, Hans traf? An einem Tag Anfang November setzt sie sich auf den Fußboden und beginnt, Blatt für Blatt, Mappe für Mappe, den Inhalt des ersten, dann des zweiten Kartons durchzusehen. Im Grunde genommen ist es ein Trümmerfeld. Die ältesten Aufzeichnungen sind aus dem Jahr 86, die jüngsten von 92. Briefe findet sie und Durchschläge von Briefen, Notizen, Einkaufszettel, Jahreskalender, Fotos und Negative von Fotos, Postkarten, Collagen, hier und da einen Zeitungsartikel.
Ein Stück Zucker aus dem Café Kranzler zerbröselt ihr in den Händen. Gepresste Blätter fallen zwischen Seiten heraus, Passfotos sind mit Büroklammern an Seiten geheftet, in einer Streichholzschachtel steckt ein Büschel Haare.
Auch sie hat einen Koffer mit Briefen, Durchschlägen von Briefen und Erinnerungsstücken, Flachware das meiste davon, wie das in der Sprache der Archive heißt. Hat ihre Tagebücher und Kalender. Am nächsten Tag steigt sie auf die Bücherleiter und holt den Koffer aus dem obersten Fach, staubig ist der, außen und innen. Vor langer Zeit haben die Papiere, die aus seinen Kartons
und die aus ihrem Koffer, einen Dialog miteinander geführt. Jetzt führen sie einen Dialog mit der Zeit. In so einem Koffer, in so einem Karton, liegen Ende, Anfang und Mitte gleichgültig miteinander im Staub der Jahrzehnte, liegt das, was zum Täuschen geschrieben wurde, und das, was als Wahrheit gedacht war, das Verschwiegene und das Beschriebene, liegt all das, ob es will oder nicht, eng ineinander gefaltet, liegt das sich Widersprechende, liegen der stummgewordene Zorn ebenso wie die stummgewordene Liebe miteinander in einem Umschlag, in ein und derselben Mappe, ist Vergessenes genauso vergilbt und zerknickt wie das, woran man sich noch, dunkel oder auch hell, erinnert. Katharina ¬muss, während ihre Hände beim Durchsehen der alten Mappen auch staubig werden, daran denken, wie ihr Vater bei ihren Kindergeburtstagen immer als Zauberer auftrat. Einen ganzen Stoß Spielkarten hatte er in die Luft geworfen und dann aus den herumfliegenden Karten doch die eine herausgezogen, die sie oder eines der anderen Kinder sich vorher gemerkt hatte.“

 

Jenny Erpenbeck (Berlijn, 12 maart 1967)

International Booker Prize 2023 voor Georgi Gospodinov

International Booker Prize 2023 voor Georgi Gospodinov

De Bulgaarse schrijver Georgi Gospodinov heeft de International Booker Prize 2023 gewonnen. Hij krijgt de prijs voor zijn roman “Schuilplaats voor andere tijden”. Georgi Georgiew Gospodinov werd geboren op 7 januari 1968 in Yambol, Bulgarije.  Zie ook alle tags voor Georgi Gospodinov op dit blog.

Uit: Schuilplaats voor andere tijden  (Vertaald door Hellen Kooijman)

“Jaren later, toen een hoop van zijn herinneringen weg dreigden te vliegen als opgeschrokken duiven, kon hij zich nog steeds die ochtend voor de geest halen, die ochtend waarop hij doelloos door de straten van Wenen liep, en een zwerver met een snor á la Márquez op de stoep kranten stond te verkopen onder de vroege maartzon. Ineens stak er een windje op en een aantal kranten fladderde de lucht in. Hij probeerde te helpen, raapte er een paar van de grond en bracht ze terug naar de zwerver. Hou er maar eentje hoor, zei Márquez. Gaustin, laten we hem zo noemen, hoewel hijzelf deze naam gebruikte als Hades’ helm der onzichtbaarheid, pakte een krant en gaf de zwerver een geldbiljet, behoorlijk groot gezien de situatie. De zwerver draaide het biljet aarzelend rond in zijn hand en schudde toen zijn hoofd: Maar… ik heb geen wisselgeld. En dat klonk zo absurd op die vroege Weense ochtend dat ze beiden in lachen uitbarstten. Gaustin voelde liefde en vrees voor daklozen, dat waren zijn woorden: liefde en vrees, en altijd in deze combinatie. Hij hield van hen en was tegelijkertijd bang voor hen op een manier waarop je houdt en bang bent van dat wat je ooit bent geweest of waarvan je verwacht dat je het op een dag zal worden. Hij wist dat hij vroeg of laat tot hun leger zou toetreden, om dit cliché maar eens te gebruiken. Eén moment stelde hij zich lange rijen daklozen voor, die over de Kärtner Strasse en de Graben marcheerden. Ja, hij was aan hen verwant, hij was een van hen, hoewel toch een beetje anders. Een zwerver, maar dan in de tijd zeg maar. Vanwege een gelukkige samenloop van omstandigheden had hij genoeg centen verdiend om voorlopig te voorkomen dat een metafysische tegenslag zou omslaan in fysiek lijden. Op dat moment oefende hij een van zijn beroepen uit; dat van psychiater-gerontoloog. Ik vermoed dat hij heimelijk de verhalen van zijn patiënten stal, om daar onderdak te vinden, even rustig in andermans plaats en verleden te verblijven. Het was anders in zijn hoofd zo’n wirwar van tijden, stemmen en plaatsen dat hij of zich onmiddellijk zou moeten overleveren aan zijn collega-psychiaters, of iets zou moeten doen waardoor zij genoodzaakt waren hem op te sluiten.”

 

Georgi Gospodinov (Yambol, 7 januari 1968)

International Booker Prize voor Marieke Lucas Rijneveld

International Booker Prize voor Marieke Lucas Rijneveld

De Nederlandse schrijfster Marieke Lucas Rijneveld heeft de prestigieuze International Booker Prize gewonnen met de debuutroman The Discomfort of Evening, de Engelse vertaling van Rijnevelds debuutroman De avond is ongemak. Marieke Lucas Rijneveld werd geboren in Nieuwendijk op 20 april 1991. Zie ook alle tags voor Marieke Lucas Rijneveld op dit blog.

Uit: The Discomfort of Evening

‘Meat or cheese first before you go for the sweet stuff,’ she’d always say. This was the rule and it would make us big and strong, as big as the giant Goliath and as strong as Samson in the Bible. We always had to drink a large glass of fresh milk as well; it had usually been out of the tank for a couple of hours and was lukewarm, and sometimes there was a yellowish layer of cream that stuck to the top of your mouth if you drank too slowly. The best thing was to gulp down the whole glass of milk with your eyes closed, something Mum called ‘irreverent’ although there’s nothing in the Bible about drinking milk slowly, or about eating a cow’s body. I took a slice of white bread from the basket and put it on my plate upside down so that it looked just like a pale toddler’s bum, even more convincing when partly spread with chocolate spread, which never failed to amuse me and my brothers, and they’d always say, ‘Are you arse-licking again?’

‘If you put goldfish in a dark room for too long they go really pale,’ I whispered to Matthies, putting six slices of cooked sausage on my bread so that they covered it perfectly. You’ve got six cows and two of them get eaten. How many are left? I heard the teacher’s voice inside my head every time I ate something. Why those stupid sums were combined with food – apples, cakes, pizzas and biscuits – I didn’t know, but in any case the teacher had given up hope that I’d ever be able to do sums, that my exercise book would ever be pristine white without a single red underscore. It had taken me a year to learn to tell the time – Dad had spent hours with me at the kitchen table with the school’s practice clock which he’d sometimes thrown on the floor in despair, at which point the mechanism would bounce out and the annoying thing would just keep on ringing – and even now when I looked at a clock the arms would still sometimes turn into the earthworms we dug out of the ground behind the cowshed with a fork to use as fishing bait. They wriggled every which way when you held them between forefinger and thumb and didn’t calm down until you gave them a couple of taps, and then they’d lie in your hand and look just like those sweet, red strawberry shoelaces from Van Luik’s sweet-shop.

 

Marieke Lucas Rijneveld  (Nieuwendijk, 20 april 1991)