Candlemas Dialogue (Christina Rossetti), Hella Haasse, Günter Eich

 

Bij Maria Lichtmis

 


Presentatie van Jezus in de Tempel door Francisco Rizi, ca. 1663

 

Candlemas Dialogue

“Love brought Me down; and cannot love make thee
Carol for joy to Me?
Hear cheerful robin carol from his tree,
Who owes not half to Me
I won for thee.”

“Yea, Lord, I hear his carol’s wordless voice;
And well may he rejoice
Who hath not heard of death’s discordant noise.
So might I too rejoice
With such a voice.”

“True, thou hast compassed death; but hast not thou
The tree of life’s own bough?
Am I not Life and Resurrection now?
My Cross balm-bearing bough
For such as thou?”

“Ah me, Thy Cross! – but that seems far away;
Thy Cradle-song to-day
I too would raise, and worship Thee and pray:
Not empty, Lord, to-day
Send me away.”

“If thou wilt not go empty, spend thy store;
And I will give thee more,
Yea, make thee ten times richer than before.
Give more and give yet more
Out of thy store.”

“Because Thou givest me Thyself, I will
Thy blessed word fulfil,
Give with both hands, and hoard by giving still;
Thy pleasure to fulfil,
And work Thy Will.”

 


Christina Rossetti (5 december 1830 – 27 december 1894)
De katholieke Our Lady of the Rosary and St Dominic -kerk in Londen, de geboorteplaats van Christina Rossetti

 

De Nederlandse schrijfster Hella Haasse werd geboren op 2 februari 1918 in Batavia. Zie ook alle tags voor Hella Haasse op dit blog.

Uit: Schaduwbeeld of Het geheim van Appeltern

“Het eerste gedeelte van de ‘Brief’ is geschreven vanuit het standpunt van een door vaderlandsliefde en democratische gezindheid bezield vrij man, die het stadhouderlijke wanbeleid aan de kaak stelt; maar gaandeweg krijgt de tekst ook de functie van een geschrift bedoeld om de verdiensten en het ‘onverzettelijke karakter van baron van der Capellen te prijzen, zijn publicaties ter lezing aan te bevelen, de door hem in de Staten van Overijssel aanhangig gemaakte kwesties in herinnering te brengen, en verontwaardiging te wekken voor de wijze waarop door Willem v en zijn ‘werktuigen’ in de persoon van deze ‘door niemand ondersteunde edelman’ alle regenten `beledigd, vervolgd, mishandeld, in gevaar gebracht’ zijn. Het beeld van de stadhouder is dat van een dwingeland, een monster. In een rustige kamer, met uitzicht op het geboomte rondom Appelteen — eiken, elzen, hoge meidoornhagen — voltrok zich een creatief proces dat niet meer te achterhalen is. Werd de ‘Brief’ in één ruk, spontaan, geschreven, om een overvol gemoed te luchten, of moeizaam samengesteld uit fragmenten en flarden van brieven, brochures en toespraken van en over ‘Capellen’? Wist Joan Derk vanuit een veelzeggende gespletenheid zijn eigen zaak te bepleiten als gold het een door hem vurig vereerde ander? Was hij de spreekbuis van de patriotten, van de zich in hun belangen bedreigd voelende Amsterdamse kooplieden en bankiers, of van een gekwetste excessieve eigenliefde? Het is mogelijk dat hij, min of meer tegen zijn zin, in opdracht, en onder druk gezet, ondanks vermoeidheid en preoccupatie met andere zaken, zichzelf tot het schrijven van de ‘Brief’ gedwongen heeft; maar evengoed kan die tekst de vrucht zijn van een zorgvuldig in praktijk gebrachte propagandatheorie, volgens methoden die in zijn tijd voor het eerst op uitgebreide schaal werden toegepast. Blijft de vraag of hij de enige auteur van het pamflet is geweest. Was zijn denken tenslotte niet gevormd, gevoed, door de ideeën van voorgangers en tijdgenoten? Dichter bij huis: had hij een medewerker, een helper? Misschien moet men zich in die kamer op Appeltern, het studeervertrek van de baron, tegenover hem of naast hem aan de schrijftafel nóg iemand voorstellen, een vertrouweling, een vriend, wie weet een alter ego.”

 


Hella Haasse (2 februari 1918 – 29 september 2011)

 

De Duitse dichter en schrijver Günter Eich werd geboren op 1 februari 1907 in Lebus an der Oder. Zie ook alle tags voor Günter Eich op dit blog.

 

Optiek

Als je ogen slechter worden
ga je dichterbij staan
om je vrienden te herkennen.

Je zet een bril op,
gebruikt contactlenzen
en ziet

heel dichtbij
het zwart
onder de nagels van je vijand.

 

Vertaald door Jan Gielkens

 


Günter Eich (1 februari 1907 – 20 december 1972)

 

Zie ook alle tags voor Maria Lichtmis op dit blog.

Zie voor de schrijvers van de 2e februari ook mijn blog van 2 februari 2019 deel 1 en eveneens deel 2.

Anton Korteweg, Günter Eich

De Nederlands dichter en neerlandicus Anton Korteweg werd geboren in Zevenbergen op 31 januari 1944. Zie ook alle tags voor Anton Korteweg op dit blog.

 

Brasserie Streek, Culemborg

Een eersteklaswagon van voor de Grote Oorlog;
een afgeplatte Mahlerkop is de patron.
Hij runt de zaak met voorschoot en op sneakers.

Het dagmenu is duif vooraf, dan hert of kabeljauw;
in Streek te Culemborg doen ze niet flauw.
Gekrijt op een zwart bord geven twee glazen wijn
te kennen liever vol dan leeg te zijn.

Voor een geniepig drempeltje bij het toilet
word je attent gewaarschuwd: ‘Mind your steps’.

Een mollig manneke met zwarte krullenbol
in rode trui waarop een blauwe vlinder
holt langs de tafeltjes. ’t Is lang niet vol.

Als gast krijg je, of je er zin in hebt of niet,
een flinke kaars in een lantaarntje op je tafel.
Dat is, aldus de ober, voor de romantiek.

Links voor me zit een heerachtige man
met zorgelijke blik en naast zijn toetje
een soort pamflet: ‘Wij artsen zeggen nee’
– viermaal herhaald, in rood – ‘tegen 5g.’
Hij pakt zijn pen en tekent op de achterkant
een nijlpaard, neushoorn en een olifant.

Achter een waterval van ongewassen haar
tracht zich een meisje, even verderop,
schokkerig en onstuimig append te verschuilen.
Ik wist niet of ik om haar lachen moest
of toch voor alle zekerheid een beetje huilen.

 

De schrijn van Hagestein

Boven mijn afgematte lijf een vlucht
ganzen in v-vorm, snaterend als gekken.
Links, ver nog weg, de Culemborgse brug,
een reuzenbadmuts glinsterend in de Lek en

tussen twee bankjes op de dijk voorbij de stuw
bij Hagestein een houten schrijn, waarop geschreven:
‘Een gastenboek voor U. Wie schrijft, die blijft.’
Ik had het koud. Ik hield het maar bij lezen.

Een greep: ‘Hier aan het wandelen met Sjoerd, mijn hond.
Wat heeft God de natuur toch schitterend gemaakt!
Zijn zegen toegewenst.’ Getekend: Sjaak.

‘Een mooie plek voor bier en de natuur
is ook al mooi hier. Proost voor alle geile mensen.’
De schrijver onbekend. De tijd: ’s morgens acht uur.

Dan had je nog Corine. Zij deelt ons mee
dat ze hier maar wat graag zou willen wonen,
maar woont al lang in Krommenie. Dus nee

Gelaafd aan deze brandstof klom ik welgemoed
weer op mijn tamelijk uitgeruste fiets.
Wind tegen, regen, rare bochten? Deed me niets.

Voor de avond nog was ’k waar ik wilde zijn.
In Culemborg. Terug ging ik met de trein.

 

Jong talent

Veertien jaar ouder dan Perk,
Lodeizen tien jaar voorbij,
De Genestet ruim gepasseerd.

Jaarlijks één jaar méér te oud
om jong, veelbelovend te sterven.

Haar groeit thans uit de neus.
Oren moeten geknipt.

 


Anton Korteweg (Zevenbergen, 31 januari 1944)

 

De Duitse dichter en schrijver Günter Eich werd geboren op 1 februari 1907 in Lebus an der Oder. Zie ook alle tags voor Günter Eich op dit blog.

 

Filologisch

Ik dacht, dat ik voor twee schreef.
Maar dat verduvelde,
aan naaldhouttakken hangende schrift!

Je moet een examen doen
en je medestudenten
blijven na een paar colleges weg.

Ik wacht, want ik heb medelijden met de docent.
Hij hurkt eenzaam te midden van zijn smakgeluiden,
rilt bij de gedachte aan sneeuw.

               

Vertaald door Jan Gielkens

 


Günter Eich (1 februari 1907 – 20 december 1972)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 31e januari ook mijn blog van 31 januari 2024 en ook mijn blog van 31 januari 2019 en ook mijn blog van 31 januari 2017 en ook mijn blog van 31 januari 2016 deel 2.

Bernard Dewulf, Günter Eich

De Vlaamse dichter, schrijver en journalist Bernard Dewulf werd op 30 januari 1960 in Brussel geboren. Zie ook alle tags voor Bernard Dewulf op dit blog. Bernard Dewulf is op 23 december 2021 overleden.

 

Véronique

1
dit huis, waar zonlicht licht verrast
de kasten raakt, en hout verrassend
kraakt, waar vroegten één voor één
verzameld liggen in een bed, dat niets
doet dan wat bergen,

kent haar goed, en weet hoe vloeibaar
zij zich wist te leggen op een blad
nog zonder regels,

hoe zij ongehoord op tafel staat,
de haren langs getande rand, geel al
van de jaren licht,

en wie zij was: het diertje dat van gras
ras wolken dacht, en onverwacht kon
sterven, met zoiets als welgeteld

de vlucht van nimfen, of de lach van
pijnlijk fijne proevers.

 

2
soms bleef ze heel alleen in zalen
achter, waar zonet nog walsen gaande
waren, en de weelde voor het rapen lag,

soms wou ze doodgewoonweg leven met
wat lange haren uitgerekend langs
een hals, en verre minnaars bij de hand,

soms kon ze ook verrassend stil in
tuinen staan: zie toch al die
horizonten, zei ze dan, en haag na haag

begreep ik meer en meer waarom ze ’s avonds
dikwijls bij de ramen stond, de vingers op
de ruiten, en het licht dat ongezien vertrok,

ze zag het en ze zweeg verbeten.

 

3
soms wou ze enkel soms zijn, en soms
zoveel meer: ze liep dan langs

bekende lanen – haren hopeloos gezwind –
en dacht aan reizen in de hoven vol
seringen en de wind erin,

ze ging met minnaars aan de haal, en streelde
urenlang verdriet: een kwestie van
wat weelde, deed ze teken, met
de glimlach listig in het water,

eens zelfs werd het haar te veel:
ze speelde licht en zou pas jaren later
hier zijn, in een vroegte, want
ze kwam van ver,

ze heeft het nooit begrepen: dat ze toen
te sterven stond in veel te prille sneeuw,
nog ongemerkt, dat wel, maar minder weggeborgen
toch dan in haar roze lakens.

 


Bernard Dewulf (30 januari 1960 – 23 december 2021)

 

De Duitse dichter en schrijver Günter Eich werd geboren op 1 februari 1907 in Lebus an der Oder. Zie ook alle tags voor Günter Eich op dit blog.

 

Rand van de stad

Nieuwe huizen, ongeboren
kamers, na tien uur
stilte in de doodskist a.u.b.

Het zout, het brood
voor de alleenstaande onderhuurders –
leg het maar neer, de kakkerlakken
hebben meer geduld en
zullen troost
in je wittebrood fluisteren.

 

Vertaald door Jan Gielkens

 


Günter Eich (1 februari 1907 – 20 december 1972)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e januari ook mijn blog van 30 januari 2019 en ook mijn blog van 30 januari 2016 deel 2.

Tonio Schachinger, Günter Eich

De Oostenrijkse schrijver Antonio “Tonio” Schachinger werd geboren op 29 januari 1992 in New Delhi, India. Zie ook alle tags voor Tonio Schachinger op dit blog.

Uit: Nicht wie ihr

„Die Türen gehen wieder auf, ein Kind kommt her aus und stellt sich neben den Mann. Es schreit sofort auf, als es das Auto sieht, möchte näherkommen, aber der Vater hält es zurück, mit einem verächtlichen Ausdruck im Gesicht und diesem dummen, seitlichen Grinser. Der Vater deutet mit seinem Arm zum Merkur und Ivo spürt eine Körperspannung, einen Impuls, den Mann niederzuschlagen, vor seinem Sohn und irgendwie auch für seinen Sohn, ihn mit nur einem präzisen Schlag auszuknocken, als eine lächelnde Frau den Merkur verlässt, auf den Mann und das Kind zugeht und schon in dem Moment, bevor Ivo sie erkennt, hebt ihn dieses eine Gefühl, das sich immer wieder neu anfühlen kann, aus seinem Sitz. Er sieht Mirna und es ist wie früher am Admiralsturm im Prater, in dem Moment, wo man ganz nach oben geschossen worden ist und noch Energie übrig
bleibt, die einen weitertreibt, obwohl die Plattform schon eingerastet ist. Dann ruht kurz das ganze Panorama der Stadt und nur die Bügel an den Schultern verhindern, dass man weiter hinausfliegt. Warum fliegt man nicht einfach weiter? Ivo sieht Mirna zu, wie sie lächelt, wie sie sich bewegt, und sie schaut in seine Richtung, ohne dass sich ihre Blicke treffen. Ivo verlässt seinen Körper und sein Auto und schlittert in ein Flashback von Mirnas geschürzten Lippen in einer der Gassen hinter der Neuen Donau, vor über zehn Jahren, durch verschiedene Bilder, die an ihm vorbei rasen, und er glaubt kurz einen Ständer zu kriegen, so unvermittelt, wie er sie damals bekommen hat, aber
es ist nicht sein Schwanz, der hart wird, sondern seine Brust oder sein Herz.
Als die Beifahrertür aufgeht und die Hitze, der wütende Schrei seiner Frau und das Licht gemeinsam in sein Auto eindringen, zuckt er zusammen.
»Ich hab dir gesagt, du sollst nicht mit dem Bugatti kommen!«
Der Bugatti hat keinen Kofferraum und keine Rückbank, also muss Jessy sich mit 20 Knoblauchbaguettes und Lena auf den Beifahrersitz quetschen, und Ivo darf auf dem kurzen Weg über die Nordbrücke nach Floridsdorf nicht einen Stundenkilometer schneller fahren als erlaubt. Jessy schimpft über seine Gedankenlosigkeit und das Fahren ohne Kindersitz, und Ivo antwortet, um sie nicht noch mehr gegen sich aufzubringen, stellt ihr ein paar Fragen, verstummt dann aber immer mehr.“

 


Tonio Schachinger (New Dehli, 29 januari 1992)

 

De Duitse dichter en schrijver Günter Eich werd geboren op 1 februari 1907 in Lebus an der Oder. Zie ook alle tags voor Günter Eich op dit blog.

 

Noordelijke zucht

Links een straat naar de haven. Niet de inwoners,
de topografieën zijn doorslaggevend.
De gereformeerde kerkgang, roodwitte
meetroeden vormen het godsbegrip.
Zoals de straat een bocht maakt bij een dierenwinkel,
de ontvanger van mijn brieftelegrammen zou het liefde kunnen noemen.

Je reist niet naar Venetië of Kyoto. In kleine hoekjes
speelt de wereld zich af

Vooral geen sporen achterlaten.

 

Vertaald door Jan Gielkens

 


Günter Eich (1 februari 1907 – 20 december 1972)

 

Zie voor de schrijvers van de 2e februari ook mijn blog van 2 februari 2019 deel 1 en eveneens deel 2.

Nunc dimittis (Cordula Wöhler), Günter Eich

 

 

De presentatie in de tempel door Luis de Morales, 1562

 

Nunc dimittis

Wem hab’ ich mein Herz und mein Leben geschenkt?
O Jesus, nur Dir – Dir allein!
Wo hab’ ich’s verborgen und tief es versenkt?
Hier in des Altares Schrein!
Wen hab’ ich als Wächter darüber gestellt?
O, das ist das – „ewige Licht!“
Und wo ist mein Himmel und wo meine Welt?
Nur hier, wo sein Strahl zu mir spricht!

Was sagt es mir leis’ denn bei Tag und bei Nacht?
O, Nichts, als von Ihm, meinem Herrn!
Und was hat mein Herz denn so glücklich gemacht?
Dass immer mehr lieben es lern’!
Und wie tut’s Ihn lieben, dies glückliche Herz?
So, dass es gern Alles Ihm gibt!
Und was ist sein Kummer, sein einziger Schmerz?
Ach, dass es nicht mehr noch Ihn liebt!

Und was ist sein Bitten und tägliches Fleh’n?
„Herr, leben und sterben für Dich!“
Und was ist der Tag, den zumeist ich ersehn’?
Ach, wann kommt doch Lichtmess für mich!
Und was ist das Lied, das am liebsten ich sang’?
Ach Gott, – „Nunc dimittis“ allein!
O, wenn nur erst das einst zu Lichtmess erklang’,
Dann wollt’ ich am glücklichsten sein!

 

Cordula Wöhler (17 juni 1845 – 6 februari 1916)
De St.-Johannis-Kirche in Malchin, de geboorteplaats van Cordula Wöhler

 

De Duitse dichter en schrijver Günter Eich werd geboren op 1 februari 1907 in Lebus an der Oder. Zie ook alle tags voor Günter Eich op dit blog.

 

Namen

Namen met een i
of namen met een o,
vergeefs probeer ik
me medeklinkers
te herinneren.

Het ruist langs
als het ruisen in de telefoon,
als als.
Ik luister gespannen.
Veel gesprekken
in het jaar 1200,
ze gaan over mij,
maar de uitspraak is anders,
ik heb er moeite mee.
Iemand met een a praat
op me in,
een soort handdruk,
die ik niet beantwoord,
een slok wijn,
opgedroogd,
een u die overbleef,
een vergeefse i-grec.

 

Vertaald door Jan Gielkens

 

Günter Eich (1 februari 1907 – 20 december 1972)

 

Zie ook alle tags voor Maria Lichtmis op dit blog.

Zie voor de schrijvers van de 2e februari ook mijn blog van 2 februari 2019 deel 1 en eveneens deel 2.